direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijventerrein
Plan: Kern Swalmen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0957.BP00000129-VG01

Artikel 6 Bedrijventerrein

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die staan vermeld in de categorie 2, 3.1 en 3.2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regels, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, detailhandel, bedrijven die vallen onder het Bevi, propaantanks met een inhoud kleiner dan 13 m³ waarvan de veiligheidsafstanden, zoals aangegeven in artikel 3.28 van het Activiteitenbesluit tot buiten de bouwperceelsgrens reiken en horecabedrijven;
  • b. (ondergrondse) infiltratie- en bergingsvoorzieningen;
  • c. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • d. één burgerwoning ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • e. detailhandel uitsluitend in de vorm van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein-detailhandel in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen';
  • f. detailhandel in auto's uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf- detailhandel in auto's';

Het gebruik als bedoeld onder 6.1 onder d. geldt tot het tijdstip waarop de afwijkende functie is vervangen door een functie die past binnen de bestemmingsomschrijving in 6.1 onder a, dan wel gronden en/ of opstallen gedurende twee jaar niet meer voor de afwijkende functie zijn gebruikt en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet.


met de daarbij behorende:

  • g. gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en open terreinen;
  • h. verkeersvoorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'groen' uitsluitend groenvoorzieningen zijn toegestaan;
  • j. parkeervoorzieningen, waarbij geldt dat per bedrijf gezorgd dient te worden voor voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, conform de parkeernormen zoals opgenomen in bijlage 3 van deze regels;
  • k. nutsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen, geen (bedrijfs)woningen en bijgebouwen bij (bedrijfs)woningen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. het maximale bebouwingspercentage per bouwperceel bedraagt maximaal 60%, waarbij het bouwperceel een maximale omvang van 3.000 m² mag hebben;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 12,00 m bedragen, met dien verstande dat alle bebouwing, gelegen binnen 50 meter vanuit de grens van de bestemming, niet hoger dan 8,00 m mogen zijn;
  • c. de afstand tot enige perceelsgrens bedraagt minimaal 3,00 m met dien verstande dat de afstand tot het hart van de weg ten minste 15,00 m bedraagt;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder sub a. t/m c. geldt voor gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen dat:
    • 1. de maximale bouwhoogte 3,00 m bedraagt;
    • 2. de oppervlakte maximaal 15 m² bedraagt.
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'groen' is geen bebouwing toegestaan.

6.2.2 Bedrijfs- en burgerwoningen

Voor het bouwen van bedrijfs- en burgerwoningen gelden de volgende regels:

  • a. nieuwe bedrijfs- en burgerwoningen zijn niet toegestaan, behoudens vervangende nieuwbouw;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6,50 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9,00 m;
  • d. de minimale afstand tot zijdelingse perceelgrens bedraagt 3 meter;
  • e. de maximale inhoud bedraagt 750 m³.

6.2.3 Bijgebouwen bij bedrijfs- en burgerwoningen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfs- en burgerwoningen gelden de volgende regels:

  • a. de maximale goothoogte bedraagt 4,00 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 6,00 meter;
  • c. bijgebouwen dienen tenminste 3,00 m achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw te worden geplaatst, tenzij het een aan de wegzijde open stallingruimte voor personenauto's betreft;
  • d. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 70 m².

6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte mag niet meer dan 10,00 m bedragen met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte niet meer dan 2,00 m mag bedragen;
  • b. ze dienen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming te passen.


6.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de blootstelling aan giftige stoffen en uitpandige vluchtroutes, nadere eisen te stellen aan:

  • a. de situering van bouwwerken (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde);
  • b. de inrichting van terreinen;
  • c. de bruto vloeroppervlakte (bvo) en de hoogte van gebouwen;
  • d. de wijze van afsluitbaarheid van mechanische ventilatiesystemen.


6.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.1onder a.:

  • a. voor een bebouwingspercentage van 80%, mits dit percentage vanuit bedrijfseconomische dan wel andere bedrijfsomstandigheden noodzakelijk is, waarbij voldoende parkeergelegenheid en opslagmogelijkheden behouden blijven.
  • b. voor het toestaan van een groter bouwperceel, tot maximaal 5.000 m², indien het betreft een elders in de gemeente gevestigd bedrijf dat ter plaatse niet gehandhaafd kan worden en waarvan de omvang en/of aard van het bedrijf zulks vordert en het uit gemeentelijk oogpunt onredelijk is om het bedrijf te verwijzen naar een regionaal bedrijventerrein.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.1 ten behoeve van:

  • a. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een hogere categorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 6.1 indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 6.1;
  • b. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 6.1, maar niet in de Lijst van bedrijfsactiviteiten wordt genoemd;

Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.

  • c. de uitoefening van ondergeschikte detailhandel mits het betreft:
      • handel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd of grotendeels bewerkt, alsmede goederen die in directe relatie staan met de aard van het bedrijf, waarbij maximaal 10% van het bebouwd oppervlak, met een maximum van 400 m², voor detailhandel mag worden gebruikt; voedings- en genotmiddelen zijn van deze afwijking uitgesloten;
      • de handel in auto's uitsluitend ten behoeve van uit de bebouwde kom van Swalmen te verplaatsen garagebedrijven en/ of autohandel.

6.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'wonen' te wijzigen in de aanduiding 'bedrijfswoning', mits:

  • a. de betreffende woning onderdeel uitmaakt van een bedrijf dat ligt op hetzelfde perceel als de woning, danwel onderdeel uitmaakt van een bedrijf dat ligt op een perceel dat grenst aan het perceel waarop de woning is gelegen.