direct naar inhoud van Artikel 8 Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed
Plan: Bestemmingsplan Lus van Linne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000205-VG01

Artikel 8 Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed, waaronder stroomgeleidende voorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Bouwverbod

Op de voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' bestemde gronden mag niet worden gebouwd.

8.2.2 Uitzondering

Het in lid 8.2.1 opgenomen verbod is niet van toepassing op de bouwwerken die krachtens de overige voor deze gronden geldende bestemming(en) opgericht mogen worden, met dien verstande dat de daarvoor vereiste vergunning op grond van artikel 6.5 van de Waterwet verleend moet zijn of redelijkerwijs verleend kan worden, of aangetoond is dat een dergelijke vergunning niet noodzakelijk is.

8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.3.1 Aanlegverbod

Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het afgraven of ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verwijderen, ontgraven en vergraven van dijken, taluds, kades en andere waterkerende of stroomgeleidende voorzieningen;
  • c. het aanleggen, veranderen of dempen van wateren en waterlopen;
  • d. het aanleggen van bestratingen of andere oppervlakteverhardingen;
  • e. de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • f. het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere houtgewassen hoger dan 1,50 m die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig zijn;
  • g. het planten van bomen en andere houtige gewassen, ter plaatse waar deze gronden hiermee niet beplant waren ten tijde van het van kracht worden van het plan.
8.3.2 Uitzonderingen

Het in lid 8.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning mogen worden uitgevoerd;
  • c. plaats vinden in de bestemmingen 'Natuur - Na ontgronding/opvulling' of 'Water - Na ontgronding/opvulling' voor zover deze werken en werkzaamheden plaatsvinden overeenkomstig een daarvoor door het bevoegd gezag verleende ontgrondingsvergunning;
  • d. met dien verstande dat voor de onder a t/m c genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden een vereiste vergunning op grond van artikel 6.5 van de Waterwet verleend moet zijn of redelijkerwijs verleend kan worden of aangetoond is dat een dergelijke vergunning niet noodzakelijk is.
8.3.3 Voorwaarden voor verlening

De in lid 8.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien aangetoond is dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan bescherming en behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed, waaronder stroomgeleidende voorzieningen, en voordat de omgevingsvergunning wordt verleend advies wordt ingewonnen bij Rijkswaterstaat.