direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Binnenstad Roermond
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000150-VG01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in Bijlage 1 bij deze regels. Onder de hier bedoelde bedrijven worden niet begrepen geluidhinderlijke inrichtingen, horecabedrijven en detailhandelsbedrijven;
  • b. een drukkerij (categorie 3.2) uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - drukkerij';
  • c. een gemeentewerf (categorie 3.1) met kantoorfunctie uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gemeentewerf'';
  • d. een kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • e. een zendmast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'antennemast';
  • f. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • g. een opleidingsinstituut met een praktijkruimte voor bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf- opleidingsinstituut'.

met daarbij behorende:

  • h. verkeersvoorzieningen;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. water- en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

op de als ‘Bedrijf’ bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 3.1 genoemde functies worden gebouwd;

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gebouwd ;
  • b. de maximale bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' weergegeven maat;
  • c. het maximale bebouwingspercentage van het bouwvlak bedraagt 100%, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage' een andere percentage als maximum staat aangegeven.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 3 meter;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen bedraagt ten hoogste 5 meter;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' bedraagt de maximale bouwhoogte 30 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van de gronden wordt in elk geval begrepen:

  • a. het gebruik van gronden als staanplaats of ligplaats voor onderkomens;
  • b. het gebruik van gronden voor woondoeleinden;
  • c. het gebruik van gronden voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Gelijkwaardige bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.1 ten behoeve van de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die niet staan genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in Bijlage 1 bij deze regels, maar die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten genoemd in 3.1 onder a.

3.4.2 Bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.1 ten behoeve van de uitoefening van bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie, indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten genoemd in 3.1 onder a, mits:

  • a. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling betrokken worden: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continu karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.