direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden
Plan: Hoeve "de Achterste Kockerse" Boekend
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BP20125HOEVEKOCK-VA01

Artikel 3 Agrarisch met waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch gebruik;
  • b. ter plaatse van de aanduiding middelhoge/hoge archeologische verwachting, een middelhoge/hoge archeologische verwachting;
  • c. ter plaatse van de aanduiding robuuste landbouw en natuur, een gebied met robuuste landbouw en natuur;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom', de bescherming en instandhouding van de monumentale boom;
  • e. instandhouding, herstel en ontwikkeling van de aanwezige abiotische, natuurlijke, archeologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  • f. tuinen, indien de gronden direct aansluitend aan een bouwvlak zijn gelegen;
  • g. instandhouding van het oppervlaktewater;
  • h. extensief recreatief medegebruik;
  • i. waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Schuilgelegenheden

Voor het bouwen van schuilgelegenheden gelden de volgende bepalingen:

  • a. De hoogte van schuilgelegenheden mag maximaal 3 meter bedragen.
  • b. De oppervlakte van schuilgelegenheden mag maximaal 25 m² bedragen.
  • c. Per kadastraal perceel, met een minimale oppervlakte van 0,5 hectare mag maximaal één schuilgelegenheid worden opgericht.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. De maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 2 meter, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen waarvan de maximale hoogte 1,5 meter bedraagt.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing en/of oppervlakteverharding;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

 

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. wonen;
  • b. detailhandel;
  • c. kamperen;
  • d. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
  • e. paardenbakken;
  • f. het aanleggen van containervelden op verharde ondergrond;
  • g. het aanleggen van containervelden via omkeerbare voorzieningen behoudens tot een maximum van 4 ha aansluitend aan het bouwvlak.

3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of van werkzaamheden
3.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden, met uitzondering binnen het bouwvlak, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de gronden bedoeld in dit artikel in ieder geval het aanleggen van containervelden via omkeerbare voorzieningen tot maximaal 4 hectare aansluitend aan het bouwvlak voor een agrarisch bedrijf en/of de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:

a Bufferzone verdroging
  • 1. bodem: afgraven, ophogen, vergraven, diepploegen, egaliseren;
  • 2. waterhuishouding: draineren, onderbemalen, dempen sloten, dempen poelen;
  • 3. infrastructuur: verharden oppervlakte;

b Middelhoge en hoge archeologische verwachting

terrein met een middelhoge archeologische waarde, terrein met een hoge archeologische waarde, terrein met een zeer hoge archelogische verwachtingswaarde

  • 1. bodem: afgraven, ophogen, vergraven, diepploegen, indrijven, rooien;
  • 2. waterhuishouding: draineren, onderbemalen, graven sloten;
  • 3. infrastructuur: aanleg leidingen.

c Steilrand
  • 1. waterhuishouding: draineren, onderbemalen, graven sloten;
  • 2. beplantingen: rooien bomen, planten bomen.

d Struwelen
  • 1. beplantingen: rooien houtgewas, omzetten van grasland naar bouwland, omzetten van grasland naar boomteelt;
  • 2. teeltondersteunende voorzieningen.

e Monumentale boom

Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom'

  • 1. het rooien van bomen, niet behorende tot het normale onderhoud, anders dan nodig is voor uitvoering van een rechtsgeldige omgevingsvergunning;
  • 2. het verwijderen, wijzigen en/of aanleggen van de verharding c.q. bestrating;
  • 3. het afgraven en/of ophogen van gronden;
  • 4. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse leidingen.

3.5.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van 3.5.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. werken en/of werkzaamheden die niet dieper gaan dan 0,4 meter beneden maaiveld;
  • b. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

3.5.3 Toelaatbaarheid werken of werkzaamheden

Werken of werkzaamheden als bedoeld in 3.5.2 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. deze verband houden met de omschrijving, die aan de desbetreffende bestemming is toegekend;
  • b. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, bosbouwkundige en/of landbouwkundige waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.