direct naar inhoud van Artikel 11 Algemene aanduidingsregels
Plan: Fietspad Roerdal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000166-VG01

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

11.1 vrijwaringszone - tunnel
11.1.1 aanduidingomschrijving

de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - tunnel' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de constructie en stabiliteit van de tunnel en de aanwezige grond- en waterkelder ten behoeve van de tunnel.

11.1.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn op de in artikelĀ 11.1.1 bedoelde gronden geen bouwwerken toegestaan, zulks met uitzondering van bouwwerken, welke samenhangen met de tunnel op de gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone - tunnel'.

11.1.3 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikelĀ 11.1.2 voor het toestaan van de in artikelĀ 11.1.1 genoemde functies en het bouwen van bouwwerken, op of onder het maaiveld, ten behoeve van die functies voor zover in overeenstemming met de andere bestemming, mits de realisatie van het bouwwerk niet een zodanige belasting van de bodem oplevert dat er een onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan voor de constructie en/of stabiliteit van de tunnel.

11.1.4 aanlegvergunningstelsel

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van Burgemeester en Wethouders op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en/of of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  • c. het verrichten van graafwerkzaamheden;
  • d. het heien of het in de grond brengen van andere voorwerpen.
11.1.5 Het in artikel 11.1.4 bepaalde is niet van toepassing:
  • a. Voor werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
  • b. Werken of werkzaamheden tot een diepte van 1.00 m onder maaiveld;
  • c. Werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, vrijstelling of anderszins mogen worden uitgevoerd.
11.1.6 Burgemeester en wethouders verlenen geen aanlegvergunning dan nadat de beheerder van de tunnel is gehoord.