direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Partiële Herziening Buitengebied Vaals 2023
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0981.herzbpvaals2023-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Voor het buitengebied van de gemeente Vaals is het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013' van kracht, vastgesteld op 9 januari 2014. Vervolgens is in het kader van een aantal ruimtelijke ontwikkelingen het gerepareerde bestemmingsplan 'Buitengebied 2013' vastgesteld op 29 juni 2015. In de jaren daarna zijn enkele omissies geconstateerd. Er zijn in de verbeelding en de regels een aantal discrepanties geconstateerd. Tevens hebben aanvullend een aantal nieuwe ontwikkelingen plaatsgevonden. Deze zijn in het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013', vastgesteld op 13 december 2021, gerepareerd.

Gebleken is dat een aantal in de Herziening voorziene correcties niet, dan wel onjuist zijn verwerkt, waardoor discrepanties (blijven) bestaan tussen de feitelijke en juridisch-planologische situatie. Aanvullend zijn onjuistheden op andere locaties geconstateerd, welke eveneens worden aangepast en op een duurzame juridische manier verankerd in het bestemmingsplan. Ruimtelijk gezien is geen sprake van grote ontwikkelingen.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied 'Partiële Herziening Buitengebied Vaals 2023' bestaat voor de verbeelding uit diverse locaties die verspreid zijn over het buitengebied van de gemeente Vaals. Deze locaties zijn opgenomen op de bij dit plan behorende verbeelding. De aanpassingen in de regels hebben betrekking op het totale plangebied van het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013'.

1.3 Bestemmingsplannen 'Buitengebied 2013' en 'Herziening Buitengebied 2013'

1.3.1 Bestemmingsplan 'Buitengebied 2013'

Voor het buitengebied van de gemeente Vaals was het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013' van kracht, vastgesteld op 9 januari 2014. Vervolgens is in het kader van een aantal ruimtelijke ontwikkelingen is op 29 juni 2015 het herstelbesluit 'Buitengebied 2013' genomen, waarna het bestemmingsplan is herzien en opnieuw is vastgesteld.

1.3.2 Bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013'

In de periode daarna zijn in dit bestemmingsplan een aantal omissies geconstateerd. Tevens is vastgesteld dat er discrepanties tussen de verbeelding en de regels van het bestemmingsplan bestaan. Met het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013' werden deze omissies hersteld en werden de discrepanties tussen de verbeelding en de regels opgelost. Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 13 december 2021.

Echter, voor een aantal locaties (Groenenweg 19, Melleschet 75, Vijlenstraat 18, Camerig 6, Rarenderstraat 56 en Gemmenicherweg ong.) blijkt dat een aantal zaken niet goed in de planregels en/of verbeelding is opgenomen, waardoor strijdigheden zijn ontstaan tussen de feitelijke en planologisch-juridische situatie.

1.4 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 de discrepanties tussen de feitelijk (vergunde) situatie en het planologische kader toegelicht en de nieuwe wijzigingen in het bestemmingsplan 'Partiële Herziening Buitengebied Vaals 2023' beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op het vigerende rijks-, provinciale, regionale en gemeentelijke beleidskader. De relevante omgevingsaspecten per locatie worden beschreven in Hoofdstuk 4. In Hoofdstuk 5 komt de juridische opzet aan de orde. In hoofdstuk 6 wordt vervolgens stilgestaan bij de economische en maatschappelijke haalbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan. De procedure die ten behoeve van de vaststelling van het bestemmingsplan moet worden doorlopen, komt aan de orde in hoofdstuk 7.

Hoofdstuk 2 Planverbeteringen

2.1 Inleiding

Binnen de bestemmingsplannen 'Buitengebied 2013' en 'Herziening Buitengebied 2013' zijn voor een aantal locaties (Groenenweg 19, Melleschet 75, Vijlenstraat 18, Camerig 6, Rarenderstraat 56 en Gemmenicherweg ong. ) een aantal zaken niet goed in de planregels en/of verbeelding is opgenomen, waardoor strijdigheden zijn ontstaan tussen de feitelijke en planologisch-juridische situatie. Met voorliggende herziening worden deze omissies hersteld en worden de discrepanties tussen de verbeelding en de regels opgelost. In de volgende paragrafen worden de wijzigingen die in dit verband op de verbeelding en in de planregels zijn aangebracht, nader toegelicht.

2.2 Herzieningen

2.2.1 Melleschet 75 te Vijlen

Op de locatie Melleschet 75, ten westen van de kern Vijlen in het buitengebied van de gemeente Vaals, is een agrarisch bedrijf aanwezig. Ter plekke is sprake van een akkerbouwbedrijf en worden enkele paarden gehouden.

Middels het geldende bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013' is de locatie bestemd tot 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap'. Ter plekke zijn twee aanduidingsvlakken 'bedrijfswoning' opgenomen, conform de twee bestaande (bedrijfs)woningen ter plekke. Echter, voor deze locatie is bij de herziening geen bouwvlak ingetekend, zoals deze wel was ingetekend in het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013'. Omdat binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' gebouwen en bijbehorende bouwwerken uitsluitend binnen het bouwvlak zijn toegestaan, mochten de bestaande gebouwen planologisch niet aanwezig zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.herzbpvaals2023-VG01_0001.png"

Uitsnede bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013' locatie Melleschet 75


Aanpassing locatie Melleschet 75:

Op de verbeelding wordt op de locatie Melleschet 75 het bouwvlak ingetekend zoals deze was vastgelegd in het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013'.

2.2.2 Vijlenstraat 18 te Vijlen

De locatie Vijlenstraat 18, ten zuidenwesten van de kern Vijlen in het buitengebied van de gemeente Vaals, omvat een woning met direct ten noorden een recreatiewoning (huisnummer 18a). In het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013' is deze locatie bestemd tot 'Wonen'. Omdat het een Rijksmonumentaal pand betreft, is tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' opgenomen op de contour van het gebouw ter plekke.

Voor de locatie is een vergunning verleend voor het verbouwen van een bestaande carport ten behoeve van de opslag van materieel voor het instandhouden van de hoogstamboomgaard. Vijlenstraat 18 maakt samen met Vijlenstraat 17, 17a, 19, 21 en 21a deel uit van een bebouwingscluster. Vanwege de Rijksmonumentale status van deze bebouwing is de gewenste uitbreiding van de carport uitgewerkt met respect voor de monumentale waarden. Vanuit die benadering is ervoor gekozen om de bestaande carport te verbouwen en parallel aan de straat in noordelijke richting, van het monument én het bebouwingscluster af, te verlengen en deels in te graven in het oplopende maaiveld. Uitvoering op deze wijze impliceert dat de bestaande noodzakelijke toegang tot de boomgaard gehandhaafd kan blijven. Het 'verlengen' van de carport parallel aan de straat kan voorts op een goede wijze landschappelijk worden ingekleed door de bestaande (hoge) haag langs de carport analoog te verlengen.

Ten behoeve van dit plan is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld die als bijlage bij het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013' is gevoegd. Uit de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat door het bouwplan geen onevenredige aantasting ontstaat van het woon- en leefklimaat in de direct omgeving. Er bestaan (mede naar aanleiding van een beoordeling door de RUD-Zuid Limburg) geen milieuhygiënische belemmeringen tegen het bouwplan en het bijbehorend bouwwerk wordt volledig op eigen terrein gerealiseerd. Niet is gebleken dat het woon- en leefklimaat ter plaatse door oprichting van het bouwwerk onevenredig wordt aangetast.

Daarnaast is het plan voorgelegd aan de Kwaliteitscommissie Limburg, die op 6 april 2021 heeft ingestemd met het plan, onder voorwaarde van compensatie op basis van het door hen verstrekte advies. Dit omdat de bestaande haag wordt gehandhaafd en de bebouwing gedeeltelijk in de grond is gepositioneerd zodat de aantasting van het straatbeeld (het zicht op de vakwerkzijgevel) zo min mogelijk wordt aangetast.

