direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie
Plan: Buitengebied - Reparatie 2012 -
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BP201201BUITGEBREP-VA01

Artikel 11 Recreatie

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van de bedrijfsmatige exploitatie van recreatiewoningen;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen.
11.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde op de voor 'Recreatie' aangewezen gronden, gelden de volgende bepalingen:

11.2.1 Gebouwen
  • a. Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan 60%;
  • b. het aantal recreatiewoningen mag maximaal 100 bedragen, waarbij ten aanzien van de inhoud per recreatiewoning de navolgende differentiatie geldt:
    • 1. het aantal recreatiewoningen met een maximale inhoud van ten hoogste 450 m³ ten hoogste 100 mag bedragen;
    • 2. het aantal recreatiewoningen met een maximale inhoud van ten hoogste 500 m³ ten hoogste 90 mag bedragen;
    • 3. het aantal recreatiewoningen met een maximale inhoud van ten hoogste 600 m³ ten hoogste 50 mag bedragen;
    • 4. het aantal recreatiewoningen met een maximale inhoud van ten hoogste 700 m³ ten hoogste 30 mag bedragen;
    • 5. het aantal recreatiewoningen met een maximale inhoud van ten hoogste 800 m³ ten hoogste 15 mag bedragen;
  • c. de goot- en bouwhoogte van de recreatiewoningen mogen respectievelijk ten hoogste 4 meter en 10 meter bedragen;
  • d. per recreatiewoning mag één bijbehorend bouwwerk worden gebouwd, met een goothoogte van niet meer dan 3,5 meter en een oppervlakte van niet meer dan 10 m².
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag ten hoogste 4 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter mag bedragen.

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing en/of oppervlakteverharding;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
11.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik:

  • a. van recreatiewoningen, kampeermiddelen of stacaravans/chalets voor permanente bewoning;
  • b. van gronden, recreatiewoningen, kampeermiddelen of stacaravans/chalets anders dan voor bedrijfsmatige exploitatie.