direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen
Plan: Buitengebied - Reparatie 2012 -
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BP201201BUITGEBREP-VA01

Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kunsthandel': een galerie c.q. kunsthandel;
  • c. de uitoefening van beroep en/of bedrijf aan huis in hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken van maximaal categorie 1 of 2 als genoemd in de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen limitatieve Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 40% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 50 m² en de activiteiten door de bewoners van het hoofdgebouw zelf worden uitgeoefend;
  • d. kleinschalig kamperen op of aansluitend aan het bouwvlak met maximaal 25 standplaatsen in de periode van 15 maart t/m 31 oktober, mits de gronden niet zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw concentratie';
  • e. één paardenbak per bouwvlak, met dien verstande dat indien en voorzover twee bouwvlakken middels de figuur 'relatie' met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bouwvlak.
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde op de voor 'Wonen' aangewezen gronden, gelden de volgende bepalingen:

16.2.1 Algemeen

Woningen en bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.

16.2.2 Woning
  • a. De inhoud van de woning mag maximaal 900 m³ bedragen, met uitzondering van bestaande langgevelboerderijen waarbij de bestaande inhoud maximaal is toegestaan en met dien verstande dat de kelder onder een woning niet bij de inhoudsmaat wordt meegerekend;
  • b. bestaande woningen die op het moment dat dit bestemmingsplan in werking treedt een inhoud hebben van meer dan 900 m³ mogen door de eigenaar/gebruiker worden vervangen door een woning van dezelfde omvang, mits gesitueerd binnen hetzelfde bouwvlak;
  • c. de afstand tot de perceelsgrenzen moet ten minste 5 meter bedragen, tenzij het een woningscheidende zijgevel betreft;
  • d. per bouwvlak is één woning toegestaan, met dien verstande dat indien en voorzover twee bouwvlakken middels de figuur 'relatie' met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bouwvlak.
  • e. de goothoogte van de woning mag ten hoogste 6 meter bedragen en de bouwhoogte ten hoogste 9 meter;
  • f. woningen dienen met een kap te worden afgedekt;
  • g. de bestaande legale situering van de woning ten opzichte van de weg is toegestaan.
16.2.3 Bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van tenminste 5 meter tot de perceelsgrenzen;
  • b. de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag maximaal 100 m2 bedragen;
  • c. de goot- en nokhoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3,3 meter respectievelijk 6 meter bedragen.
16.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. op de gronden gelegen achter de voorgevelrooilijn mag de bouwhoogte maximaal 3 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter mag bedragen;
  • b. op de gronden gelegen voor de voorgevelrooilijn mag niet worden gebouwd.
16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing en/of oppervlakteverharding;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
16.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. detailhandel;
  • b. seksinrichting;
  • c. opslag van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn;
  • d. zelfstandige bewoning van bijbehorende bouwwerken.
16.5 Wijzigingsbevoegdheid
16.5.1 Wijzigen bestemming 'Wonen' naar bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' met nadere aanduiding 'glastuinbouw'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' met de nadere aanduiding 'glastuinbouw' ten behoeve van de vestiging van een volwaardig glastuinbouwbedrijf, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw concentratie';
  • b. de functie geen milieuhygiënische belemmeringen voor de agrarische bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven met zich meebrengt;
  • c. als gevolg van de verandering de bestaande natuur-, cultuurhistorische en/of landschapswaarden niet onevenredig worden aangetast;
  • d. er geen sprake is van onevenredige milieuhygiënische belemmeringen als gevolg van, dan wel ten nadele van, omliggende functies;
  • e. aandacht wordt besteed aan de verschillende deelaspecten namelijk water, landschappelijke inpassing, cultuurhistorie, natuur en landschap, milieu, verstening en veiligheid.
16.5.2 Woningsplitsing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Wonen' te wijzigen om binnen aaneengesloten bebouwing van een bestaande woning, een tweede woning toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bestaande woning een langgevelboerderij betreft;
  • b. de bestaande woning is niet gelegen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw concentratie';
  • c. dit leidt tot de instandhouding van die bestaande woning;
  • d. geen van de woningen buiten de aaneengesloten bebouwing van de bestaande woning wordt geplaatst;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van beide woningen tezamen dient te worden teruggebracht tot 100 m² of tot maximaal 20% van de te slopen oppervlakte tot een maximum maat van 150 m²;
  • f. de voor de splitsing bestaande inhoud mag niet worden vergroot;
  • g. per woning geldt een maximale inhoud van 900 m³, met dien verstande dat een eventuele kelder onder de woning niet bij e inhoudsmaat wordt gerekend;
  • h. de cultuurhistorische waarden van de langgevelboerderij behouden blijven;
  • i. de functie geen milieuhygiënische belemmeringen voor de agrarische bedrijfsvoering van de omliggende (agrarische) bedrijven en woningen met zich meebrengt.