direct naar inhoud van Artikel 10 Groen
Plan: Buitengebied Schinnen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0962.BPBuitengebied-VA01

Artikel 10 Groen

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Algemeen

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen ten behoeve van de landschappelijke inpassing van bebouwing en objecten;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. openbare nutsvoorzieningen.
  • d. uitsluitend landschappelijke inpassing, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landschappelijke inpassing'.
10.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 35.2.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen géén gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd.

10.3 Nadere eisen

Niet van toepassing.

10.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing.

10.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing.

10.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing.

10.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden op of in de voor 'Groen' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verwijderen van de landschappelijke inpassingen die zijn gerealiseerd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landschappelijke inpassing'.
10.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing.

10.9 Wijzigingsbevoegdheid
10.9.1 Wijziging in de bestemming 'Natuur'

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Groen', voorzover tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie' geldt, wijzigen in de bestemming 'Natuur' onder de volgende voorwaarden:

  • a. het betreft reservaatgebieden of natuurontwikkelingsprojecten;
  • b. een natuurbeschermingsorganisatie de gronden heeft verworven;
  • c. de waarden van aangrenzende bestemmingen en de belangen van derden (waaronder agrarische) niet onevenredig worden geschaad;
  • d. het natuurgebied dient in een zone van 10 meter direct langs agrarische percelen zodanig te worden ingericht dat hier geen hoog opgaande beplanting en dergelijke ontstaat (in het wijzigingsplan te waarborgen via een omgevingsvergunningstelsel voor het uitvoeren van werkzaamheden);
  • e. er rekening wordt gehouden met de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Zuid Limburg.