direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Paraplubestemmingsplan Kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0946.BPParapluKernen-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In de gemeente Nederweert vigeren een groot aantal bestemmmingsplannen en beheersverordeningen voor het bebouwd gebied. Het betreffen de kernen Nederweert (inclusief de uitbreidingswijken Kerneelhoven, Hoebenakker, Meerveld en het bedrijventerrein Pannenweg Oost en West), Ospel (inclusief de uitbreidingswijk Houwakker/Vlut, Ospeldijk en het bedrijventerrein), Nederweert Eind en Leveroy. Daarnaast is het bedrijventerrein Aan Veertien onderdeel van het bebouwde gebied. In de praktijk is bij de toetsing van aanvragen voor omgevingsverguningen aan deze vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen gebleken dat in de vigerende plannen en beheersverordeningen voor het bebouwd gebied een vijftal onderwerpen niet geregeld zijn zoals deze (oorspronkelijk) bedoeld zijn. Hierdoor heeft de gemeente te weinig grip op deze onderwerpen.

Het heeft betrekking op de volgende onderwerpen:

  • Wonen: binnen de vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen wordt binnen de diverse bestemmingen 'wonen' toegestaan. Beoogd is de woonfunctie te beperken tot één huishouden per woning. Aangezien het begrip 'wonen' veelal niet nader is gedefinieerd en de Raad van State meermaals heeft bepaald dat onder 'wonen' ook minder traditionele woonvormen moeten worden begrepen, zoals studenten, arbeidsmigranten, etc., maken dergelijke bestemmingen meer mogelijk dan gewenst. Door alsnog de nodige begrippen op te nemen voor onder meer 'wonen' en 'huishouden', en de benodigde koppelingen tussen de begrippen te leggen, kan dit alsnog worden ondervangen.
  • Parkeren: als gevolg van het vervallen van de aanvullende werking van stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening op bestemmingsplannen en beheersverordeningen, is het zaak de nog relevante bepalling uit de bouwverordening over te nemen in de bestemmingsplannen en beheersverordeningen. Dit is in elk geval van belang voor de gemeentelijke parkeernomen. Door op dat punt te voorzien in een algemene bouw- en gebruiksregel in bestemmingsplannen, kunnen alsnog voorwaarden worden gesteld aan de te treffen parkeervoorzieningen bij de vergunningverlening voor een bouwwerk of een wijziging van gebruik.
  • Bouwwerken, geen gebouwen zijnde: in de vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen is binnen de diverse woonbestemmingen ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vaak alleen voor zien in een maximum bouwhoogte en niet in regels ten aanzien van de situering dan wel de maximale gezamenlijke oppervlakte. Het is derhalve gewenst om voor die aspecten regels toe te voegen aan de geldende bestemmingsplannen en beheersverordeningen.
  • Bedrijven: in een aantal vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen is binnen de bestemming 'Bedrijven' in de woonomgeving aangegeven dat industriële, ambachtelijke en (groot)handelsbedrijven die niet omgevingsvergunningplichtig zijn rechtstreeks zijn toegestaan, zonder daaraan een ten hoogste toegelaten milieucategorie te verbinden. Als gevolg daarvan zijn bedrijven toegelaten die voor wat betreft ruimtelijke uitstraling (milieuaspecten) niet inpasbaar zijn in een woonomgeving. Dit is niet wenselijk.
  • Afkoppeling hemelwater: de vigerende bestemmingsplannen en beheersverordeningen bieden de nodige bouwmogelijkheden, zonder dat eisen zijn gesteld ten aanzien van het in voldoende mate op eigen terrein afkoppelen/infiltreren van hemelwater. Het is wenselijk voor dit aspect een algemene bouwregel toe te voegen aan de geldende bestemmingsplannen en beheersverordeningen, waarbij wordt aangesloten bij het “Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021” met de bijbehorende bijlagen (vastgesteld d.d. 13 december 2016).

