Plan: | Natuurrealisatie Kraijelheide |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0983.BPL2012001KRAIJEL-VA01 |
Toetsing van de wijzigingsvoorwaarden leidt tot de volgende afwegingen:
Uit de wijzigingskaart bij dit plan is te zien dat alle gronden zijn bestemd voor Bos dan wel Natuur. Aan deze voorwaarde wordt voldaan. Zie ook overzichtstabel in Bijlage 2.
Alle percelen die deel uitmaken van dit wijzigingsplan zijn voorzien van ofwel de aanduiding Ecologische Hoofdstructuur, ofwel de aanduiding Robuuste landbouw en natuur. Aan deze voorwaarde wordt dan ook voldaan. Zie ook overzichtstabel in Bijlage 2.
De voorwaarde beëindiging agrarische activiteit hangt nauw samen met de voorwaarde dat natuurontwikkeling zal plaatsvinden. Immers, als gevolg van de natuurontwikkeling, zal de agrarische activiteit in alle gevallen moeten worden beëindigd voor zover dit nog niet het geval is. Gelet op de beoogde inrichting van alle percelen, is voortzetting van de agrarische activiteit niet aan de orde. Dit wordt bovendien gewaarborgd doordat de aanduiding robuuste landbouw en natuur niet meer terugkomt op de wijzigingskaart. Een combinatiefunctie met agrarisch en natuur is dan ook niet meer aan de orde, nu de bestemmingen waarin wijziging plaatsvindt, geen agrarische activiteit toestaan. Aan deze voorwaarde wordt voldaan.
Aan dit wijzigingsplan ligt een natuurinrichtingsplan ten grondslag. Uit dit plan blijkt welke natuurinrichting per perceel is beoogd. Er zijn vier typen inrichtingen: bos, heide/heischraal grasland, kruidenrijk grasland en natuurakker. Gelet op de gemaakte afspraken en de beoogde intenties wordt ook aan deze voorwaarde voldaan.
Op basis van het vigerende bestemmingsplan moet rekening worden gehouden met ter plaatse geldende waarden / belangen, zoals:
De regelingen die in het vigerende bestemmingsplan zijn opgenomen ter bescherming van bovengenoemde waarden en belangen blijven van toepassing. Deze worden dan ook één op één overgenomen in het wijzigingsplan.
Op basis van een inventarisatie van de inrichtingsmaatregelen blijkt dat de genoemde waarden en belangen niet leidt tot een vergunningplicht voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden.
Dit wijzigingsplan is gebaseerd op de wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen in artikel 37 lid 1 onder e van het bestemmingsplan Buitengebied Venlo. In paragraaf 4.2 is getoetst of aan de voorwaarden uit de wijzigingsbevoegdheid is voldaan. Uit de toetsing blijkt dat voor alle in dit wijzigingsplan betrokken percelen aan de wijzigingsvoorwaarden wordt voldaan.