direct naar inhoud van Artikel 27 Algemene aanduidingsregels
Plan: Kern Swalmen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000129-VG01

Artikel 27 Algemene aanduidingsregels

27.1 Geluidszone - industrie

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone-industrielawaai' is het bouwen van nieuwe gebouwen met een geluidsgevoelige bestemming of het in gebruik nemen van een nieuwe geluidsgevoelige functie overeenkomstig de Wet geluidhinder, een en ander zoals in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van dit plan, uitsluitend toegestaan, indien is gebleken dat de geluidsbelasting vanwege het industrielawaai op de gevels van de gebouwen met deze geluidsgevoelige bestemming of waarin de nieuwe geluidsgevoelige functie wordt uitgeoefend, niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

27.2 Vrijwaringszone-tunnel

In afwijking van het bepaalde in de bestemmingen zoals opgenomen in hoofdstuk 2 van deze regels, mogen ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-tunnel' geen bouwwerken worden gebouwd, zulks met uitzondering van bouwwerken, welke samenhangen met de tunnel.

27.2.1 Afwijken door middel van een omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2voor het bouwen van bouwwerken welke zijn toegelaten krachtens de aan de desbetreffende gronden gegeven bestemming indien het bouwen boven dan wel onder maaiveld of de aanwezigheid van het bouwwerk ter plaatse niet een zodanige belasting van de bodem oplevert dat er een onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan voor de constructie of stabiliteit van de tunnel.

27.2.2 Voorwaarde afwijken door middel van een omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders verlenen geen omgevingsvergunning dan nadat de beheerder van de tunnel is gehoord.

27.2.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden
a Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-tunnel' de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, niet zijnde normale onderhoudswerkzaamheden, te verrichten:

  • 1. het ophogen, egaliseren, verlagen of afgraven van de bodem;
  • 2. het aanbrengen van diepgewortelde beplantingen;
  • 3. het verrichten van graafwerkzaamheden;
  • 4. het heien of het in de grond brengen van andere voorwerpen.

b Uitzonderingen

Het bepaalde in a. is niet van toepassing voor:

  • 1. werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en- gebruik;
  • 2. werken of werkzaamheden tot een diepte van 1,00 m onder maaiveld;
  • 3. werken of werkzaamheden welke op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan in uitvoering zijn danwel waarvoor op voornoemd tijdstip vergunning is verleend.

c Toelaatbaarheid
  • 1. De werken of werkzaamheden als bedoeld in a. mogen door burgemeester en wethouders slechts worden toegestaan, indien uitvoering ervan geen onevenredige schade of ander onevenredig nadeel toebrengt of kan toebrengen aan de constructie of stabiliteit van de tunnel;
  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden dan nadat de beheerder van de tunnel is gehoord.


27.3 Vrijwaringszone-weg
27.3.1 Bouwregels
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-weg 1' mag geen bebouwing worden opgericht, anders dan met de A73 verband houdende bouwwerken, zoals geluidwerende en ecologische voorzieningen;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-weg 2' mag geen bebouwing worden opgericht, anders dan met de A73 verband houdende bouwwerken, zoals geluidwerende en ecologische voorzieningen.

27.3.2 Omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.3.1b, voor de bouw van bouwwerken welke zijn toegelaten krachtens de aan de desbetreffende gronden gegeven bestemming mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van het wegverkeer, nadat de wegbeheerder terzake is gehoord.

27.3.3 Bestaande bebouwing

De in 27.3.2 bedoelde omgevingsvergunning wordt geacht te zijn verleend ten aanzien van bouwwerken, of een complex van bouwwerken die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan, dan wel mogen worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen.