De Zomp ong Oostrum

Mts Weijers te Geijsteren is voornemens om een nieuw melkveebedrijf te vestigen aan ‘de Zomp’ te Oostrum. Het bedrijf dient de continuïteit voor de toekomst te waarborgen. Hiertoe wordt de bestaande melkveehouderij verplaatst van de Maasheseweg te Geijsteren naar de Zomp in Oostrum. De huidige locatie zal benut worden voor de opfok van jongvee. Op de huidige locatie zijn geen mogelijkheden om uit te breiden gezien de beperkte ruimte en ligging in het rivierbed van de Maas. Daarom is actief gezocht naar een nieuwbouwlocatie.

Hiervoor zijn diverse locaties onderzocht. De beste locatie is gevonden aan de Zomp. Omdat deze locatie geen eigendom is van Mts Weijers is deze locatie speciaal voor de toekomstige ontwikkelingen aangekocht. Vanuit het oogpunt van efficiëntie worden alle te melken koeien ondergebracht in één nieuw complex aan de Zomp. Omdat ook richting de verdere toekomst de continuïteit gegarandeerd dient te zijn bedraagt de omvang van de gewenste locatie ca 4 ha zodat nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt kunnen worden

(toekomstperspectief).

De gewenste locatie is gelegen in agrarisch gebied. Er is geen agrarisch bouwvlak aanwezig waardoor een bestemmingsplanprocedure doorlopen moet

worden. Gemeente Venray heeft momenteel een ontwerpbestemmingsplan buitengebied voor een deel klaar. Het projectbesluit voor onderhavig initiatief kan in een herziening van het bestemmingsplan worden meegenomen. Een en ander zal vorm krijgen door het indienen van een aanvraag bouwvergunning inclusief ruimtelijke onderbouwing en inpassingsplan. Conform de nieuwe Wet ruimtelijke ordening welke per 1 juli 2008 in werking is getreden zal een projectbesluitprocedure gevolgd worden. Ten behoeve van deze procedure is een

goede ruimtelijke onderbouwing vereist. Deze wordt samen met de aanvraag bouwvergunning eenmalig door de gemeente ter inzage gelegd.

Ruimtelijke Onderbouwing

Om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen en gevolgen van het betreffende project dient in de ruimtelijke onderbouwing aandacht besteed te worden aan de volgende aspecten:

• 1. Relatie met gemeentelijk-, provinciaal- en rijksbeleid;
• 2. Toelichting planmotivering, -beschrijving en -opzet;
• 3. Ruimtelijke relatie met een uitwerking op de omgeving;
• 4. Groenbeleid;
• 5. Relatie met geldend bestemmingsplan;
• 6. Toetsing aan milieuregelgeving, zoals:

• Geluid;
• Bodem;
• Externe veiligheid;
• Aanwezige bedrijvigheid;
• Luchtkwaliteit;
• Duurzaam ruimte- en energiegebruik;
• Duurzaam bouwen;
• Milieuzonering;
• Eventuele andere milieuaspecten;

• 7. Flora en Fauna wet;
• 8. Archeologie/Monumenten;
• 9. Civieltechnische aspecten, incl. kabels en leidingen;
• 10. Waterparagraaf;
• 11. Economische paragraaf;
• 12. Verkeersaspecten;
• 13. Privaatrechtelijke belemmeringen;

Afhankelijk van de aard en omvang van het project, de mate van ingrijpendheid, de actualiteit van het gemeentelijk ruimtelijk beleid en de relevantie voor het ruimtelijk beleid van de andere overheden, zal de onderbouwing van de verschillende aspecten uitgebreid of minder uitgebreid zijn.