direct naar inhoud van Artikel 3 Sport
Plan: Leisure Center Belfeld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2011010LCB-VA01

Artikel 3 Sport

3.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van indoor sportactiviteiten in de vorm van een tennishal, squash, fitness en sportzalen met in totaal een maximum bebouwde oppervlakte van 4.550 m2;
  • b. maximaal 2 buitentennisbanen;
  • c. recreatieve voorzieningen in de vorm van een bowlingbaan en laser shooting met in totaal een maximum oppervlakte van 2.650 m2;
  • d. wellnessvoorzieningen in de vorm van onder andere een solarium, whirlpool, sauna, zwembad en schoonheidssalon, een fysiotherapievoorziening met massagegelegenheid met in totaal een maximum oppervlakte van 920 m2;
  • e. horecavoorzieningen in de vorm van uitsluitend horeca categorie 1, 2 en 3, met dien verstande dat een zalencentrum eveneens is toegestaan, met in totaal een maximale oppervlakte van 1400 m².
  • f. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
  • g. een parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'.

met daaraan ondergeschikt en dienstbaar aan:

  • h. kantoren, kantine en kleedlokaal.

met daarbij behorende:

  • i. wegen en paden;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. tuin, voorzover het de bedrijfswoning betreft.

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de aanwijzingen op de verbeelding alsmede de volgende bepalingen:

3.2.1 Algemeen
  • a. Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het aangegeven bouwvlak;
  • b. De afstand van gebouwen tot de perceelsgrens moet ten minste 5 meter bedragen.

3.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. Voor bedrijfsgebouwen mag de maximale goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

3.2.3 Bedrijfswoning
  • a. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan één bedragen;
  • b. de bedrijfswoning dient te worden afgedekt met een plat dak;
  • c. de bouwhoogte van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • d. de afstand van de bedrijfswoning tot zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • e. de inhoud van de bovengrondse delen van de bedrijfswoning mag niet meer dan 1550 m³ bedragen;
  • f. de inhoud van de ondergrondse delen van de bedrijfswoning mag niet meer dan 1250 m³ bedragen;
  • g. de goothoogte van bijgebouwen, behorende tot de bedrijfswoning, mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • h. de bouwhoogte van bijgebouwen, behorende tot de bedrijfswoning, mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning;
  • i. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen, behorende tot de bedrijfswoning, mag niet meer dan 100 m² bedragen;
  • j. de afstand van de bijgebouwen, behorende tot de bedrijfswoning, tot de voorgevellijn van de bedrijfswoning, danwel het verlengde daarvan, mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • k. de woning mag in zijn geheel worden onderkelderd;
  • l. de diepte van ondergrondse bouwdelen mag niet meer bedragen dan 3,5 meter onder peil;

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 10 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' ten hoogste 5 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen en voor zover gelegen voor de voorgevel of het verlengde daarvan, maximaal 1 meter;
  • c. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3 meter bedragen, met dien verstande dat er slechts 1 overkapping per bouwperceel mag worden gerealiseerd, met een maximale oppervlakte van 30 m². De overkapping dient te worden opgericht op minimaal 3 meter achter de naar de weg gekeerde gevel;
  • d. de hoogte van buitenopslag mag ten hoogste 4 meter bedragen;
  • e. op de gronden gelegen voor de naar de weg gekeerde gevel mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erf- of perceelsafscheidingen met een maximale hoogte van 1 meter.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding;
  • f. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing en/of oppervlakteverharding.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 met betrekking tot de genoemde maximale oppervlakten voor een vergroting tot maximaal 20% van de genoemde oppervlakten, mits:

  • a. het bouwvlak niet wordt vergroot;
  • b. de verkeersaantrekkende werking door de afwijking niet wordt vergroot;
  • c. geen aanvullende parkeervoorzieningen ten gevolge van de afwijking noodzakelijk zijn.

3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Voorwaardelijke gebruiksbepaling landschappelijke inpassing
  • a. het is niet toegestaan de gronden te gebruiken conform de functies als genoemd onder 3.1, indien de landschappelijke inpassing, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels niet binnen 3 maanden na gereedkoming van de bebouwing en van het parkeerterrein is gerealiseerd, voorts duurzaam in stand wordt gehouden en wordt onderhouden;
  • b. van de uitvoering van de landschappelijke inpassing conform de weergave in bijlage 1 kan slechts met instemming van de gemeente Venlo worden afgeweken.

3.5.2 Voorwaardelijke gebruiksbepaling parkeren
  • a. het is niet toegestaan de gronden te gebruiken conform de functies als genoemd onder 3.1, indien door middel van een parkeeronderzoek feitelijk is aangetoond dat het aantal gerealiseerde parkeerplaatsen (minimaal 272) niet volstaat om de parkeerbehoefte van de voorzieningen als bedoeld in artikel 3.1 op eigen terrein op te kunnen vangen.
  • b. Het verbod als bedoeld onder a wordt opgeheven door het realiseren van aanvullende parkeerplaatsen, al naar gelang de door middel van een parkeeronderzoek aangetoonde behoefte.
  • c. Indien aanvullende parkeerplaatsen dienen te worden gerealiseerd, mogen deze worden aangelegd buiten de voor 'parkeren' aangewezen gronden, al dan niet binnen de aanduiding 'bedrijfswoning'.

3.5.3 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. detailhandel;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. opslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn;
  • d. permanente bewoning, met uitzondering van wonen in de bedrijfswoning;
  • e. discotheek/dancing.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Uitbreiding gebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het in het plan opgenomen bouwvlak te vergroten ten behoeve van de uitbreiding van de functies zoals vermeld onder als 3.1.

3.6.2 Wijzigingsvoorwaarden

Van de onder 3.6.1 genoemde bevoegdheid mag slechts worden gebruik gemaakt indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de uitbreiding van het bouwvlak mag de gehele oppervlakte zoals aangegeven als 'wro zone - wijzigingsgebied' beslaan;
  • b. uit een bodemonderzoek of de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Venlo is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
  • c. er geen belemmeringen zijn in het kader van de externe veiligheid of de luchtkwaliteit;
  • d. er wordt voldaan aan de parkeernormen van de gemeente Venlo, waarbij tevens de parkeerbehoefte voor de bestaande situatie gewaarborgd wordt;
  • e. de ontsluitingsstructuur op de Beekweg dient geen belemmeringen op te leveren in het kader van de veiligheid bij calamiteiten. Hiertoe dient de brandweer te worden gehoord;
  • f. er wordt voorzien in afdoende maatregelen ter voorkoming van problematiek met hemelwater;
  • g. voor het overige zijn de regels zoals aangegeven in 3.2, 3.3 en 3.5 van toepassing, met dien verstande dat de maximale goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 13,5 meter.