direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Centrum Venlo
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BP201227CENTRVENLO-VA02

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Maatschappelijk ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, met dien verstande dat is toegestaan:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bibliotheek', een bibliotheek;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', een kantoor;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'museum', een museum;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs';
    • 5. ter plaatse van de aanduiding 'religie', religie, kerk en kapellen;
    • 6. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling', een zorginstelling;
    • 7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - openbaar', het stadhuis;
    • 8. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - daklozenopvang', een daklozen opvang, inclusief museale activiteiten en daaraan ondergeschikte kantoren;
    • 9. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - jongerencentrum', een jongerencentrum;
    • 10. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kunstcentrum', een kunstcentrum;
    • 11. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - veiligheidshuis', een veiligheidshuis;
    • 12. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang', een kinderopvang;
    • 13. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - centrum voor kerk en samenleving', het centrum voor kerk en samenleving;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  • c. ondergeschikte detailhandel, horeca en kantoren;
  • d. wonen op de verdieping;
  • e. wonen op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • f. kamerbewoning (maximaal 4 personen) uitsluitend op de verdiepingen en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – kamerbewoning';

met daaraan ondergeschikt:

  • g. wegen en paden;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • j. voorzieningen van algemeen nut.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat er slechts 1 overkapping per bouwperceel mag worden gerealiseerd, de oppervlakte niet meer dan 30 m² mag bedragen en deze achter de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw wordt opgericht;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c mag de bouwhoogte van lichtmasten niet meer dan 12 m bedragen.

11.3 Nadere eisen
11.3.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van een goede milieusituatie;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding;
  • g. met betrekking tot de in het kader van waterhuishoudkundige voorzieningen alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen te nemen maatregelen ter voorkoming van overlast van hemelwater ten gevolge van nieuw op te richten bebouwing en/of aan te brengen oppervlakteverharding.
11.3.2 Externe veiligheid

Burgemeester en wethouders kunnen in verband met het respecteren van het groepsrisico in het kader van externe veiligheid nadere eisen stellen inzake:

  • a. het uitvoeren van de gebouwen met preventief lekwerende middelen om deuren/ramen, ventilatiekanalen en schoorsteenkanalen zoveel mogelijk lekdicht te kunnen afsluiten;
  • b. het voorzien van de gebouwen van brandwerende gevels en ramen;
  • c. het aanbrengen van de beglazing aan gebouwen, zodanig uitgevoerd dat scherfwerking wordt voorkomen;
  • d. de situering van de (nood)uitgangen van gebouwen;
  • e. het aanbrengen van gevelornamenten aan gebouwen;
  • f. het binnen een gebouw situeren van minder zelfredzame personen;
  • g. het creëren van vluchtwegen;
  • h. centrale ventilatie;
  • i. alarmeringssyteem.
11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gebouwen en gronden voor:

  • a. bedrijvigheid, inclusief horecabedrijf;
  • b. prostitutie en/of seksinrichtingen;
  • c. coffeeshops.