Het plan is tevens beoordeeld door de welstandcommissie. De commissie is van mening dat het volume, op de op tekening aangegeven plaats, gerechtvaardigd is. Het uitbreiden of verschuiven van het volume in de richting van het monument acht de commissie uit stedenbouwkundig én monumentaal oogpunt niet wenselijk. Daarnaast is het plan afgestemd met en akkoord bevonden door de provinciaal rayonplanoloog.

Ten aanzien van bovenstaande is de woonbestemming ter plaatse van Vijlenstraat 18 op de verbeelding aan de noordzijde uitgebreid met een oppervlakte van 36 m². Echter, dit vlak is direct aan de straatzijde gelegd, waardoor een deel van de bebouwing buiten de woonbestemming ligt. Dit komt niet overeen met de vergunde en vervolgens de feitelijke situatie. De carport ligt nu deels binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschap'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.herzbpvaals2023-VG01_0002.jpg"

Uitsnede bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013' locatie Vijlenstraat 18 met aanduiding verlegging woonbestemming


Aanpassing Vijlenstraat 18:

Op de verbeelding wordt voor locatie Vijlenstraat 18 en 18a het bestemmingsvlak deels verlegd, waardoor de vergunde carport in zijn geheel binnen de woonbestemming komt te liggen.

2.2.3 Groenenweg 19 te Vijlen

Op de locatie Groenenweg 19 te Vijlen, ten zuidwesten van Vijlen in het buitengebied, ligt een paardenpension. Deze is middels het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013' op de juiste wijze planologisch vastgelegd. Echter, nabij de locatie is in het buitengebied al jarenlang een veldschuur aanwezig, zie ook onderstaande afbeelding uit het controlerapport d.d. 30 oktober 2023.

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.herzbpvaals2023-VG01_0003.jpg"

Veldschuur Groenenweg 19 te Vijlen (bron: controlerapport gemeente Vaals d.d. 30 oktober 2023)

In de planregels is reeds in artikel 5.1 onder sub l. opgenomen: De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

l. een veldschuur, ter plaatse van de specifieke aanduiding 'agrarisch met waarden - veldschuur';


Op grond van artikel 5.2 onder d is - in afwijking van het bepaalde onder a, waarin is bepaald dat gebouwen uitsluitend zijn toegestaan binnen het bouwvlak - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - veldschuur' een veldschuur toegestaan in de omvang, zoals bestaand ten tijde van ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan.

Echter, In het bestemmingsplan Herziening Buitengebied 2013 is voor deze veldschuur op de verbeelding deze aanduiding niet opgenomen, waardoor planologisch gezien geen veldschuur of andere gebouwen mogen worden opgericht.


afbeelding "i_NL.IMRO.0981.herzbpvaals2023-VG01_0004.jpg"

Uitsnede bestemmingsplan 'Buitengebied 2013' locatie veldschuur Groenenweg 19

Aanpassing Groenenweg 19:

Op de verbeelding wordt rond de veldschuur, conform de planregels, een bouwvlak met de specifieke functieaanduiding 'agrarisch met waarden - veldschuur' opgenomen.

2.2.4 Camerig 6 te Vijlen

De locatie Camerig 6 omvat een woning met de omliggende gronden in het gehucht Camerig, ten zuidwesten van de Vijlenerbossen. Deze woning wordt al 36 jaar bewoond door dezelfde familie. Echter, tussen 2000 en 2013 is bij het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan voor deze locatie foutief de bestemming 'Recreatie' opgenomen. In het bestemmingsplan Buitengebied 1998 had het pand de bestemming 'Woondoeleinden W'. Het pand is als woning in gebruik en er is op het adres geen (exploitatie)vergunning verleend ten behoeve van het gebruik als recreatieve verhuur. Dit terwijl in het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013' en 'Herziening Buitengebied 2013' de locatie is bestemd tot 'Recreatie' waarbij de maatvoeringsaanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen: 6' is opgenomen. De regels van het bestemmingsplan laten het gebruik als permanente woning niet toe.

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.herzbpvaals2023-VG01_0005.jpg"

Uitsnede bestemmingsplan 'Buitengebied 2013' locatie Camerig 6 te Vijlen

Aanpassing Camerig 6:

Op de verbeelding wordt de bestemming van de locatie Camerig 6 gewijzigd van 'Recreatie' naar 'Wonen'. Daarmee komt het feitelijke gebruik overeen met de planologische situatie en is het strijdig gebruik opgeheven.

2.2.5 Rarenderstraat 56 te Vaals

De locatie Rarenderstraat 56 omvat een woning wat van oudsher deel heeft uitgemaakt van een boerderijlocatie. Momenteel is de locatie bestemd tot 'Wonen'. De locatie ligt in het buurtschap Raren, zuidoostelijk van de kern Vaals. Dit buurtschap met enkele boerderijen en diverse huizen ligt aan de Rarenderstraat, de Meelenbroekerweg en de Lange Bosweg. Raren is gedeeltelijk een beschermd dorpsgezicht.

Op het perceel Rarenderstraat 56 is op 29 augustus 2017 door het college een omgevingsvergunning verleend voor een aanbouw aan de achterzijde en een overkapping. Daartoe is destijds een uitgebreide procedure omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing doorlopen. In 2017 heeft het college daartoe overwogen dat de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken wordt overschreden. Deze verleende omgevingsvergunning wordt thans verwerkt in de herziening van het bestemmingsplan, door binnen de bestemming wonen niet 75 m² bijbehorende bouwwerken toe te staan, maar conform de ruimtelijke onderbouwing: 190 m² aan bijbehorende bouwwerken. In de ruimtelijke onderbouwing voor de vergunning uit 2017 is daartoe overwogen dat op de projectlocatie zelf diverse (in 2017) bestaande bouwwerken worden afgebroken, te weten een stal van 264 m², een garage van 20 m² en twee schuren van 50 m² en 40 m². De (bestaande) bijbehorende bouwwerken die resteren zijn de grote schuur en kleine (nu gesloopte) berging (tezamen: 106 m²). Het college heeft in 2017 reeds overwogen dat met deze sloop van 374 m² aan bijgebouwen kwaliteitswinst wordt behaald, en dat de omgevingsvergunning voor de afwijkende oppervlakte van 190 m² aan bijbehorende bouwwerken, zodoende niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

Deze verleende omgevingsvergunning wordt thans verwerkt in de herziening van het bestemmingsplan, door binnen de bestemming wonen niet 75 m² bijbehorende bouwwerken toe te staan, maar conform de ruimtelijke onderbouwing: 190 m² aan bijbehorende bouwwerken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.herzbpvaals2023-VG01_0006.jpg"

Uitsnede bestemmingsplan 'Buitengebied 2013' locatie Rarenderstraat 56 te Vaals

Aanpassing Rarenderstraat 56:

Op de verbeelding wordt binnen het bestemmingsvlak 'Wonen' de 'specifieke bouwaanduiding - afwijkend oppervlak' opgenomen, waarna in de regels wordt opgenomen dat ter plekke van deze aanduiding in totaal 190 m² aan bijbehorende bouwwerken is toegestaan.

2.2.6 Gemmenicherweg ong. te Vaals

Op het perceel sectie Gemmenicherweg ongenummerd, kadastraal bekend als gemeente Vaals - sectie H - nummer 672, zijn al sinds jaren twee vergunde agrarische gebouwtjes aanwezig.

Uit archiefonderzoek is gebleken dat in 1992 is ingestemd met het bouwen van de kleine stal. Op 4 mei 1994 is voorts een vergunning op het perceel verleend voor het realiseren van een (grotere) paardenstal met berging en luifel. Deze grote stal wordt inmiddels (binnen de in 1994 vergunde oppervlakte) vervangen door een nieuwe veldschuur met een afmeting van 8 x 6 meter. Deze afmetingen worden bevestigd middels een een controlerapport d.d. 30 oktober 2023. In dit controlerapport is ook opgenomen dat de bouwhoogte van de grotere veldschuur 4,1 meter bedraagt. De kleinere veldschuur heeft een bouwhoogte van 2,5 meter.

