direct naar inhoud van Artikel 27 Waarde - Ecologie
Plan: Stadsdeel Blerick
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009018SDBLERCK-VA01

Artikel 27 Waarde - Ecologie

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waarde - Ecologie ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het ontwikkelen en instandhouden van de landschaps- en natuurwaarden.

27.2 Bouwregels
27.2.1 Bouwen

Er mag slechts worden gebouwd indien en voor zo ver de landschaps- en natuurwaarden niet worden aangetast

27.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.3.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden op of in gronden welke zijn bestemd als van ' Waarde - Ecologie ' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
  • f. andere-werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.

27.3.2 Toegestane werkzaamheden

Het verbod als bedoeld in lid 27.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.

27.3.3 Afwegingskader

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 27.3.1 dient te worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.