direct naar inhoud van Artikel 5 Water
Plan: Bestemmingsplan Lus van Linne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000205-VG01

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van ecologische en natuurwaarden, in het bijzonder op en langs de oevers;
  • c. beroepsvaart;
  • d. recreatief medegebruik, waaronder voor plezier-/recreatievaart met gemotoriseerde vaartuigen met daarbij behorende voorzieningen;
  • e. extensief dagrecreatief medegebruik met daarbij behorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • b. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m².
5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 voor het bouwen van steigers, mits de ecologische en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het afgraven of ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verwijderen, ontgraven en vergraven van dijken, taluds, kades en andere waterkerende of watergeleidende voorzieningen;
  • c. het aanleggen, veranderen of dempen van wateren en waterlopen;
  • d. het aanleggen van bestratingen of andere oppervlakteverhardingen;
  • e. de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • f. het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere houtgewassen hoger dan 1,50 m die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig zijn;
  • g. het planten van bomen en andere houtige gewassen, ter plaatse waar deze gronden hiermee niet beplant waren ten tijde van het van kracht worden van het plan.
5.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. vallen onder de omgevingsvergunningplicht voor het vellen van een houtopstand zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening;
  • c. op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning mogen worden uitgevoerd.
5.4.3 Voorwaarden voor verlening

De in lid 5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien aangetoond is dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waarden van de betreffende en omringende gronden.