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.herzbpvaals2023-VG01_0007.jpg"

Veldschuren Gemmenicherweg ong. te Vaals (bron: controlerapport gemeente Vaals d.d. 30 oktober 2023)

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.herzbpvaals2023-VG01_0008.jpg"

Locatie ligging Veldschuren Gemmenicherweg ong. te Vaals (bron: controlerapport gemeente Vaals d.d. 30 oktober 2023)

Stedenbouwkundig advies

Ten aanzien van deze gebouwen heeft de stadsbouwmeester overwogen dat tegen het handhaven van de aanwezigheid van het bestaande grote volume en tegen de renovatie van het kleine volume (gebouwd als berging), vanuit stedenbouwkundig-ruimtelijk gezichtspunt geen bezwaar bestaat.

Daarbij is overwogen dat de beide volumes op dezelfde posities en in dezelfde maatvoering en vormen aanwezig blijven en met dezelfde materialen en kleuren worden gerenoveerd. Verder geldt dat de positie van deze volumes is gelegen aan de rand van het perceel, dicht bij de openbare weg en dat deze stedenbouwkundig aansluiten op de geclusterde gebouwengroep aan de overzijde van de weg. De beide volumes zijn richting de openbare weg bovendien omringd met opgaand groen. Het karakteristieke landschap wordt naar het oordeel van de stadsbouwmeester niet verstoord en zal ook na de renovatie niet verder verstoord worden. Verder blijft het gebruik van het perceel en de beide gebouwen beperkt tot ondersteuning bij de uitoefening van de reeds aanwezige extensieve landbouw op het perceel, zodat het gebruik blijft binnen de doeleinden van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschap'.

De (bestaande) ruimtelijke uitstraling wijzigt in zoverre niet.

Planologisch kader

Gelet op artikel 5.2 onder a van het bestemmingsplan Herziening Buitengebied 2013 mogen binnen de agrarische bestemming uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat deze uitsluitend zijn toegestaan in het bouwvlak. Ter plaatse is geen bouwvlak aanwezig.

Op grond van artikel 5.2 onder d is - in afwijking van het bepaalde onder a - ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - veldschuur' een veldschuur toegestaan in de omvang, zoals bestaand ten tijde van ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan.

Met inachtneming van deze plansystematiek wordt voor de beide agrarische gebouwtjes voorzien in een aanduiding 'veldschuur'.


afbeelding "i_NL.IMRO.0981.herzbpvaals2023-VG01_0009.jpg"

Uitsnede bestemmingsplan 'Buitengebied 2013' locatie veldschuur Gemmenicherweg ong. te Vaals

Aanpassing Gemmenicherweg ong. te Vaals:

Op de verbeelding wordt rondom de veldschuren conform de planregels een bouwvlak met de specifieke functieaanduiding 'agrarisch met waarden - veldschuur' opgenomen.

2.2.7 Cottessen 13 te Vijlen

Naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State (tussenuitspraak d.d. 15 april 2015, ECLI:NL:RVS: 2015:1155), heeft de raad op 29 juni 2015 de planregeling voor Cottessen 13 als volgt vastgesteld (NL.IMRO.0981.BPBuitengebied2013-VG02):

artikel 10.4 onder g : ‘Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 10.1 , meer in het bijzonder:

g. voor horecadoeleinden, uitgezonderd horeca-activiteiten welke direct verband houden met de exploitatie van een kamphuis ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – kamphuis’ en de exploitatie van het creativiteitscentrum ter plaatse van de aanduiding ‘creativiteitscentrum'.’


Uit een ambtelijke controle is gebleken dat, bij het bestemmingsplan Herziening Buitengebied 2021, vastgesteld 13 december 2021), de planregeling uit het besluit van 29 juni 2015 deels niet is overgenomen. De onderstreepte tekst ontbrak in de planregel.

Aanpassing Cottessen 13:

Binnen de planregels wordt artikel 11.4.1 aangepast en wordt de regeling overgenomen zoals deze was vastgelegd in het bestemmingsplan 'Buitengebied 2013'.

Hoofdstuk 3 Beleid

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het Rijks-, provinciale en gemeentelijke beleid. Het Rijksbeleid wordt besproken aan de hand van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Voor de beschrijving van het provinciale beleid is gebruik gemaakt van het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POVI). De inhoud van het voorliggende plan wordt tevens getoetst aan de overkoepelende beleidskaders van de gemeente Vaals.

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

Voorsorterend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet is op 11 september 2021 de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) vastgesteld. Met de NOVI biedt het Rijk een duurzaam toekomstperspectief voor onze leefomgeving. Met ruim 17 miljoen mensen op ruim 41.000 km² is het belangrijk goede keuzes te maken ten aanzien van ruimtebeslag, om Nederland over 30 jaar nog steeds een plek te laten zijn waar het goed wonen, werken en recreëren is.

De NOVI richt zich op die ontwikkelingen waarin meerdere nationale belangen bij elkaar komen en keuzes in samenhang moeten worden gemaakt tussen de 21 nationale belangen die in de NOVI worden onderscheiden. De belangrijkste keuzes zijn:

  • De inpassing van duurzame energie(opwekking) met oog voor omgevingskwaliteit.
  • Het bieden van ruimte voor een overgang naar een circulaire economie.
  • Woningbouw faciliteren in een stedelijk netwerk van gezonde en groene steden.
  • Landgebruik meer in balans laten zijn met natuurlijke systemen.

Het realiseren van deze wensen, het benutten van kansen en het oplossen van knelpunten vraagt om samenwerking tussen overheden. Zowel bij nationale vraagstukken als bij gebiedsgerichte regionale opgaven.

De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) richt zich op onderstaande vier prioriteiten. Deze onderwerpen hebben onderling veel met elkaar te maken en ze hebben gevolgen voor hoe de fysieke leefomgeving wordt ingericht. De Nationale Omgevingsvisie helpt bij het maken van de noodzakelijke keuzes.

1. Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie

  • Nederland is in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust. We reserveren voldoende ruimte voor toekomstige waterveiligheidsmaatregelen.
  • We maken de energie-infrastructuur geschikt voor duurzame energiebronnen en reserveren daarvoor ruimte.
  • We passen duurzame energie in met oog voor de kwaliteit van de omgeving en combineren deze zo veel mogelijkmet andere functies, zoals zonnepanelen op daken en clustering van windmolens. Voor de inpassing van duurzame energie op land worden regionale energiestrategieën opgesteld.

2. Duurzaam economisch groeipotentieel

  • De Nederlandse economie verandert van karakter en is in 2050 geheel circulair en de broeikasgasemissies zijn dan met 95% gereduceerd, met 55% reductie als beoogd tussendoel in 2030.
  • We zetten in op optimale (inter)nationale bereikbaarheid van steden en economische kerngebieden in het Stedelijk Netwerk Nederland.
  • Overheden investeren in een aantrekkelijke, gezonde en veilige leefomgeving in steden en regio's en bevorderen een aantrekkelijk vestigingsklimaat.