De gemeente Nederweert streeft ernaar om uiterlijk dit jaar nog (voordat de Omgevingswet (naar verwachting) per 1 januari 2022 inwerking treedt) alle bestemmingsplannen en beheersverordeningen op deze vijf onderwerpen aan te passen. Het is daarvoor niet noodzakelijk om alle bestemmingsplannen en beheersverordeningen opnieuw te laten vaststellen. Het wijzigen van alle bestemmingsplannen en beheersverordeningen in het bebouwd gebied (kernen) van de gemeente Nederweert, kan mogelijk worden gemaakt middels het vaststellen van één overkoepelend bestemmingsplan (paraplubestemmingsplan) voor de vigerende digitaal vastgestelde bestemmingsplannen één overkoepelend bestemmingsplan (paraplubestemmingsplan) voor de vigerende analoog vastgestelde bestemmingsplannen en één overkoepelende beheersverordening (paraplubeheersverordening) voor de geldende beheersverordeningen, specifiek gericht op de hiervoor genoemde onderwerpen.

Door middel van voorliggend paraplubestemmingsplan worden de vigerende digitaal vastgestelde bestemmingsplannen aangepast. Dit paraplubestemmingsplan vervangt de bepaling omtrent de genoemde onderwerpen in de vigerende digitaal vastgestelde bestemmingsplannen en voorziet in één uniforme regeling voor het plangebied van de vigerende digitaal vastgestelde bestemmingsplannen. Voor het overige blijven de desbetreffende (vigerende) bestemmingsplannen van kracht.

1.2 Doel

Het voorliggende paraplubestemmingsplan voorziet in één eenduidige regeling met betrekking tot hiervoor genoemde onderwerpen: wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven en afkoppelen hemelwater, voor alle digitaal vastgestelde bestemmingsplannen binnen het bebouwde gebied (kernen) van de gemeente Nederweert. Hiermee wordt derhalve beoogd om één uniforme regeling op te nemen aangaande de genoemde onderwerpen voor het bebouwde gebied (kernen) van de gemeente Nederweert.

1.3 Begrenzing plangebied

De gemeente Nederweert stelt twee paraplubestemmingsplannen (voor de digitale bestemmingsplannen en de analoge bestemmingsplannen) en één paraplubeheersverordening (voor de beheersverordeningen) op, welke betrekking hebben op het bebouwd gebied (kernen) van de gemeente Nederweert, met uitzondering van bestemmingsplannen die in dezelfde periode in procedure zijn als onderhavige bestemmingsplan of op korte termijn alsnog worden herzien. Met betrekking tot de genoemde onderwerpen: wonen, parkeren, bouwwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven en afkoppelen hemelwater worden parapluplannen c.q. een paraplubeheersverordening opgesteld ten behoeve van de bestaande digitale bestemmingsplannen welke digitaal worden herzien, bestaande analoge bestemmingsplan welke op papier worden herzien en bestaande beheersverordeningen welke door middel van een beheersverordening worden herzien.

Onderhavig paraplubestemmingsplan richt zich op de digitaal (vastgestelde) bestemmings- en wijzigingsplannen binnen het bebouwd gebied (kernen) van de gemeente Nederweert. Onderhavig paraplubestemmingsplan is ook van toepassing op vigerende wijzigingsplannen (voor zover aan de orde), omdat wijzigingsplannen na vaststelling ingevolge artikel 3.6 lid 3 Wro worden geacht onderdeel uit te maken van het moederplan, waardoor ze vervolgens ook partieel kunnen worden herzien met een paraplubestemmingsplan.

1.4 Vigerende bestemmingsplannen

Binnen het plangebied van dit bestemmingsplan gelden de navolgende digitale plannen die met dit paraplubestemmingsplan partieel worden herzien:

Nederweert (inclusief Kerneelhoven, Hoebenakker, Merenveld en bedrijventerrein Pannenweg Oost en West)

Bestemmings- en wijzigingsplannen   IMRO/IDN   Vastgesteld  
Hoebenakker   NL.IMRO.0946.BPhoebenakker-VG02   19 april 2011  
Centrum, Nederweert   NL.IMRO.0946.BPcentrumNeder2010-VG01   31 mei 2011  
Bedrijvenpark Pannenweg-West   NL.IMRO.0946.BPpannenweg2010-VA01   18 december 2012  
Hoebenakker 2013   NL.IMRO.0946.BPHoebenakker2013-OH01   7 mei 2013  
Herziening uitbreidingslocaties Merenveld   NL.IMRO.0946.BPMERENVELD2015-VA01   16 juni 2015  
7 woningen Montgomerystraat Nederweert   NL.IMRO.0946.BPMontgomeryst2015-VA01   29 september 2015  
Platinastraat 34 (wp)   NL.IMRO.0946.WPPlatinastraat34-VA01   24 mei 2016  
Woonservice - zone St. Joseph   NL.IMRO.0946.BPsintjoseph2011-VAS1   15 maart 2016  
Kerkstraat 39 te Nederweert   NL.IMRO.0946.BPKerkstraat39-va01   27 september 2016  
Pannenweg 222   NL.IMRO.0946.BPPannenweg2222013-VA01   14 maart 2017  
Kerkstraat 90   NL.IMRO.0946.BPKerkstraat902016-VA01   18 april 2017  
Kerneelhoven - Oost (Nooitgedacht 2016)   NL.IMRO.0946.BPNooitgedacht2016-VA01   6 juni 2017  
Sint Rochusstraat 14 Nederweert   NL.IMRO.0946.BPStRochusstr2018-VA01   5 juni 2018  
Hoebenakker - Salmespad   NL.IMRO.0946.BPHoebenakker2018-VA01   4 september 2018  
Smisserstraat 36   NL.IMRO.0946.BPSmisserstraat36-VA01   4 september 2018  
Randweg West leisurekwadrant   NL.IMRO.0946.BPRandwegwleis2018-VA01   5 februari 2019  
Centrum locatie Burgemeester Hobusstraat, Nederweert   NL.IMRO.0946.BPcentrBurgHob2018-VA01   28 mei 2019  
Paulus Holtenstraat 20 te Nederweert   NL.IMRO.0946.BPPaulHoltenstr20-VG01   21 april 2020  
Appartementen Harrie Carisstraat Nederweert   NL.IMRO.0946.BPAppHarCarstr2020-VA01   15 september 2020  

Ospel (inclusief Houwakker/Vlut, en het bedrijventerrein)

Bestemmingsplannen   IMRO/IDN   Vastgesteld  
Houwakker/Vlut Ospel, herziening 2015   NL.IMRO.0946.BPHouwakkVlut2015-VA01   14 juli 2015  
Woningen Waatskamp Ospel   NL.IMRO.0946.BPWaatskaong2015-VA01   15 maart 2016  
Houwakker Vlut Ospel, herziening 2017   NL.IMRO.0946.BPHouwakkVlut2017-VA01   14 november 2017  
Lochtstraat ong. Ospel   NL.IMRO.0946.BPLochtstraat2017-VA01   14 november 2017  
Lochtstraat 41   NL.IMRO.0946.BPLochtstraat41-VA01   14 november 2017  
Onze Lieve Vrouwestraat   NL.IMRO.0946.BPOLVstraat18-VA01   19 december 2017  

Nederweert Eind

Bestemmingsplannen   IMRO/IDN   Vastgesteld  
Tiskeswej 1e herziening   NL.IMRO.0946.BPTiskeswey2012-VA01   19 juni 2012  
Tiskeswey 2e herziening   NL.IMRO.0946.BPTiskeswej2015-VA01   15 maart 2016  
Pijlspits - Ahrensburgerstraat, Nederweert-Eind   NL.IMRO.0946.BPPijlspits2017-VA01   13 maart 2018  
Eynderhoof Nederweert   NL.IMRO.0946.BPMilderspaat2018-VA01   5 februari 2019  

Leveroy

Bestemmingsplannen   IMRO/IDN   Vastgesteld  
Kern Leveroy   NL.IMRO.0946.BPLeveroy2010-VA01   1 februari 2011  
Liesjeshoek ong. Leveroy   NL.IMRO.0946.BPLiesjeshong2011-VAST   8 mei 2012  
Kern Leveroy, reparatieplan   NL.IMRO.0946.BPLeveroycorre2012-VA01   19 juni 2012  
Heerbaan ongenummerd Leveroy   NL.IMRO.0946.BPHeerbaanong2017-VA01   13 maart 2018  
Sillenhoek ongenummerd te Leveroy   NL.IMRO.0946.BPSillenhoek2019-VA01   9 juli 2019  

De hiervoor genoemde bestemmingsplannen blijven naast dit paraplubestemmingsplan van kracht. De regels behorende bij dit paraplubestemmingsplan kunnen worden aangemerkt als een partiële herziening van de regels van de hiervoor genoemde vigerende bestemmingsplannen.

