direct naar inhoud van Artikel 11 Natuur
Plan: Stadsdeel Blerick
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009018SDBLERCK-VA01

Artikel 11 Natuur

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuurlijke, landschappelijke en/of aardkundige waarden;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  • c. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. agrarisch medegebruik;
  • e. recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • f. observatieposten;
  • g. infrastructurele voorzieningen;
  • h. voorzieningen van algemeen nut.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 1 m bedragen, met uitzondering van:
    • 1. speeltoestellen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen;
    • 3. observatieposten, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 8 m mag bedragen.

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van een goede milieusituatie;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • g. met betrekking tot de in het kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/of aan te brengen oppervlakteverharding.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gebouwen en gronden voor:

  • a. standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste en vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

11.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ' Natuur' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. bodemverlagen of afgraven, ophogen, egaliseren dan wel anderszins aanbrengen van wijzigingen in het maaiveld;
  • b. het aanplanten van bomen en/of houtgewas;
  • c. aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van verharde of halfverharde wegen en paden;
  • e. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen;
  • g. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • h. het vellen en rooien van houtgewas.

11.5.2 Toegestane werkzaamheden

Het in lid 11.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

11.5.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.5.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de natuur- en landschappelijke waarden van de gronden ontstaan of kunnen ontstaan en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.