direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: De Vilgert 40-40A te Velden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2010002VILGERT-VA01

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
  • a. Afstand tot de bouwperceelsgrens:
    Tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
  • b. Afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:
    De kortste afstand van enig punt van een gebouw, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, tot de (zijdelingse) perceelsscheiding van het bouwperceel;
  • c. Bouwhoogte van een bouwwerk:
    Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
  • d. Dakhelling:
    Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
  • e. Goothoogte van een bouwwerk:
    Vanaf het peil tot de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
  • f. Horizontale diepte van een bouwwerk:
    Tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voorgevel en de achtergevel.
  • g. Inhoud van een bouwwerk:
    Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/ of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
  • h. Ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
    Vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
  • i. Oppervlakte van een bouwwerk:
    Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- en/of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m1 bedraagt.

2.3 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de analoge kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld,