direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Zwarte Klef 43a Venray
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0984.PRB09002-va01

Artikel 3 Wonen

3.1 Omschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. burgerwoningen met de daarbij behorende bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en ander bij de woning passende voorzieningen;
  • b. aan huis gebonden beroep tot een maximum van 70 m², onder de volgende voorwaarde:
    • 1. de primaire woonfunctie (in hoofdgebouw en bijgebouwen) in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate wordt gehandhaafd;
    • 2. detailhandel slechts plaatsvindt voor zover deze beperkt blijft tot verkoop in direct verband met het aan-huis-gebonden beroep;
    • 3. de activiteiten geen zodanige verkeersaantrekkende werking heeft dat als gevolg daarvan extra verkeersmaatregelen - waaronder parkeervoorzieningen - noodzakelijk zijn;

met dien verstande dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.

3.2 Bouwvoorschriften

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen enkel bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende eisen gelden:

  • a. burgerwoningen:
inhoud   max. 875 m³  
goothoogte   max. 4,5 m  
dakhelling   min. 12°  

  • b. bijgebouwen bij de woning
goothoogte   max. 3 m  
dakvorm en -helling   afgestemd op dakvorm en -helling woning  

  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde
  bouwhoogte  
erf- en terreinafscheidingen, achter voorgevelrooilijn   max. 2 m  
erf- en terreinafscheidingen, voor voorgevelrooilijn   max. 1 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   max. 3 m  

  • d. woningen mogen slechts binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • e. bijgebouwen mogen binnen een omtrek van 15 m van de achter- en zijgevels van de woning worden gebouwd, met dien verstande dat voor de voorgevel geen bijgebouwen mogen worden opgericht;
  • f. ondergeschikte bouwdelen zijn wat betreft hoogte, verschijningsvorm en dakvorm uitgezonderd van het gestelde onder artikel 3.2.1;
  • g. bij herbouw dient de afstand van de woning tot aan de as van de weg gelijk te zijn aan de afstand welke aanwezig is ten tijde van de inwerktreding van het projectbesluit;
  • h. in afwijking van het bepaalde onder sub a van dit artikel mag, indien de woning is gelegen in een hoofdgebouw dat groter is dan 875 m³, het gehele hoofdgebouw inpandig worden verbouwd tot woning, onder de voorwaarden dat:
    • 1. het agrarische karakter van het gebouw niet wezenlijk worden aangetast;
    • 2. verbouw in combinatie met herbouw van (een deel van) het hoofdgebouw niet is toegestaan;
    • 3. de uitbreiding van de woonfunctie vanuit milieuhygiënisch oogpunt toelaatbaar is;
  • i. binnen de fundering van de woning en / of het bijgebouw bij de woning is het ondergrond bouwen van menstoegankelijke ruimten ter vergroting van het woongenot toegestaan, mits deze ruimte(n) uitsluitend van binnenuit toegankelijk zijn en geen ruimtelijke uitstraling hebben;
  • j. indien bestaande (voormalige agrarische) (bij)gebouwen worden gesloopt, dan mag een percentage van het gesloopte volume worden teruggebouwd als nieuw bijgebouw, dan wel uitbreiding van de bestaande woning binnen het bouwvlak van de bestemming 'Wonen', volgens de onderstaande tabel:
aantal m³ gebouwen dat gesloopt wordt   maximaal binnen bestemmingsvlak terug te bouwen aantal m³  
tot 250 m³   tot 250 m³ mag 100% worden teruggebouwd  
van 250 tot 1000 m³   70% van het gedeelte dat meer is dan 250 m³ + 250 m³  
van 1000 tot 4000 m³   50% van het gedeelte dat meer is dan 1000 m³ + 775 m³  
meer dan 4000 m³   20% van het gedeelte dat meer is dan 4000 m³ + 2275 m³  

onder de volgende voorwaarden:

    • 1. bouwen volgens bovenstaande regeling is slechts toegestaan ten behoeve van de functie wonen, indien sprake is van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
    • 2. te slopen bedrijfsgebouwen dienen te zijn gelegen buiten het bouwvlak;
    • 3. sloop is alleen toegestaan op eigen terrein, behoudens ontheffing op grond van artikel 3.4 onder c;
    • 4. te slopen gebouwen dienen legaal aanwezig te zijn op het moment van in werkingtreding van dit projectbesluit en mogen niet onder een andere regeling of verzoek vallen;
    • 5. gesloopt dient te worden:
      • alle bovengrondse bedrijfsgebouwen;
      • bijbehorende ondergrondse (kelder-)ruimten;
      • alle aan de bedrijfsgebouwen aangebouwde of onderdeel hiervan uitmakende bouwwerken zoals overstekende kapconstructies, fysieke erfafscheidingen, voederplaten en andere erfverhardingen, waarbij deze bouwwerken niet worden meegerekend bij het te bepalen sloopvolume.
    • 6. een combinatie tussen woninguitbreiding en een groter bijgebouw mag worden toegepast, mits hiervoor voldoende te slopen volume / oppervlak aanwezig is;
    • 7. bij de berekening wordt begonnen met het vullen van de laatste trap en dan naar boven;
    • 8. indien niet alle bestaande (voormalige agrarische) bijgebouwen worden gesloopt, het restant op correcte wijze dient te worden hersteld zodat sprake is van een gebouw dat voldoet aan de gebruikelijke eisen van een gebouw bij een woning.
  • a. de situering, de oppervlakte en de (goot)hoogte van de bebouwing;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. een verantwoorde landschappelijke inpassing van de woning met bijgebouwen;
  • e. het bijdragen aan het behoud en / of versterking van de aanwezige gebiedskwaliteiten.

3.3 Ontheffing van de bouwvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in artikel 3.2.1 sub e van de planregels en toestaan dat bijgebouwen op een grotere afstand dan 15 m van het hoofdgebouw zijn toegestaan, onder de voorwaarde dat de landschappelijke en agrarische waarden ter plaatse niet worden aangetast en de plaatsing van de bijgebouw uit milieuhygiënisch oogpunt toelaatbaar zijn;
  • b. het bepaalde in 3.2.1 onder c en het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met grotere afmetingen, zoals tennisbanen, (paard)rijbakken en / of stapmolens met de bijbehorende voorzieningen toestaan, onder de voorwaarde dat de bouwwerken zorgvuldig worden ingepast, waarbij de inpassing door de erfinrichting, beplanting en / of vormgeving moet bijdragen aan het behoud en / of versterking van de aanwezige gebiedskwaliteiten;
  • c. het bepaalde in 3.2.1 onder j en toestaan dat op een andere locatie dan het eigen terrein wordt gesloopt onder de volgende aanvullende voorwaarden:
    • 1. de totale inhoud van de te slopen gebouwen op dit perceel wordt betrokken in de berekening tot vaststelling van het sloopvolume;
    • 2. op dit perceel worden alleen de te slopen gebouwen in de berekening meegenomoen die op die locatie niet vallen binnen het daar geldende maximale bebouwingsvolume.

3.4 Specifieke gebruiksvoorschriften

Tot een met het besluitvlak strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. elke vorm van detailhandel;
  • c. het gebruik ten behoeve van horecadoeleinden;
  • d. het gebruik of het laten gebruiken van gronden en / of gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een sexinrichting, een escortbedrijf en (straat)prostitutie;
  • e. het gebruik van een burgerwoning en bijbehorende bijgebouwen ten behoeve van een aan-huis-gebonden-bedrijf;
  • f. het splitsen van woningen.