Plan: | Hakkesstraat-Hendrikkenhofstraat Venlo |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0983.BP202002ALBERTUSH-ON01 |
het bestemmingsplan Hakkesstraat-Hendrikkenhofstraat Venlo met identificatienummer NL.IMRO.0983.BP202002ALBERTUSH-ON01 (SVBP2012) van de gemeente Venlo.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een aan een hoofdgebouw vastgebouwd gebouw, dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in directe verbinding staat met het hoofdgebouw;
Het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met overwegend behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel;
Het door de bewoner van de woning beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen beroep dat door zijn omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met overwegend behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Hieronder dienen niet te worden begrepen de uitoefening van consumentverzorgende ambachtelijk bedrijfsactiviteiten noch detailhandel;
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbijbehorende bevestigingsconstructie;
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten in het verleden;
Onderzoek naar archeologische waarden uitgevoerd conform de vigerende Kwaliteitsnorm voor Nederlandse Archeologie;
Een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen niet daaronder begrepen;
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, uitsluitend bedoeld voor (het huishouden van) één of meerdere persoon/personen, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.
Een bouwlaag geen verdieping zijnde;
De als zodanig aangegeven bebouwing, welke bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel op dat tijdstip op basis van een afgegeven omgevingsvergunning voor het bouwen mag worden gebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.
Gebruik van gronden en bouwwerken, zoals dat bestaat ten tijde van inwerkingtreding van dit plan.
De grens van een bestemmingsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
De grens van een bouwvlak;
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, dakopbouw of setback;
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
De grens van een bouwperceel;
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolgde de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
Een gebouw behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw;
Woonvormen, met uitzondering van reguliere huisvesting.
Voorzieningen welke ten dienste staan aan de internationale werknemers, zoals een receptiegebouw, multifunctionele ontmoetingsruimte bijvoorbeeld ten behoeve van taalonderwijs, fitnessruimte, wasserette.
Een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
Het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak.
Vrijetijdsbesteding die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, trimmen, fietsen.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
Een herdenkingspark biedt nabestaanden de gelegenheid om in een natuurlijke, parkachtige omgeving een boom te laten planten voor een overleden dierbare of een urn te laten bijzetten in een ingetogen kunstobject, zonder dat er sprake is van een 'kerkhof-uitstraling'.
Wanneer een klinische patiënt ontslagen wordt uit het ziekenhuis maar niet met thuiszorg naar huis kan, kan deze patiënt in aanmerking komen voor herstelzorg. Herstelzorg vindt plaats in een zorginstantie waar 24 uur per dag iemand aanwezig is om de benodigde zorg te verlenen; het verblijf voor de duur van maximaal 6 weken is bedoeld om verder te herstellen/aan te sterken en daarna weer naar het eigen huis terug te keren.
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
Iemand die bij aanvang van de tijdelijke huisvesting moet worden aangemerkt als iemand van buiten Nederland, die zijn land, streek, stad verlaat vaak voor een beperkte duur om elders (beter betaald) werk te vinden.
De in de Bedrijvenlijst Woongebied genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met overwegend behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
Ingetogen sculptuur of een plastiek waarin urnen kunnen worden bewaard en welke tot doel hebben om te herinneren.
Visie en bijbehorende doelstellingen die aangeven hoe een gebied er in de toekomst in grote lijnen uit zou moeten zien en landschappelijk vormgegeven zou moeten worden.
De lijst van bedrijven bevat basisinformatie voor milieuzonering, en is opgenomen in de bijlage behorende bij deze regels.
Het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd/kinder-opvang, onderwijs, religie, uitvaart/begraafplaats, bibliotheken, openbare dienstverlening, verenigingsleven.
Overbruggingszorg is de zorg die wordt ontvangen in afwachting van een plek in een zorginstelling.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, daaronder begrepen een carport;
Een al of niet overdekte, op straat aanwezige dan wel met een straat in open verbinding staande ruimte, die gelet op de ligging en de ontsluiting geschikt is om te worden gebruikt voor het parkeren van motorvoertuigen.
Het gebruiken van een gebouw als hoofdverblijf, zijnde de vaste woon- en verblijfplaats, waarbij de woning voor de bewoners het reële hoofdverblijf vormt en derhalve niet een adres is waar men tijdelijk verblijft.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding, daaronder begrepen straatprostitutie;
Alternatieve vorm van lijkbezorging naast begraven en cremeren. Een uitvaart waarbij gekozen wordt voor resomeren is tot het moment waarop de overledene aan het zicht wordt onttrokken gelijk aan een begrafenis of crematie. De overledene wordt vervolgens in een resomeerinstallatie geplaatst. Bij alkalische hydrolyse (resomeren) worden onder invloed van alkali (natronloog) en water de chemische verbindingen verbroken, waardoor een stoffelijk overschot tot 3% van zijn oorspronkelijke gewicht wordt gereduceerd.
De kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte, voor zover nader beschreven in de toelichting op dit plan;
De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
De groep internationale werknemers die (nog) niet de intentie heeft om voor een langere tijd te blijven. Hieronder vallen ook personen die herhaaldelijk terugkomen met dezelfde intentie. Deze groep heeft behoefte aan een tijdelijk woonvoorziening en kan daarvoor niet terugvallen op de reguliere woningmarkt. De leeftijd van een short-stay internationale werknemer is minimaal 18 jaar. De short-stay huisvesting is niet geschikt voor gezinnen met kinderen jonger dan 18 jaar.
Het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n), voor zover nader beschreven in de toelichting op dit plan en/of voor zover nader aangegeven;
Stichting Normering Flexwonen beheert de registers van ondernemingen die aan de norm voor huisvesting van internationale werknemers voldoen en onderhoudt deze normen. Organisaties die huisvesting voor internationale werknemers aanbieden kunnen een certificaat van de Stichting Normering Flexwonen behalen. Hiervoor dienen zij te voldoen aan de norm voor huisvesting van internationale werknemers. Huisvestingslocaties van de organisaties die zich aanmelden bij de Stichting Normering Flexwonen worden jaarlijks gecontroleerd. Voldoet de huisvesting niet, en worden zaken niet snel hersteld, dan wordt de aanbieder van huisvesting uit het register van de Stichting Normering Flexwonen geschreven.
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
Wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie, railverkeer, luchtverkeer, voet- en rijwielpaden, parkeervoorzieningen, bermen en beplanting en/of straatmeubilair;
De diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer;
Een of meer gevel(s) van een gebouw die is / zijn gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant(en) van een gebouw vorm(t)(en);
De naar de weg of het openbaar gebied gekeerde bouwgrens;
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
Een bijgebouw, dat in functionele en bouwkundige zin ondergeschikt is aan en qua constructie en in ruimtelijk visueel opzicht vrij staat van het hoofdgebouw of daarmee slechts verbonden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming;
Een voor het rij- en ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden;
Indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
Een tot bewoning bestemd gebouw dat blijvend is bestemd voor tijdelijke bewoning door maximaal 4 short-stay-internationale werknemers per wooneenheid.
Gronden gelegen tussen een zijgevel van het hoofdgebouw en de zijdelingse niet aan een weg grenzende bouwperceelgrens.
Een gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de voor- of achtergevel.
Tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor ‘Bos’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepalingen:
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1 m bedragen, met uitzondering van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag bouwwerken geen gebouwen zijnde op te richten.
Het bepaalde in artikel 3.3.1 is niet van toepassing op werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien op basis van een ecologisch onderzoeksrapport naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld dat geen beschermde planten- en diersoorten door de realisatie van het bouwwerk kunnen worden verstoord.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Bos' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 3.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.5.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de landschappelijke waarden van de gronden ontstaan of kunnen ontstaan.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gebouwen en de gronden voor:
Onder strijdig gebruik met de bestemmingen wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en/of bouwwerken conform de betreffende bestemming indien niet voldaan is aan de voorwaarden ten aanzien van de realisatie en instandhouding van de landschappelijke integratie zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze bestemmingsplanregels, met dien verstande dat herplant van 3750 m2 bos, welke onderdeel uitmaakt van het landschapsintegratieplan, gerealiseerd dient te zijn op 31 december 2022.
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepalingen:
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 1 m bedragen, met uitzondering van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag bouwwerken geen gebouwen zijnde op te richten.
Het bepaalde in artikel 4.3.1 is niet van toepassing op werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien op basis van een ecologisch onderzoeksrapport naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld dat geen beschermde planten- en diersoorten door de realisatie van het bouwwerk kunnen worden verstoord.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gebouwen en de gronden voor:
Onder strijdig gebruik met de bestemmingen wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en/of bouwwerken conform de betreffende bestemming indien niet voldaan is aan de voorwaarden ten aanzien van de realisatie en instandhouding van de landschappelijke integratie zoals opgenomen als bijlage 1 bij deze bestemmingsplanregels, met dien verstande dat herplant van 3750 m2 bos, welke onderdeel uitmaakt van het landschapsintegratieplan, gerealiseerd dient te zijn op 31 december 2022.
De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde op te richten.
Het bepaalde in artikel 5.3.1 is niet van toepassing op werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.
De werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien op basis van een nader ecologisch onderzoeksrapport naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld dat geen beschermde planten- en diersoorten door de realisatie van het bouwwerk kunnen worden verstoord.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de ontsluitingen en de bebouwing:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gebouwen en gronden voor:
Onder strijdig gebruik met de bestemmingen wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en/of bouwwerken conform de betreffende bestemming indien niet voldaan is aan de voorwaarden ten aanzien van de realisatie en instandhouding van de landschappelijke integratie zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze bestemmingsplanregels, met dien verstande dat herplant van 3750 m2 bos, welke onderdeel uitmaakt van het landschapsintegratieplan, gerealiseerd dient te zijn op 31 december 2022.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels ten behoeve van een andere maatschappelijke voorziening dan genoemd onder 5.1, ten behoeve van de volgende functies:
onder de voorwaarden dat:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuw gebouw, wordt uitsluitend verleend indien:
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de ontsluitingen en de bebouwing:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde op te richten.
Het bepaalde in artikel 6.4.1 is niet van toepassing op werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Onder strijdig gebruik met de bestemmingen wordt in ieder geval verstaan het (laten) gebruiken van gronden en/of bouwwerken conform de betreffende bestemming indien niet voldaan is aan de voorwaarden ten aanzien van de realisatie en instandhouding van de landschappelijke integratie zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze bestemmingsplanregels, met dien verstande dat herplant van 3750 m2 bos, welke onderdeel uitmaakt van het landschapsintegratieplan, gerealiseerd dient te zijn op 31 december 2022.
Met betrekking tot de huisvesting van internationale werknemers gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning kan, na verstrijken van de termijn van 10 jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan, worden afgeweken van de regels ten behoeve van het gebruik voor bijzondere woonvormen, onder de voorwaarden dat:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuw gebouw, wordt uitsluitend verleend indien op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. Voldoende parkeergelegenheid betekent dat voor wat betreft de huisvesting van internationale werknemers in ieder geval wordt voldaan aan het gemiddelde van de normen die zijn neergelegd in de CROW publicatie 381 voor 'Kamerverhuur, zelfstandig (niet-studenten)' en 'Kamerverhuur studenten (niet-zelfstandig). Indien de normen gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1 mag niet worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen en/of bouwwerken die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan dan wel mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken dient:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de bestemmingen 'Waarde - Archeologie 1' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen of te laten uitvoeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 alleen indien door de in lid 7.4.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden, belangen en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 op of in gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' legt een archeologisch onderzoeksrapport over waarin de archeologische waarden van de gronden, die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld, tenzij op voorhand door het bevoegd gezag is vastgesteld dat het belang van de archeologie niet onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk vervalt, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1 mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de bestemmingen 'Waarde - Archeologie 2' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen of te laten uitvoeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 alleen indien door de in lid 8.4.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, dan wel door de gevolgen daarvan, hetzij direct, hetzij indirect de waarden, belangen en/of functies die het plan beoogt te beschermen, niet blijvend onevenredige of niet onevenredig kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
De aanvrager van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 op of in gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' legt een archeologisch onderzoeksrapport over waarin de archeologische waarden van de gronden, die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld, tenzij op voorhand door het bevoegd gezag is vastgesteld dat het belang van de archeologie niet onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk vervalt, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de cultuurhistorisch waardevolle objecten.
Het is pas toegestaan om een bouwwerk (deels) te slopen indien van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk is verkregen. Dit ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen.
De omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk wordt verleend, indien is gebleken dat de in artikel 9.2.1 genoemde werken en werkzaamheden:
Om de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het (gedeeltelijk) slopen van een bouwwerk goed te kunnen beoordelen is een motivatie nodig waarom deze sloop gewenst is en waarom dit verantwoord is ten opzichte van de cultuurhistorische waarden welke verloren gaan.
Aan de omgevingsvergunning voor het (ver)bouwen binnen de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden.
Van de vergunningplicht als omschreven in artikel 9.2.1 is normaal onderhoudswerk uitgezonderd.
Het is pas toegestaan om bodemingrepen en overige werkzaamheden uit te voeren ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' indien van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verkregen. Dit ongeacht het bepaalde in de regels bij andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen.
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend indien is gebleken dat de in artikel 9.3.1 genoemde bodemingrepen:
Om de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden goed te kunnen beoordelen is een motivatie nodig waarom het uitvoeren van de bodemingreep gewenst is en dit verantwoord is ten opzichte van de cultuurhistorische waarden die verloren gaan.
Aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden.
Van de vergunningplicht als omschreven in artikel 9.3.1 is uitgezonderd:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de gebieden waar de dubbelbestemming als genoemd in artikel 9 te veranderen en/of te verwijderen indien dat op basis van nader verkregen (cultuurhistorische) kennis wenselijk is.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden, het woon- en leefklimaat, de stedenbouwkundige kwaliteit, de beeldkwaliteit, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de brandveiligheid en rampenbestrijding van de aangrenzende gronden en bouwwerken, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Hakkesstraat-Hendrikkenhofstraat Venlo.