direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Projectbesluit Wittendijkweg
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.PJB10042WITTW-VA01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, in de vorm van vijstaande woningen;
  • b. aan huis verbonden beroepen;
  • c. tuinen en erven;
  • d. waterhberging op eigen terrein
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd tot maximaal 25 uit de voorzijde van de perceelsgrens;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte'is bepaald.
  • c. hoofdgebouwen worden uitgevoerd in maximaal 1,5 bouwlaag met een kap met een dakhelling zoals ter plaatse van de aanduiding 'minimale dakhelling' en 'maximale dakhelling' is bepaald
  • d. hoofdgebouwen hebben een maximale inhoud van 900m3 en een maximale oppervlakte van 150m2
  • e. de voorgevelbreedte bedraagt maximaal 9 meter
3.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd met een maximale oppervlakte van 150m2
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden uitgevoerd in maximaal 1,5 bouwlaag met een kap met een dakhelling zoals ter plaatse van de aanduiding 'minimale dakhelling' en 'maximale dakhelling' is bepaald
3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal:
    • 1. van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Ontheffing van de bouwregels
3.4.1 Gebouwen vóór de voorgevel

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 3.2.3, onder a, voor het bouwen van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw.
3.4.2 Voorwaarden ontheffing

Ontheffing als bedoeld in lid 3.4.1 en kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. het straat- en bebouwingsbeeld.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Parkeren [Vaak wordt deze bepaling in RvR-plannen opgenomen]

Voor het parkeren gelden de volgende regels:

  • a. per bouwperceel dienen twee parkeerplaatsen op eigen terrein te worden gerealiseerd;
  • b. de oppervlakte van een parkeerplaats bedraagt ten minste 12,5 m²;
  • c. een garage wordt niet meegeteld bij de bepaling van het aantal parkeerplaatsen.
3.5.2 Aan huis verbonden beroep

Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte bedraagt maximaal 25 % van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing.
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
  • d. de activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving;
  • e. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner;
  • f. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet onevenredig worden geschaad.
3.5.3 Gebruik van bijgebouwen voor bewoning

Het is verboden:

  • a. bijgebouwen bij een woning te gebruiken of te laten gebruiken als zelfstandige woningen en als afhankelijke woonruimte;
  • b. gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken ten behoeve van een seksinrichting.
3.5.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.5.3, onder a, en toestaan dat een bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijk woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is van uit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. het gebruik als afhankelijke woonruimte uitsluitend plaatsvindt in één of in meer aaneengebouwde bijgebouwen;
  • c. de oppervlakte die wordt gebruikt als afhankelijk woonruimte, niet meer bedraagt dan de maximaal toegestane gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen tot een maximum van 100 m²;
  • d. de belangen van derden niet onevenredig worden aangetast.