3. Sterke en gezonde steden en regio's

  • We versterken het Stedelijk Netwerk Nederland door de ontwikkeling van de stedelijke regio's te ondersteunen en te zorgen voor goede onderlinge en externe verbindingen. Verstedelijking koppelen we aan de ontwikkeling van de (ov-) infrastructuur en vindt plaats in de regio's waar er vraag is.
  • Het Rijk hanteert een integrale verstedelijkingsstrategie. Dit is een samenhangende aanpak van wonen, werken, mobiliteit, gezondheid, veiligheid en leefomgevingskwaliteit. Zo kunnen steden zich duurzaam ontwikkelen.
  • Verstedelijking vindt geconcentreerd plaats in de regio. Toe te voegen nieuwe woon- en werklocaties worden zorgvuldig en op efficiënte wijze ingepast met oog voor beschikbare ruimte en mobiliteit. Het woningaanbod in de regio's sluit aan bij de vraag naar aantallen en typen woningen, woonmilieus en prijsklasse.
  • We richten de leefomgeving zo in dat deze een actieve, gezonde leefstijl en maatschappelijke participatie bevordert. We verbeteren de luchtkwaliteit, zodat in 2030 wordt voldaan aan de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie.
  • We versterken het aanbod en de kwaliteit van het groen in de stad en verbeteren de aansluiting op het groene gebied buiten de stad. Een natuurinclusieve ontwikkeling van de stedelijke regio's en natuurinclusief bouwen zijn het uitgangspunt.
  • We richten steden en regio's klimaatbestendig in.
  • Het stedelijke mobiliteitssysteem levert een goede bereikbaarheid op. De auto, het ov, fietsen en lopen zijn onderling verknoopt. Het systeem draagt zo bij aan een gezonde leefomgeving en een gezonde leefstijl.
  • Voor gebieden buiten het Stedelijk Netwerk Nederland, die liggen aan de grens van het land en/of waar vraagstukken rond bevolkingsdaling spelen, ontwikkelen de overheden gezamenlijk een integrale gebiedsgerichte aanpak.

4. Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied

  • Unieke landschappelijke kwaliteiten worden versterkt en beschermd. Nieuwe ontwikkelingen in het landelijk gebied voegen landschapskwaliteit toe. Omgevingsbeleid wordt landschapsinclusief.

Conclusie

Met betrekking tot het planvoornemen zijn er weinig directe en concrete raakvlakken tussen deze visies en onderhavig plan, anders dan de meer algemene uitgangspunten ten aanzien van een veilige en gezonde leefomgeving, duurzaam ruimtegebruik, etc. Op deze onderwerpen wordt in navolgende paragrafen en hoofdstukken nader ingegaan.

3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Het Barro voorziet in de juridische borging van het nationale ruimtelijke beleid. Het bevat regels die de beleidsruimte van andere overheden ten aanzien van de inhoud van ruimtelijke plannen inperken, daar waar nationale belangen dat noodzakelijk maken. Navolgende onderwerpen met nationaal belang zijn opgenomen in het Barro en de eerste aanvulling (Stb. 2012, nr. 388):

  • Project Mainportontwikkeling Rotterdam;
  • kustfundament en de daarbuiten gelegen primaire waterkeringen;
  • grote rivieren en rijksvaarwegen en de veiligheid daarom heen;
  • toekomstige rivierverruiming van de Maastakken;
  • Waddenzee en waddengebied, en IJsselmeergebied;
  • verstedelijking in het IJsselmeer;
  • defensie;
  • erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde;
  • hoofdwegen en landelijke spoorwegen;
  • elektriciteitsvoorziening;
  • ecologische hoofdstructuur.

3.1.3 Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro)

Naast het Barro is ook de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) in werking getreden. In het Barro is bepaald dat bij ministeriële regeling verschillende militaire terreinen, gebieden, objecten en zones worden aangewezen, waar gemeenten bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening mee moeten houden. In de Rarro wordt daar uitvoering aan gegeven.

3.1.4 Conclusie Rijksbeleid

De beoogde planontwikkeling levert geen strijd op met de Nationale Omgevingsvisie, het Barro en de Rarro. Het Rijksbeleid is niet aan de orde, omdat sprake is van een kleinschalige ontwikkeling en er geen onderwerpen vanuit de NOVI en Barro op het plangebied van toepassing zijn. Ook gelden er vanuit de Rarro geen beperkingen ten aanzien van het planvoornemen.

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Provinciale Omgevingsvisie Limburg (POVI)

Op het moment dat de nieuwe omgevingswet in werking treedt, dient de provincie te beschikken over een Provinciale Omgevingsvisie en Omgevingsverordening. De POVI is 1 oktober 2021 door de Provinciale Staten vastgesteld en richt zich op de langere termijn (2030-2050) en beschrijft onderwerpen zoals wonen, bodem, infrastructuur, milieu, ruimtelijke economie, water, natuur, luchtkwaliteit, landschap en cultureel erfgoed. Maar ook het aspect gezondheid en een gezonde leefomgeving wordt in de Omgevingsvisie meegenomen.

De locaties Melleschet 75, Vijlenstraat 18, Groenenweg 19 en Rarenderstraat 56 liggen geheel in de zone 'Groenblauwe mantel'. De locatie Camerig 6 ligt deels in de 'Groenblauwe mantel' en deels binnen de zone 'Buitengebied'. De locatie Gemmenicherweg ong. valt binnen de zone 'Natuurnetwerk'.


Groenblauwe mantel

Het Maasdal, de beekdalen en steilere hellingen - voorheen de bronsgroene landschapszone en zilvergroene natuurzone - vormen samen de circa 36.000 hectaren grote groenblauwe mantel binnen de landelijke gebieden van Limburg. De gebieden liggen als een soort mantel tussen en om het Natuurnetwerk Limburg. Het zijn gebieden waar de provincie goede combinatiemogelijkheden ziet voor duurzame vormen van (kringloop) land- en tuinbouw en andere economische functies, vooral door hergebruik van reeds aanwezige monumentale en beeldbepalende gebouwen.

In de Groenblauwe mantel blijft de grondgebonden landbouw de belangrijkste functie en is de agrarische sector tevens de belangrijkste beheerder. De provincie biedt mogelijkheden voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer die bijdragen aan de instandhouding en versterking van de landschappelijke kernkwaliteiten. De focus ligt hier op het versterken van het klimaatadaptieve karakter met meer ruimte voor de beken en Maas, de biodiversiteit en kernkwaliteiten van het landschap.

Buitengebied

Het buitengebied betreft de landelijke gebieden op de Zuid-Limburgse plateaus en op de hogere zandgronden in Noord- en Midden-Limburg, samen zo'n 85.000 hectaren groot. Vergeleken met Noord- en Midden-Limburg zijn er in Zuid-Limburg minder mogelijkheden voor intensieve vormen van grondgebruik op de plateaus. Dit komt door de aard van de ondergrond en de aanwezige omgevingskwaliteiten. Op de hogere zandgronden van Noord- en Midden-Limburg is, rekening houdend met de natuurlijke omstandigheden en de ruimteclaims vanuit verschillende transitieopgaven, een breed scala aan grondgebruiksvormen mogelijk.

Natuurnetwerk Limburg (inclusief Natura 2000-gebied)

De Limburgse natuurgebieden, waaronder ook de Natura 2000-gebieden, vormen samen het Limburgse deel van het Natuurnetwerk Nederland. Het Natuurnetwerk Limburg beslaat circa 53.000 hectaren. Het Natuurnetwerk Limburg is gelegen in delen van beekdalen, op hellingen en op veen- en stuifzandgebieden van de hoger gelegen gebieden. Binnen het Natuurnetwerk Limburg wordt ingezet op een goede kwaliteit en bescherming van de natuur met een bijzonder accent op bedreigde Limburgse dier- en plantensoorten. Daarnaast is het bieden van mogelijkheden voor natuurbeleving belangrijk.

3.2.2 Omgevingsverordening Limburg 2014/Ontwerp Omgevingsverordening 2021

Naast de indeling in zoneringen is tevens sprake van diverse provinciale beschermingsgebieden, waartoe op grond van de Omgevingsverordening Limburg 2014 specifieke regelgeving geldt.

Beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg

Onderhavige locaties liggen blijkens de kaart 'Milieubeschermingsgebieden' in het beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg.

In Nederland zijn in totaal 20 zogenaamde nationale landschappen aangewezen. Dit zijn landschappen met elk een unieke combinatie van cultuurhistorische en natuurlijke elementen. De Nationale Landschappen kenmerken zich door de specifieke samenhang tussen de verschillende onderdelen van het landschap, zoals natuur, reliëf, grondgebruik en bebouwing.

