direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer - Railverkeer
Plan: Stadsdeel Blerick
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009018SDBLERCK-VA01

Artikel 15 Verkeer - Railverkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Verkeer - Railverkeer ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegvoorzieningen;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  • c. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • d. voorzieningen van algemeen nut;
  • e. geluidwerende voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • f. bermen en beplanting;
  • g. straatmeubilair;

met de daarbijbehorende:

  • h. voorzieningen van algemeen nut.

15.2 Bouwregels

Op de voor ' Verkeer - Railverkeer ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

15.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. er mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van spoorwegvoorzieningen en voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 15 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.

15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte van:
    • 1. palen en masten maximaal 10 m bedragen vanaf bovenkant spoorstaaf;
    • 2. lichtmasten maximaal 12 m bedragen;
    • 3. een antenne-installatie maximaal 15 m bedragen.

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van een goede milieusituatie;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding;
  • g. met betrekking tot de in het kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/of aan te brengen oppervlakteverharding.

15.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gebouwen en gronden voor:

  • a. standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste en vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.