Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kunradersteengroeve
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0986.BPBU1005-OH01

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

 
De voor” Natuur” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. duurzame instandhouding of herstel van de ter plaatse aanwezige of nagestreefde ecosystemen;
  2. het voeren van een op natuurontwikkeling gericht beheer;
  3. natuurontwikkeling met bijbehorende flora- en faunavoorzieningen;
  4. werk- en onderhoudspaden;
  5. waterhuishoudkundige doeleinden waaronder de aanleg van waterbuffers;
  6. extensieve vormen van recreatie passend binnen de natuurdoelstelling;
een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

4.2 Bouwregels

 
Op de tot “Natuur” bestemde gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van bouwwerken geen gebouwen zijnde in de vorm van borden en afrasteringen tot een maximale hoogte van 2,00 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels

 
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2 ten behoeve van een schuil- en of schaftgelegenheid voor personen, wier aanwezigheid noodzakelijk is in verband met in het natuurgebied uit te voeren werken of werkzaamheden, met in achtneming van de volgende regels:
  • de schuil- en of schaftgelegenheid is hiertoe onontbeerlijk;
  • de schuil- en of schaftgelegenheid is geen caravan, woon- of stacaravan, dan wel eenaan zijn oorspronkelijk gebruik onttrokken voer- of vaartuig betreft;
  • het oppervlak van dit bouwwerk bedraagt ten hoogste 20 m²;
  • de hoogte van dit bouwwerk bedraagt ten hoogste 3,00 m.

4.4 Specifieke gebruiksregels

 
4.4.1 Onder gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden:
  1. als staan- of ligplaats voor onderkomens, behoudens voor zover en voor zolang de aanwezigheid van onderkomens nodig is in verband met in het natuurgebied uit te voeren werken en of werkzaamheden;
  2. voor sport- of wedstrijdterreinen, kampeer- of caravanterreinen, als lig- of speelweiden;
  3. voor het beproeven van voertuigen; voor de beoefening van motorsport en de modelvliegtuigsport, voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, bromfietsen of mountainbikes;
  4. voor het racen of crossen met motorrijtuigen, mountainbikes of bromfietsen;
  5. voor militaire oefeningen;
  6. voor het winnen van bosstrooisel of mos;
  7. als standplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  8. voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden ten behoeve van doeleinden als omschreven in dit lid onder a. t/m g.
 
4.4.2 Onder gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik van opstallen voor:
  1. industriële doeleinden;
  2. ambachtelijke doeleinden, behoudens voor zover deze verband houden met natuurbeheer;
  3. detailhandel en groothandel;
  4. transport- en/of garagedoeleinden;
  5. horecadoeleinden;
  6. permanente of tijdelijke bewoning;
  7. opslagdoeleinden.

4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 
4.5.1 Verboden werkzaamheden
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in de volgende tabel vermelde werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren.
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend met inachtneming van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden en als wordt voldaan aan de in de tabel genoemde criteria.
 
 Omgevingsvergunningplichtige                            werken/werkzaamheden
Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning
  1. het amoveren van wegen, het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden, picknickplaatsen en het aan-brengen van andere oppervlakteverhardingen;
  2. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, het ophogen, egaliseren;
  3. het scheuren van grasland;
  4. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  5. aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, het draineren, het graven en/of verleggen van waterlopen, het winnen, toevoeren, stuwen of afdammen van water;
De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct of indirect, te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel omschreven doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
  
4.5.2 Toegestane werkzaamheden
Het in lid 4.5.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
  1.  werkzaamheden normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
  2. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  3. werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;
  4. waterhuishoudkundige werken waaronder de aanleg van waterbuffers;
  5. werken of werkzaamheden die zijn opgenomen in de ontgrondingsvergunning en de daarbij behorende en door de bevoegde gezagen, waaronder Rijkswaterstaat, goedgekeurde werkplannen en plannen van de eindtoestand, een en ander mits de stabiliteit van de Rijksweg A79 is gewaarborgd;
  6. werken of werkzaamheden welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn, dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, afwijking of anderszins, mogen worden uitgevoerd.