De kernkwaliteiten zijn voor het Nationaal Landschap Zuid-Limburg betreffen: 'schaalcontrast van zeer open naar besloten', 'het groene karakter', 'reliëf en ondergrond' en 'rijk en gevarieerd cultuurhistorisch erfgoed'. Bij (ruimtelijke) ontwikkelingen binnen een nationaal landschap dienen de geformuleerde kernkwaliteiten in acht te worden genomen.

Bij voorliggend plan worden een aantal omissies uit het voorgaande bestemmingsplan hersteld. Omdat geen sprake is van nieuwe ontwikkelingen, is een beschrijving c.q. onderbouwing van de kernkwaliteiten niet noodzakelijk.

Stiltegebied

Tevens liggen de locaties Vijlenstraat 18 en Groenenweg 19 binnen de aanduiding stiltegebied. In stiltegebieden geldt een aantal beperkingen vastgelegd in de Omgevingsverordening Limburg 2014 (OvL2014). De specifieke regelgeving voor stiltegebieden is opgenomen in paragraaf 4.6 OvL2014. Voorliggende planontwikkeling voorziet niet in activiteiten strijdig met de provinciale regels voor stiltegebieden.

3.3 Regionaal beleid

Vanuit de regio zijn een aantal beleidskaders van toepassing waaraan nieuwe plannen dienen te worden getoetst. Ten behoeve van het woonbeleid zijn de 'Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg' en de Beleidsregel 'Ruim baan voor goede woningbouwplannen 2021' van toepassing. Ten behoeve van bedrijvigheid is de structuurvisie 'Ruimtelijke Economie Zuid-Limburg' van toepassing.

Door voorliggend plan worden geen nieuwe woningen aan de woonvoorraad toegevoegd. Verder is geen sprake het mogelijk maken van nieuwe bedrijvigheid in het buitengebied. Doordat voorliggend plan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt maar omissies in het bestaande plan repareert, is een toetsing aan het regionale beleid niet aan de orde.

3.4 Gemeentelijk beleid

Het relevante gemeentelijke beleid bestaat uit de 'Visie Vaals Verbind(t)' en de 'Intergemeentelijke Structuurvisie Gulpen-Wittem, Vaals en Valkenburg aan de Geul'. In de 'Visie Vaals Verbind(t)' wordt een beeld geschetst van hoe Vaals er in 2030 uit zou moeten zien en functioneert. Tevens beschikt de gemeente Vaals, in samenwerking met de gemeenten Gulpen-Wittem en Valkenburg aan de Geul, over een gemeentelijke structuurvisie voor haar grondgebied. In deze structuurvisie worden de strategische keuzes met betrekking tot ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeentegrens voor de lange termijn (15 jaar) vastgelegd.

Onderhavige bestemmingsplan voorziet in het corrigeren van geconstateerde onjuistheden. Voor zover al kan worden gesproken van nieuwe ontwikkelingen, geldt dat dit geen grote ruimtelijke ontwikkelingen betreffen. In zoverre is het plan niet in strijd met de uitgangspunten van gemeentelijke beleidskaders.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Bij de realisering van een project moet rekening worden gehouden met diverse aspecten uit de omgeving die een negatieve invloed kunnen hebben op het projectgebied. Dit geldt omgekeerd ook voor de uitwerking die het project heeft op zijn omgeving.

4.1 Melleschet 75

4.1.1 Algemeen

Op de locatie Melleschet 75 is middels het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013' bestemd tot 'Agrarisch met waarden - Landschap'. Deze gronden zijn onder andere bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf, meer in het bijzonder een grondgebonden agrarisch bedrijf. Echter, binnen het bestemmingsplan is per abuis op deze locatie geen bouwvlak opgenomen. Binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' zijn gebouwen en bijbehorende bouwwerken uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. Daarmee is formeel gezien de bestaande bebouwing in strijd met het bestemmingsplan.

In de voorgaande bestemmingsplannen was ter plekke wel bouwvlak opgenomen. Over de jaren is de bedrijfsvoering ter plekke niet gewijzigd, waardoor het weghalen van het bouwvlak een omissie is dat dient te worden hersteld.

4.1.2 Hinderwetvergunning 1980

Planologisch kan worden gesteld dat door het opnemen van een bouwvlak ter plekke een nieuw agrarisch bedrijf mogelijk wordt gemaakt. Echter, door de herziening is feitelijk geen sprake van een nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf. Voor onderhavige locatie is in 1980 een Hinderwetvergunning afgegeven voor het oprichten van een rundvee- en paardenhouderij op deze locatie. In deze vergunning zijn 15 stuks rundvee en 5 stuks paarden beschreven. Deze hinderwetvergunning is nog steeds van kracht. Bij het bevoegde gezag is geen melding ingediend dat de bedrijfsactiviteiten zijn en/of worden beëindigd. Daarmee is de instelling nog steeds in bedrijf.

Ten behoeve van het project 'Scan agrarische bouwkavels middengebied Zuid-Limburg' is tevens de locatie Melleschet 75 onderzocht, waarbij ook onder andere de bedrijfsvoering is geïnventariseerd. Uit de gegevens van deze scan blijkt dat op de locatie nog een aantal paarden, conform de Hinderwetvergunning', worden gehouden.

4.1.3 Beoordeling omgevingsaspecten


Besluit milieueffectrapportage/vormvrije m.e.r.

In het Besluit Milieueffectenrapportage zijn activiteiten genoemd waarvoor een m.e.r.-beoordeling nodig is. Bij een activiteit 'de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren', zoals aangegeven in onderdeel D 14.2, kolom 1 van het besluit Milieueffectenrapportage is sprake van een m.e.r.-plicht bij het houden van 100 stuks paarden en of pony's. Op voorliggende locatie is sprake van een bestaand agrarisch bedrijf met waarbij de aantallen te houden dieren ver onder de drempel zitten. Een m.e.r.-beoordeling is dan ook niet aan de orde.

Bodem

Omdat geen sprake is van een planologische functiewijziging naar een gevoeligere functie en geen nieuwe verblijfsruimtes worden toegevoegd, is een verkennend bodemonderzoek niet aan de orde.

Geluid

Voorliggend plan voorziet niet in het oprichten van een geluidsgevoelig object op de locatie Melleschet 75.

Milieuzonering

Ter plekke is sprake van een paarden- en ezelfokkerij. Deze activiteiten vallen onder de categorie 'Fokken en houden van overige graasdieren - paardenfokkerijen'(SBI-2008: 0143) met een minimale richtafstand van 50 meter. Vanaf de rand van de inrichting Melleschet 75 tot de woning aan de overzijde van de weg (Melleschet 56), bedraagt 51 meter. Daarmee wordt aan de afstand voldaan. De dieren worden echter gehouden op een gebouw achter op het erf, waardoor deze afstand wordt vergroot. De afstand van het emissiepunt tot aan de woning Melleschet 56 bedraagt ruim 75 meter. Hiermee wordt voldaan aan de richtafstanden en kan een goed woon- en leefklimaat worden gegarandeerd.

Luchtkwaliteit

Voorliggend plan heeft geen gevolgen voor de luchtkwaliteit. In de regeling NIBM ('niet in betekenende mate') is aangegeven dat een plan tot 1.500 woningen niet in betekenende mate bijdraagt aan de toename van de concentratie fijn stof en stikstofdioxide in de lucht. Van een dergelijk grootschalig bouwplan is geen sprake. Ook zal het plan niet leiden tot een dusdanig aantal toenemende verkeersbewegingen dat de grenswaarde van de luchtkwaliteit daarmee wordt overschreden.

Externe veiligheid

Ter plekke wordt geen kwetsbaar object mogelijk gemaakt, een toelichting in het kader van externe veiligheid is niet aan de orde.

