Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Rijksweg 104c te Lemiers
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0981.BPrijksweg104c-VA01

Artikel 7 Algemene aanduidingsregels

7.1
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van:
a. de in het plan voorgeschreven maten, afmetingen en percentages met ten hoogste10 %;
b. het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, (glas)containers en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:
  1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m²;
  2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
  3. de bouwwerken naar aard en afmetingen passen in het plan, met dien verstande, dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 10 meter mag bedragen;
  4. uit een bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
  5. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van naburige percelen ontstaat.
c. geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding;
d. het oprichten van voorzieningen ten dienste van telecommunicatiedoeleinden, voor zover deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte niet meer bedraagt dan 15 meter voor antennes voor privé-gebruik en niet meer dan 30 meter voor antennes voor gemeenschappelijk gebruik, uitgezonderd voorzieningen ten dienste van telecommunicatiedoeleinden voor openbare orde en veiligheid en indien het betreft het medegebruik van een antenne door meerdere instellingen in welke gevallen de hoogte maximaal 45 meter mag bedragen, mits het woon- en leefklimaat met betrekking tot woningen en andere milieugevoelige objecten niet onevenredig wordt aangetast en uit een bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik.
 7.2
Burgemeester en wethouders kunnen bij de verlening van de omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan voorwaarden stellen ten aanzien van de situering van antennes, teneinde een ruimtelijk verantwoorde plaatsing van antennes ten opzichte van de omgeving te waarborgen.
 7.3
De in 7.1 genoemde afwijkingen mogen slechts worden verleend indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. Voorts dient de stedenbouwkundige waarde van de omgeving te zijn gewaarborgd en de, in artikel 8 genoemde procedure te worden gevolgd.