direct naar inhoud van Artikel 3 Natuur
Plan: Bestemmingsplan Lus van Linne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000205-VG01

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke en natuurwaarden;
  • b. onverharde of halfverharde paden en wegen;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder stroomgeleidende voorzieningen;
  • d. extensief dagrecreatief medegebruik.
3.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde of kleine gebouwen ten dienste van de bestemming, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen.
  • b. Het bebouwd oppervlak mag per bouwwerk of gebouw niet meer bedragen dan 25 m².
  • c. De landschappelijke en natuurwaarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.1voor het toestaan van het gebruik van gronden voor parkeervoorzieningen ten behoeve van bezoekers en/of beheer van het natuurterrein, mits de landschappelijke en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast

3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

3.5.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het afgraven of ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verwijderen, ontgraven en vergraven van dijken, taluds, kades en andere waterkerende of stroomgeleidende voorzieningen;
  • c. het aanleggen, veranderen of dempen van wateren en waterlopen;
  • d. het aanleggen van bestratingen of andere oppervlakteverhardingen;
  • e. de aanleg van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • f. het ontginnen of scheuren van grasland;
  • g. het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere houtgewassen hoger dan 1,50 m die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig zijn;
  • h. het planten van bomen en andere houtige gewassen, ter plaatse waar deze gronden hiermee niet beplant waren ten tijde van het van kracht worden van het plan.
3.5.2 Uitzonderingen

Het in lid 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. vallen onder de omgevingsvergunningplicht voor het vellen van een houtopstand zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening;
  • c. op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning mogen worden uitgevoerd.
3.5.3 Voorwaarden voor verlening

De in lid 3.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien aangetoond is dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waarden van de betreffende en omringende gronden.