Archeologie en cultuurhistorie

Voorliggend plan voorziet niet in bodemverstorende werkzaamheden die mogelijke archeologische waarden kunnen verstoren. Ook is geen sprake van bebouwing met cultuurhistorische waarden (rijksmonumentale en/of beeldbepalende objecten).

Kabels en leidingen

Zuidoostelijk binnen het plangebied ligt een brandstofleiding van de Defensie Pijpleiding Organisatie. Rond deze leiding is een beschermingszone opgenomen. Omdat voorliggend plan geen nieuwe bebouwing mogelijk maakt, vormt deze leiding met de daarbij behorende beschermingszone geen belemmering voor voorliggend plan.

Verkeer en parkeren

Ter plekke vinden geen wijzigingen plaats die een gevolg hebben voor verkeer (bijvoorbeeld extra verkeersbewegingen) of parkeren.

Waterhuishouding

Voorliggend plan voorziet niet in het toevoegen van bebouwing en/of verharding. De waterhuishouding ter plekke wijzigt dus niet.

Natuur en landschap

Ter plekke is geen sprake van het wijzigen van de feitelijke situatie. Derhalve is geen sprake van het aantasten van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Ook is geen sprake van sloop- en bouwwerkzaamheden dat mogelijk een aantasting vormt door de aanwezige flora en fauna. Doordat geen sprake is van bouwplannen en het feitelijke gebruik van de locatie niet wijzigt, is in het kader van stikstof geen AERIUS-berekening van de realisatie- en/of gebruiksfase nodig.

4.1.4 Conclusie omgevingsaspecten locatie Melleschet 75

Door het vastleggen van een bouwvlak op de locatie Melleschet 75, waardoor een planologische omissie wordt hersteld en de feitelijke situatie wordt bestemd, is sprake van een goede ruimtelijke ordening.

4.2 Vijlenstraat 18

Op de locatie Vijlenstraat 18 is in het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013' het bestemmingsvlak 'Wonen' abusievelijk niet correct op de verbeelding is opgenomen. Gevolg is dat de carport nu deels ligt binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschap'.

Op de verbeelding wordt voor locatie Vijlenstraat 18 en 18a het bestemmingsvlak deels verlegd, waardoor de vergunde carport in zijn geheel binnen de woonbestemming komt te liggen.

Ten behoeve van voorliggende ontwikkeling is reeds een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. De onderbouwing is bijgevoegd als Bijlage 1. Uit de ruimtelijke onderbouwing blijkt dat door het plan geen onevenredige aantasting ontstond van het woon- en leefklimaat in de directe omgeving. Er bestaan (mede naar aanleiding van een beoordeling door de RUD-Zuid Limburg) geen milieuhygiënische belemmeringen tegen het plan en het bijbehorend bouwwerk wordt volledig op eigen terrein gerealiseerd. Het woon- en leefklimaat ter plaatse wordt door oprichting van het bouwwerk niet onevenredig aangetast.

4.3 Groenenweg 19

Op de locatie Groenenweg 19 te Vijlen is een paardenpension aanwezig en ook als zodanig bestemd. Echter, nabij deze locatie, buiten het bouwvlak en binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap' is reeds een veldschuur aanwezig. Deze is niet op de verbeelding opgenomen.

Op de verbeelding van bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013' worden de betreffende gebouwtjes voorzien van een bouwvlak in combinatie met de specifieke aanduiding 'agrarisch met waarden - veldschuur', waarmee deze worden toegestaan. Het begrip 'veldschuur' is in de regels van voorliggend bestemmingsplan gedefinieerd.

Door het opnemen van een bouwvlak in combinatie met de aanduiding op de verbeelding wordt geen nieuwe mogelijkheid geboden voor het oprichten van een veldschuur; de bestaande veldschuur wordt hiermee planologisch vastgelegd waardoor een strijdigheid tussen de feitelijke en planologische situatie wordt opgelost. Derhalve wordt geen nieuwe ontwikkeling mogelijk gemaakt, waardoor een toetsing aan de omgevingsaspecten niet aan de orde is.

4.4 Camerig 6

Op de locatie Camerig 6 te Vijlen is een woning per abuis bestemd tot recreatiewoning. De locatie Camerig 6 wordt herbestemd naar 'Wonen'. Naar aanleiding hiervan zal worden getoetst aan de relevante omgevingsaspecten.

4.4.1 Beoordeling omgevingsaspecten


Bodem

Indien sprake is van een planologische functiewijziging naar een gevoeligere functie en/of nieuwe verblijfsruimtes worden toegevoegd, dient in beginsel te worden bezien of de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse geschikt is voor het voorgenomen gebruik.

Het object ter plekke is gebouwd als woning en sindsdien feitelijk onafgebroken in gebruik geweest als woning. Verder zijn recreatiewoningen tevens objecten waar mensen voor langere tijd verblijven. In de huidige planologische situatie is ter plekke reeds sprake van een verblijfsruimten. Door voorliggend plan worden geen nieuwe verblijfsruimten gerealiseerd. Een aanvullend bodemonderzoek is dan ook niet aan de orde.

Geluid

Het pand Camerig 6 is gebouwd als woning en dit gebruik is feitelijk nooit gewijzigd. Een recreatiewoning is echter in het kader van de wet Geluidhinder geen gevoelig object, terwijl een reguliere woning wel een geluidsgevoelig object is. Derhalve dient vanuit oogpunt van ruimtelijke ordening het verblijfsklimaat te worden beschouwd.

In dat verband wordt gewezen op het feit dat het pand als een woning is gerealiseerd en in gebruik is geweest. Voorliggend plan voorziet niet in het toevoegen van verblijfsruimten of nieuwe geluidsgevoelige objecten. Tevens ligt de locatie Camerig 6 in een stiltegebied aan een weg die verboden is voor gemotoriseerd verkeer (behoudens bestemmingsverkeer). De verkeersintensiteiten zijn dermate laag dat verondersteld mag worden dat sprake is van een aanvaardbaar (akoestische) verblijfsklimaat.

Milieuzonering

Op het naastgelegen perceel zijn een aantal kleinchalige recreatiewoningen aanwezig. Op basis van de brochure 'Bedrijven en milieuzonering (editie 2009) kunnen minimale richtafstanden worden bepaald. Echter, voor recreatiewoningen zijn geen richtafstanden opgenomen. Wel is voor vakantieparken een minimale (richt)afstand van 50 meter opgenomen ten opzichte van een rustige woonwijk, in verband met het aspect geluid. Omdat een vakantiewoning aanzienlijk minder ruimtelijke effecten heeft dan een vakantiepark, is het niet reëel om aan te sluiten bij de richtafstand van 50 meter. Vakantiewoningen passen in een woonomgeving omdat het gebruik grote gelijkenissen vertoont met reguliere bewoning. In principe zou een recreatiewoning aanpandig kunnen worden uitgevoerd zonder milieutechnische bezwaren.

Tevens is het pand feitelijk alleen in gebruik geweest als permanente woning, waardoor geen sprake is van een nieuwe ontwikkeling. Een toetsing aan de richtafstanden is dan ook niet aan de orde.

Ten zuiden van de locatie, op het adres Camerig 4, is een agrarisch bedrijf waar een aantal dieren worden gehouden. Tevens is ter plekke een boerderijcamping aanwezig. Omdat de woning een geurgevoelig object is, dient te worden getoetst of wordt voldaan aan de richtafstanden met betrekking tot 'het fokken en houden van runddieren'. De minimale richtafstand met betrekking tot geur bedraagt 100 meter. De grens van de agrarische bouwkavel ligt op 105 meter van de woning Camerig 6, de bedrijfsbebouwing op een afstand van 150 meter. Daarmee wordt voldaan aan de richtafstanden en daarmee is sprake van een goede ruimtelijke ordening.

