direct naar inhoud van 4.4 Archeologie
Plan: Bestemmingsplan Lus van Linne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000205-VG01

4.4 Archeologie

Algemeen/relevantie voor het plan(gebied)

Eventueel aanwezige archeologische waarden zijn beschermd via de herziene Monumentenwet 1988, zoals in werking sinds 1 september 2007. In deze wet is het verdrag van Malta in de Nederlands wetgeving geïmplementeerd. De Monumentenwet schrijft voor dat het gebied in voldoende mate archeologisch wordt onderzocht, zowel ten behoeve van het bestemmingsplan als ten behoeve van de verlening van de ontgrondingsvergunning. Op basis van dit archeologisch onderzoek wordt besloten of eventuele vervolgstappen genomen moeten worden. De initiatiefnemer kan worden verplicht tot het nemen van conserverende maatregelen, tot het doen van opgravingen of tot het laten begeleiden van het werk door een archeologisch deskundige.

De herinrichting van de Lus van Linne vraagt een omvangrijk grondverzet. Dit kan leiden tot het verstoren van archeologische waarden en informatie, voor zover deze nog aanwezig zijn en niet verloren gegaan bij eerdere vergravingen en/of verspoelingen.

Mits er zorgvuldig gewerkt wordt, kunnen ontgrondingen ook kansen bieden om de historische ontwikkeling van gebieden te ontdekken en opnieuw beleefbaar te maken. Historische sporen kunnen worden blootgelegd en gedocumenteerd. Niet zelden komt bij ontgrondingen archeologische informatie uit de ondergrond boven.

(Deel)onderzoek(en)

Ten behoeve van het MER en de vergunningvoorbereiding is door Grontmij een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd van het plangebied Lus van Linne (Geraeds, 2010). Het rapport beschrijft de cultuurhistorische bewonings-, landgebruiks- en ontgrondingsgeschiedenis, de aardkundige waarden en de archeologische ontwikkeling van de Lus van Linne. Op basis daarvan wordt een gespecificeerde verwachting gegeven van de trefkans op archeologische vondsten.

Het rapport is door de archeologen van de Provincie Limburg beoordeeld als helder, overzichtelijk en goed onderbouwd en wordt dan ook door de Provincie onderschreven (provincie Limburg, 29 maart 2010).

De meer recente cultuurhistorische ontwikkeling van de Lus van Linne is in een afzonderlijke rapportage geanalyseerd en gedocumenteerd (Allewijn, 2010). Allewijn beschrijft met name de ontginnings-, bouw- en ontgrondingsgeschiedenis van het plangebied.

Resultaten

In plangebied komen geen archeologische monumenten (AMK) voor. In het archeologisch informatiesysteem ARCHIS 2 staan vier vondsten geregistreerd: één geweibijl uit de Ijzertijd, twee Romeinse munten, één Romeinse enterhaak en één ijzeren lanspunt uit de Middeleeuwen. De exacte vondstplekken zijn onbekend. Uit de directe nabijheid zijn achttien vindplaatsen bekend.

Op 7 juli 2011 heeft de gemeenteraad van Roermond de nieuwe Archeologienota 2011 vastgesteld. Op basis van de beleidskaart behorende bij deze nota is een klein deel van het plangebied op de kaart gelegen in een gebied dat is gekwalificeerd als 'Gebied met hoge archeologische verwachtiging'. Om de in het plangebied eventueel aanwezige waarden te beschermen is in dit bestemmingsplan de dubbelbestemming 'Waarde- Archeologie' opgenomen. Op de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart van de gemeente Roermond (Ellenkamp e.a. 2006) heeft het plangebied grotendeels een lage verwachtingswaarde. In enkele van deze gebieden moet de kans op met water gerelateerde archeologische resten door een bureauonderzoek gespecificeerd worden. In dit gespecificeerde nadere verwachtingsonderzoek (Geraeds, 2010) is vastgesteld dat de kans op het aantreffen van losse vondsten zeer klein is, omdat het grootste deel van het plangebied reeds is verstoord als gevolg van grindwinning. De kans op het aantreffen van archeologische vindplaatsen uit alle perioden in nagenoeg nihil.

Alleen direct ten noordwesten van de Osenplas is sprake van een hoge verwachtingswaarde. Dit gebied blijft in de plannen onaangeroerd. Mochten alhier alsnog graafwerkzaamheden gaan plaatsvinden, dan dient een nader bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (IVO) te worden uitgevoerd.

Het is echter niet uitgesloten dat in dat deel van het plangebied waar grindwinning gaat plaatsvinden toch archeologische waarden kunnen worden aangetroffen.

Conclusie

Vanuit het aspect archeologie zijn geen belemmeringen te verwachten voor de voorgestane ontwikkeling van het plangebied. Ter bescherming van de eventueel aanwezige archeologische waarden, in de uiterste noordwesthoek van het plangebied, is in voorliggend bestemmingsplan ter plaatse een dubbelbestemming opgenomen met een adequaat beschermingsregime.