direct naar inhoud van Artikel 9 Centrum
Plan: Kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0962.BP11002-VA01

Artikel 9 Centrum

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemeen

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven van categorie 1 en 2, als genoemd in bij deze regels behorende Bijlage 1;
  • b. cultuur en ontspanning;
  • c. detailhandel, supermarkten inbegrepen;
  • d. (zakelijke) dienstverlening;
  • e. horeca van categorie 1 en 2;
  • f. horeca van categorie 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  • g. kantoren;
  • h. maatschappelijk;
  • i. wonen;
  • j. verblijfsgebied, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkeer';

met daaraan ondergeschikt:

    • 1. groenvoorzieningen;
    • 2. terrassen;
    • 3. evenementen en standplaatsen;
    • 4. parkeervoorzieningen;
    • 5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 38.2.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Op de voor 'Centrum' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 9.1 genoemde bestemming, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. gestapelde woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • c. de daarbij behorende bijgebouwen;
  • d. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
9.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen gebouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag tot maximaal 100% worden bebouwd;
  • c. de voorgevels worden geplaatst in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • d. de grenzen van het bouwvlak mogen worden overschreden door erkers, luifels, balkons en dergelijke, mits:
    • 1. de diepte gemeten vanaf de bouwvlakgrens niet meer dan 1,50 meter bedraagt;
    • 2. de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de woning of bestaande bebouwing;
    • 3. de goothoogte maximaal gelijk is aan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer + 0,30 meter;
  • e. gebouwen worden plat of met een kap van maximaal 60° afgedekt;
  • f. de goothoogte bedraagt maximaal 7,00 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' de aangeduide maximale goothoogte geldt;
  • g. de bouwhoogte bedraagt maximaal 12,00 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de aangeduide maximale bouwhoogte geldt;
  • h. voor de maatvoering van de bijgebouwen wordt verwezen naar artikel 9.2.3;
  • i. voor de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt verwezen naar artikel 9.2.4.
9.2.3 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen behorende bij voorzieningen/woningen gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bijgebouwen, caports en bouwwerken, geen gebouw zijnde behroende bij de bedrijfswoning worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van vergunningplichtige bijgebouwen en carports mag maximaal 100 m² bedragen, met dien verstande dat de grond ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' voor maximaal 50% mag worden bebouwd;
  • c. bijgebouwen plat of met een kap van maximaal 60° plat;
  • d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
  • e. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 5,00 meter;
  • f. carports worden op een afstand van minimaal 1,00 meter achter de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • g. de bouwhoogte van carports bedraagt maximaal 3,00 meter.
9.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. Buiten het bouwvlak mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend achter de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 5,00 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 meter bedraagt en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 meter bedraagt.
9.3 Nadere eisen
9.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de hoogte van de bebouwing;
  • b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  • c. het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan;
  • d. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing;
  • e. de aard, situering en oppervlakte van verhardingen.
9.3.2 Toepassingscriteria

De in artikel 9.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de landschappelijke inpassing;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de verkeerssituatie;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. verbetering van de ruimtelijke kwaliteit;
  • h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • i. instandhouding van omliggende waarden.
9.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing.

9.5 Specifieke gebruiksregels
9.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens;
  • b. opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, waaronder reclame-uitingen;
  • c. horeca van categorie 4 en 5;
  • d. buitenopslag, behalve als dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte tijdelijke gebruik en dan niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw.
9.5.2 Situering functies
  • a. De in artikel 9.1 genoemde functies zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond (inclusief bijgebouwen), met uitzondering van wonen.
9.5.3 Aan huis gebonden beroepen

Een aan huis gebonden beroep is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. een aan huis gebonden beroep wordt uitsluitend door de hoofdbewoner uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal 25% van het bebouwde oppervlak van de woning en de bijgebouwen, tot een maximum van 35 m2, wordt gebruikt voor een aan huis gebonden beroep;
  • c. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • d. de beroepsmatige activiteiten worden alleen uitgevoerd door de bewoner(s) van de woning;
  • e. er is ten hoogste één reclame-uiting ter plaatse van een gevel of in de vorm van een zuil toegestaan met een maximale afmeting van 50 x 100 centimeter;
  • f. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • g. de activiteit van het aan huis gebonden beroep valt niet onder de definitie van inrichting in de Wet milieubeheer;
  • h. er vindt geen bedrijfsmatig opslag in de buitenlucht plaats;
  • i. in de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • j. er vindt geen zelfstandige detailhandel plaats, met uitzondering van detailhandel inherent aan het betreffende beroep gerelateerde producten, waarvoor maximaal 10 m2 van de voor het aan huis gebonden beroep gebruikte oppervlakte mag worden gebruikt.
9.5.4 Mantelzorg/inwoning

Mantelzorg/inwoning bij een woning is toegstaand onder de volgende voorwaarden:

  • a. de mantelzorgvoorziening is bedoeld voor de huisvesting van één huishouden;
  • b. de behoefte aan mantelzorg is aangetoond;
  • c. er ontstaat geen zelfstandige woning;
  • d. het oppervlak van de mantelzorgvoorziening bedraagt maximaal 80 m²;
  • e. de mantelzorgvoorziening vormt qua ligging een ruimtelijke eenheid met de woning;
  • f. de mantelzorgvoorziening leidt niet tot een onevenredige aantasting van de omgeving;
  • g. zodra de noodzaak van de mantelzorgvoorziening is komen te vervallen, wordt het gebruik als woonruimte beëindigd.
9.5.5 Evenementen

Evenementen gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving onder 9.1 mogen maximaal 12 keer per jaar, voor een aaneengesloten periode van maximaal 15 dagen (inclusief opbouwen en afbreken) plaatsvinden.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels
9.6.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van detailhandel op de verdieping

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 9.5.2, ten behoeve van het toestaan van de om artikel 9.1 genoemde functies met uitzondering van horeca in andere bouwlagen dan de begane grond, mits:

  • a. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. op eigen terrein in de extra parkeerbehoefte kan worden voorzien;
  • c. vooraf een positief advies is verkregen van de brandweer en/of de hulpdiensten.
9.6.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van een horecabedrijf

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 9.1, ten behoeve van de vestiging van een horecabedrijf, elders dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie3', mits:

  • a. het een horecabedrijf van maximaal categorie 3 of 4 betreft;
  • b. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. op eigen terrein in de extra parkeerbehoefte kan worden voorzien;
  • d. vooraf een positief advies is verkregen van de brandweer en/of de hulpdiensten.
9.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk ziijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing

9.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing

9.9 Wijzigingsbevoegdheid

niet van toepassing