Tevens ten zuiden, op het adres Camerig 3, is een vergelijkbaar bedrijf (melkveehouderij met een aantal kampeerplaatsen) aanwezig. De afstand tot de woning Camerig 6 bedraagt meer dan 200 meter, waardoor wordt voldaan aan de richtafstanden.

Externe veiligheid

Ter plekke wordt geen nieuw kwetsbaar object mogelijk gemaakt, een toelichting in het kader van externe veiligheid is niet aan de orde.

Archeologie en cultuurhistorie

Voorliggend plan voorziet niet in bodemverstorende werkzaamheden die mogelijke archeologische waarden kunnen verstoren.

Het pand Camerig 6 betreft een Rijksmonument. Door voorliggend bestemmingsplan is geen sprake van het fysiek aanpassen van het Rijksmonument. De monumentale waarden worden gehandhaafd.

Kabels en leidingen

Nabij de locatie Camerig 6 lopen geen boven- en/of ondergrondse leidingen. Er is op dat gebied derhalve geen sprake van bijbehorende (planologische) beschermingszones en/of belangen van derden op dit punt.

Verkeer en parkeren

Ter plekke vinden geen wijzigingen plaats die een gevolg hebben voor verkeer (bijvoorbeeld extra verkeersbewegingen) of parkeren.

Waterhuishouding

Voorliggend plan voorziet niet in het toevoegen van bebouwing en/of verharding. De waterhuishouding ter plekke wijzigt dus niet.

Natuur en landschap

Ter plekke is geen sprake van het wijzigen van de feitelijke situatie. Derhalve is geen sprake van het aantasten van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Ook is geen sprake van sloop- en bouwwerkzaamheden dat mogelijk een aantasting vormt door de aanwezige flora en fauna. Doordat geen sprake is van bouwplannen en het feitelijke gebruik van de locatie niet wijzigt, is in het kader van stikstof geen AERIUS-berekening van de realisatie- en/of gebruiksfase nodig.

4.4.2 Conclusie omgevingsaspecten locatie Camerig 6

Door het herbestemmen van de locatie Camerig 6 van 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' naar 'Wonen', waardoor een planologische omissie wordt hersteld en de feitelijke situatie wordt bestemd, is sprake van een goede ruimtelijke ordening.

4.5 Rarenderstraat 56

Ten behoeve van voorliggende ontwikkeling is reeds een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. De ruimtelijke onderbouwing is bijgevoegd als Bijlage 2. In de ruimtelijke onderbouwing voor de vergunning uit 2017 is daartoe overwogen dat op de projectlocatie zelf diverse (in 2017) bestaande bouwwerken worden afgebroken, te weten een stal van 264 m², een garage van 20 m² en twee schuren van 50 m² en 40 m². De (bestaande) bijbehorende bouwwerken die resteren zijn de grote schuur en kleine (nu gesloopte) berging (tezamen: 106 m²). Het college heeft in 2017 reeds overwogen dat met deze sloop van 374 m² aan bijgebouwen kwaliteitswinst wordt behaald en zodoende niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

4.6 Gemmenicherweg ong.

Op de locatie Gemmenicherweg ong. zijn een tweetal veldschuren al jaren aanwezig. Deze veldschuren liggen binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap'. Echter ter plekke is geen bouwvlak of aanduiding 'veldschuur' aanwezig.

Op de verbeelding van voorliggend bestemmingsplan worden de betreffende gebouwtjes voorzien van een bouwvlak in combinatie met de specifieke aanduiding 'agrarisch met waarden - veldschuur', waarmee deze worden toegestaan. Het begrip 'veldschuur' is in de regels van voorliggend bestemmingsplan gedefinieerd.

Door het opnemen van het bouwvlak in combinatie met de aanduiding op de verbeelding wordt geen nieuwe mogelijkheid geboden voor het oprichten van een veldschuur; de bestaande veldschuurtjes worden hiermee planologisch vastgelegd waardoor een strijdigheid tussen de feitelijke en planologische situatie wordt opgelost. Derhalve wordt geen nieuwe ontwikkeling mogelijk gemaakt, waardoor een toetsing aan de omgevingsaspecten niet aan de orde is.

4.7 Cottessen 13

Zoals hiervoor reeds toegelicht is uit een ambtelijke controle gebleken, dat bij het bestemmingsplan Herziening Buitengebied 2021 (vastgesteld 13 december 2021), de planregeling uit het besluit van 29 juni 2015 deels niet is overgenomen. Door dit perceel op te nemen in deze Partiële Herziening wordt dit hersteld. Van een nieuwe ontwikkeling is geen sprake. Verwezen wordt naar paragraaf 2.2.7 van deze toelichting.

Hoofdstuk 5 Juridische opzet

5.1 Wettelijk kader

Het wettelijk kader voor de inhoud en de vaststellingsprocedure van een bestemmingsplan wordt sinds 1 juli 2008 gevormd door de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en is verder ingevuld door het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Regeling standaarden ruimtelijke ordeningen (Rsro). De Wro, het Bro en Rsro bevatten regels ten aanzien van de (digitale) vormgeving, inhoud en raadpleegbaarheid van bestemmingsplannen, met als doel bestemmingsplannen uniform en uitwisselbaar te maken.

5.2 Herziene onderdelen

Zoals uit de voorgaande hoofdstukken blijkt, bestaan geen overwegende bezwaren tegen de hiervoor beschreven wijzigingen en aanpassingen. Het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013' worden dan ook conform de hierboven genoemde en te herziene onderdelen aangepast.

Qua regels worden de aanpassingen integraal verwerkt in de bestaande regels bij het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2013'. Voordeel van deze werkwijze is dat direct een 'geconsolideerde versie' van de regels van het bestemmingsplan beschikbaar is, met daarin de actueel geldende regels.

In de planregels worden enkele wijzigingen doorgevoerd. Zo is gebleken dat ter plaatse van het perceel ter hoogte van de Groenenweg 19 (kadastraal bekend sectie G, nr. 471) de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - veldschuur' op de verbeelding van het bestemmingsplan Herziening Buitengebied 2013 abusievelijk ontbreekt, hetgeen op de verbeelding van onderhavige Partiële Herziening wordt hersteld. In het kader van deze Partiële Herziening is gebleken dat de toegestane veldschuren (en daarmee deze aanduiding) binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschap' enkel aanwezig zijn op het genoemde perceel bij Groenenweg 19 en aan de Gemmenicherweg ongenummerd. Gelet op de plansystematiek binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - natuur en landschap' en in het kader van een uniforme wijze van bestemmen, waarbij gebouwen binnen de agrarische bestemming binnen een bouwvlak dienen te liggen, worden deze veldschuren thans aangeduid middels een bouwvlak en de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - veldschuur'. Tevens wordt in artikel 5.2 onder d opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - veldschuur' een veldschuur is toegestaan in de omvang, zoals bestaand ten tijde van ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan.

Tevens wordt in artikel 15.2.2 een lid toegevoegd om ten behoeve van de locatie Rarenderstraat 56 in totaal 190 m² aan bijgebouwen toe te staan. Middels de 'specifieke bouwaanduiding - afwijkend oppervlak' wordt dit geborgd in de planregels.

Het bestemmingsplan 'Partiële Herziening Buitengebied Vaals 2023' heeft uitsluitend betekking op de onderdelen van de verbeelding. Het betreft de locaties Melleschet 75, Groenenweg 19, Vijlenstraat 18, Camerig 6, Rarenderstraat 56 en Gemmenicherweg ong.. Zodoende wordt direct duidelijk op welke percelen/perceelsgedeelten de herziening betrekking heeft.

De specifieke aanpassingen zijn in Hoofdstuk 2 en 2.2 Herzieningen per situatie toegelicht.

