direct naar inhoud van Artikel 4 Recreatie-Recreatiewoningen
Plan: Kop Hatenboer
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000175-ON01

Artikel 4 Recreatie-Recreatiewoningen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Recreatie-Recreatiewoningen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maximaal 74 grondgebonden recreatiewoningen;
  • b. terrassen ter plaatse van de aanduiding "terras";
  • c. bijgebouwen en trappartijen ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen".

een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan aan deze bestemming, waarbij tevens wordt voldaan aan de volgende regels:

4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende eisen:

bouwvorm   a. aaneengesloten woningen ter plaatse van de aanduiding "aaneengesloten woningen"
b. twee aaneenwoningen ter plaatse van de aanduiding "twee-aaneen"
c. vrijstaande woningen ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand"  
situering   uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak"  
bouwhoogte   niet meer dan op de verbeelding aangegeven  

4.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende eisen:

situering   ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen"  
bouwhoogte   maximaal 3,50 meter  

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat uitsluitend trappartijen en terrassen zijn toegestaan, waarbij de volgende eisen van toepassing zijn:

t.a.v. trappartijen    
situering   uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen"  
bouwhoogte   maximaal 2,50 meter  
t.a.v. terrassen    
situering   uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "terras"  
bouwhoogte   maximaal 2 meter  

4.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik voor seksinrichting;
  • b. het doen of laten gebruiken voor permanente bewoning;
  • c. het gebruik voor propaantanks met een inhoud kleiner dan 13 m³ waarvan de veiligheids-afstanden zoals aangegeven in artikel 3.28 van het Activiteitenbesluit buiten de bouwperceelsgrens liggen.