direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Hoeve "de Achterste Kockerse" Boekend
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BP20125HOEVEKOCK-VA01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding middelhoge/hoge archeologische verwachting, een middelhoge/hoge archeologische verwachting;
  • c. ter plaatse van de aanduiding robuuste landbouw en natuur, een gebied met robuuste landbouw en natuur;
  • d. de uitoefening van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in hoofdgebouw en bijgebouw(en) maximaal categorie 1 of 2 van de limitatieve Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 40% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijgebouwen bedraagt, met een maximum van 50 m2 en de activiteiten door de bewoners van het hoofdgebouw zelf worden uitgeoefend;
  • e. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en het stedenbouwkundig beeld ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - gemeentelijk monument';
  • f. kleinschalig kamperen op of aansluitend aan het bouwvlak met maximaal 25 standplaatsen in de periode van 15 maart t/m 31 oktober, indien de gronden op de verbeelding aangewezen zijn als 'robuuste landbouw en natuur' en 'grondgebonden landbouw';
  • g. één paardenbak per bouwvlak;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de aanwijzingen op de verbeelding alsmede de volgende bepalingen:

6.2.1 Algemeen

Hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.

6.2.2 Hoofdgebouw
  • a. De inhoud van de woning mag maximaal 900 m³ bedragen, met uitzondering van bestaande langgevelboerderijen waarbij de bestaande inhoud maximaal is toegestaan en met dien verstande dat de kelder onder een woning niet bij de inhoudsmaat wordt meegerekend.
  • b. De afstand tot de perceelsgrenzen moet ten minste 5 meter bedragen, tenzij het een woningscheidende zijgevel betreft.
  • c. Per bouwvlak is één woning toegestaan.
  • d. De goothoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 2,8 meter. De maximale nokhoogte bedraagt 8,8 meter.
  • e. Woningen dienen met een kap te worden afgedicht.
  • f. De bestaande legale situering van de woning ten opzichte van de weg is toegestaan.

6.2.3 Bijbehorende bouwwerken
  • a. De bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand tot de perceelsgrenzen van tenminste 5 meter.
  • b. De goot- en nokhoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 meter respectievelijk 8,8 meter bedragen.
  • c. Bijbehorende bouwwerken mogen met een plat dak worden afgedicht.

6.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. Op de gronden gelegen achter de gevellijn mag de hoogte maximaal 3 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen.
  • b. Op de gronden gelegen voor de gevellijn mag niet worden gebouwd.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing en/of oppervlakteverharding;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

6.4 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

6.4.1 Afstand tot de perceelsgrens

het bepaalde in 6.2.2 en 6.2.3 voor het bouwen van gebouwen op een kortere afstand tot de perceelsgrens, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. Als gevolg van de afwijking de bestaande natuur-, cultuurhistorische en/of landschapswaarden niet onevenredig worden aangetast. de
  • b. De afwijking is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
  • c. De afwijking leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuomgeving.

6.4.2 Sloop (bedrijfs)gebouwen

herbouw van gesloopte (bedrijfs)gebouwen is mogelijk, mits:

  • a. Na sloop van oude (bedrijfs)gebouwen maximaal 20% van de gesloopte oppervlakte mag worden teruggebouwd.
  • b. De maximale oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 290 m2 na sloop.

 

6.4.3 Bouwen buiten bouwvlak

het bepaalde in artikel 6.2.1 voor het maximaal 10% van het hoofdgebouw of bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak te bouwen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. Het bepaalde in 6.2.2 en 6.2.3 blijft van kracht.
  • b. Cultuurhistorische waarden worden niet onevenredig aangetast.
  • c. Er sprake is van een akoestische, cultuurhistorische en/of stedenbouwkundige verbetering.
  • d. Herbouw vindt plaats op het desbetreffende perceel.
  • e. Herbouw buiten de bestaande fundering is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
  • f. Het landelijke karakter van het gebied wordt niet onevenredig aangetast.
  • g. De nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuomgeving.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. detailhandel;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
  • d. wonen in een bijgebouw.