Hoofdstuk 6 Haalbaarheid

6.1 Economische haalbaarheid

De economische haalbaarheid voor de herziening van het buitengebied is reeds in het vigerende bestemmingsplan aangetoond. Aangezien sprake is van het herstellen van omissies en discrepanties en het verwerken van tussentijds verleende omgevingsvergunningen zijn er voor de gemeente Vaals, behoudens de kosten voor ambtelijke voorbereiding en procesbegeleiding, geen kosten aan de realisering van het plan verbonden.

Op grond van de Wro stelt de gemeenteraad een exploitatieplan vast, indien het in het Besluit ruimtelijke ordening aangewezen bouwplannen betreft. Echter, dit bestemmingsplan maakt geen bouwplan mogelijk als bedoeld in de zin van artikel 6.2.1. Bro. Het opstellen van een exploitatieplan of het aangaan van een overeenkomst om eventueel kostenverhaal te verzekeren, is voor dit bestemmingsplan dan ook niet noodzakelijk.

6.2 Maatschappelijke haalbaarheid

Tegen de planverbeteringen bestaan naar verwachting geen maatschappelijke bezwaren, aangezien de verbeterpunten alle betrekking hebben op de bestaande situatie. Door het oplossen van de onvolkomenheden wordt beter aangesloten op de daadwerkelijke situatie, zodat sprake is van een correct planologisch- juridisch regime.

Voorliggend plan wordt ook, conform de gebruikelijke procedure, gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn kan eenieder op het planvoornemen reageren en zijn of haar inspraakreactie indienen. Gelijktijdig worden de relevante instanties op de hoogte gesteld van de ter inzage legging van het ontwerp.

Hoofdstuk 7 Procedure

7.1 De te volgen procedure

Op 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Voorliggend bestemmingsplan wordt echter onder de 'oude' Wro-wetgeving in procedure genomen. Daarvoor wordt een ontwerp van voorliggend plan ter inzage gelegd voor 1 januari 2024.

7.2 Vooroverleg

Artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, waar nodig, overleg plegen andere betrokken overheden en overheidsdiensten (wettelijke adviseurs). Daarbij moet worden gedacht aan naburige gemeenten, het waterschap, en de diensten van het Rijk en de provincie. Overleg met het waterschap is altijd verplicht, terwijl het tot de verantwoordelijkheid van de gemeente behoort om te beoordelen of overleg met de desbetreffende diensten van het Rijk en de provincie nodig is. Artikel 3:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is van overeenkomstige toepassing.

De bedoeling van dit vooroverleg is voornamelijk om de opstellers van het plan tijdig de mogelijkheid te geven het plan desgewenst aan opmerkingen van andere overheden aan te passen.

Voorliggende planontwikkeling is door de gemeente in het kader van artikel 3.1.1 Bro voorgelegd voor advies aan de betreffende instanties.

7.2.1 Provincie Limburg

Het bestemmingsplan is beoordeeld op de adequate doorwerking van provinciale belangen. Deze beoordeling geeft ons aanleiding om u van het volgende in kennis te stellen.

In de herziening van het plan worden omissies weggenomen. Eén van de locaties in kwestie is Camerig 6. U geeft aan dat op deze locatie de bestemming 'Recreatie' is opgenomen, maar dat dit foutief is aangezien het object sinds jaar en dag als woning in gebruik is. Het plan bevat de wijziging van de bestemming om het gebruik als woning toe te staan. In de provinciale Omgevingsverordening is echter opgenomen dat het niet is toegestaan de bestemming van recreatieverblijven te wijzigen naar een bestemming die wonen mogelijk maakt (art. 2.5.1.). De gedachte achter dit artikel is onder meer dat omvorming naar wonen kan leiden tot ongewenste toevoegingen aan de woningmarkt en ongewenste verstening van het buitengebied (als gevolg van nieuwe recreatieverblijven die mogelijk ter vervanging weer worden toegevoegd).

Dit betekent dat de ontwikkeling formeel in strijd is met de verordening. De ontwikkeling past echter wel bij de geest van ons beleid. Aangezien de bestemmingsplanwijziging geen ruimtelijke consequenties heeft anders dan het planologisch functioneel in overeenstemming brengen met het daadwerkelijk gebruik, zorgt dit niet voor aantasting van de landschappelijke kernkwaliteiten ter plekke. Bovendien wordt er met het oog op de landschappelijke kernkwaliteit 'cultuurhistorisch erfgoed' een toekomstbestendige invulling gegeven aan het monumentale ensemble. De toevoeging van de woningen wordt passend geacht. Zoals opgenomen in de structuurvisie Wonen Zuid-Limburg (2016) hoeft voor deze administratieve correcties niet gecompenseerd te worden zoals bedoeld onder beleidsafspraak VI.

De huidige verblijfsrecreatieve bestemming vormt het knelpunt voor een formele instemming. Een afwijking van de Omgevingsverordening Limburg 2014 is niet mogelijk. In de reeds vastgestelde nieuwe Omgevingsverordening die per 1 januari 2024 in werking treedt is onder artikel 12.10 een mogelijkheid geboden om maatwerk toe te passen voor de functieverandering van recreatieverblijven naar wonen. Deze mogelijkheid geldt als; 'functieverandering naar wonen op de betreffende locatie vanuit een evenwichtige toedeling van functies aan locaties aanvaardbaar is en de locatie is gelegen in of aansluitend aan een (dorps)kern, lint of bebouwingsconcentratie van reguliere woningen, en voldaan wordt aan de voor de betreffende regio vastgestelde Regionale Structuurvisie Wonen.' In casu is sprake van een evenwichtige toedeling van functies, is de locatie gelegen in een bebouwingsconcentratie van reguliere woningen en wordt voldaan aan de Regionale Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg. Aangezien er hiermee zicht is op legalisatie, handelen wij tot die tijd in lijn met de geest van het juridisch kader. Wij maken dan ook geen bezwaar tegen deze ontwikkeling.

Indien u dit plan op deze wijze voortzet, zal er geen aanleiding zijn om in de verdere procedure van het plan een zienswijze in te dienen.

7.3 Zienswijzentermijn

Terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan heeft als volgt plaats gevonden:

  • Bekendmaking ontwerp-bestemmingsplan in het Gemeenteblad van 22 december 2023 (nr. 541877);
  • Rectificatie d.d. 19 januari 2024, aangezien de opgenomen ontwikkelingen in deze partiële herziening van het bestemmingsplan Buitengebied eerst ter peiling van het gevoelen aan de raad dienden te worden voorgelegd (Gemeenteblad nr. 33864);
  • Positieve zienswijze gemeenteraad d.d. 4 maart 2024 op het ontwerpbestemmingsplan;
  • Op 15 maart 2024 is het ontwerp-bestemmingsplan opengesteld voor zienswijzen (nr. 116604).

Aangezien het ontwerp-bestemmingsplan op 22 december 2023 ter inzage is gelegd, is deze datum bepalend voor het nemen van een vaststellingsbesluit door de raad als bedoeld in artikel 3.8 Wro. Op grond van artikel 4.4 onder a van de genoemde Invoeringswet is op onderhavige procedure en op de inhoudelijke beoordeling daarom het oude recht (Wro/Wabo) van toepassing, tot het besluit onherroepelijk wordt.

Op grond van de bekendmaking van 15 maart 2024 is het plan voor zienswijzen opengesteld. Tijdens de termijn is 1 zienswijze ontvangen, die later nog is aangevuld.

De zienswijze inclusief aanvulling is samengevat en voorzien van een gemeentelijk standpunt in een nota beantwoording van zienswijze (Bijlage 3). De zienswijze leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Daarnaast zijn een aantal ambtshalve wijzigingen verwerkt (zie paragraaf 1.4 in de nota beantwoording van zienswijze).

7.4 Gewijzigde vaststelling

Na de ambtshalve wijziging is het plan op 30 september 2024 door de gemeenteraad vastgesteld.

7.5 Beroep

Na vaststelling wordt het bestemmingsplan, samen met het vaststellingsbesluit, opnieuw zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden tegen het besluit tot vaststelling beroep aantekenen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.