1.5 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de relevante beleidskaders van het Rijk, de provincie en de gemeente. In hoofdstuk 3 komen de sectorale aspecten (milieu, wate, archeologie en cultuurhistorie alsmede flora en fauna) aan bod. Hoofdstuk 4 bevat de toelichting op de juridische planopzet en de planregels. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op respectievelijk de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het planvoornemen. Tot slot komt in hoofdstuk 6 de procedure aan bod.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Inleiding

Bij ieder plan vindt inkadering binnen het beleid van de overheid plaats. Door een toetsing aan rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid ontstaat een duidelijk beeld van de marges waarbinnen het bestemmingsplan wordt opgezet. De beleidsinkadering dient een compleet beeld te geven van de ruimtelijke overwegingen en het relevant planologisch beleid.

Gemeenten zijn geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en vastgestelde beleid de kaders aan waarbinnen gemeente kunnen opereren. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste beleidsdocumenten, op Rijks, provinciaal en gemeentelijk niveau, toegelicht die gerelateerd zijn aan de in paragraaf 1.1 genoemde onderwerpen

2.2 Rijksbeleid

2.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Nederlandse overheid heeft in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte ambities vastgelegd waarin uiteengezet wordt hoe Nederland er in 2040 voor moet staan. Deze ambities heeft het Rijk verwoord in rijksdoelen en vervolgens aangegeven welke nationale belangen daarbij in het geding zijn. De structuurvisie heeft met name betrekking op elementen die van nationaal belang zijn. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte worden 13 nationale belangen benoemd die in de hedendaagse maatschappij extra aandacht dienen te krijgen.

De onderwerpen: wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven en afkoppeling hemelwater die met onderhavig paraplubestemmingsplan herzien worden, zijn dermate kleinschalig en van ondergeschikte aard dat hiermee geen van de nationale belangen in het geding zijn. De herziening van deze onderwerpen heeft slechts betrekking op de regels.

Derhalve moet worden geconcludeerd dat onderhavig paraplubestemmingsplan niet in strijd is met de 13 nationale belangen welke in onderhavige structuurvisie naar voren worden gebracht.

2.2.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening en Regeling algemene regels ruimtelijke ordening

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro) voorziet in de juridische borging van het nationaal ruimtelijk beleid. Concreet vormt het Barro een nadere concretisering van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. De 13 nationale belangen welke in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte worden uiteengezet, komen in het Barro wederom naar voren. Het Barro borgt deze nationale belangen op juridische wijze. Verdere uitwerking heeft vervolgens plaatsgevonden in de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Rarro).

In het kader van deregulering en decentralisatie is ervoor gekozen om de regels zoveel mogelijk door te laten werken op het niveau van de lokale besluitvorming. Door de nationale belangen in bestemmingsplannen te borgen, worden deze belangen reeds in een vroeg stadium vastgelegd, wat bijdraagt aan een versnelling van de besluitvorming bij ruimtelijke ontwikkelingen en vermindering van de bestuurlijke druk.

Gezien de aard van het planvoornemen en de in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening en Regeling algemene regels ruimtelijke ordening geregelde onderwerpen vormen deze geen belemmering voor onderhavig paraplubestemmingsplan gezien de kleinschaligheid en de ondergeschikte aard van de herziening naar aanleiding van de onderwerpen c.q. de aanpassing van de regels.

2.2.3 Besluit ruimtelijke ordening

Met de inwerkingtreding van het Barro heeft ook een wijziging plaatsgevonden van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro). In het Besluit ruimtelijke ordening is de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen, welke efficiënt ruimtegebruik nastreeft. De achterliggende gedachte van deze ladder voor duurzame verstedelijking is gericht op het bevorderen van zorgvuldig ruimtegebruik en het voorkomen van overprogrammering. De ladder voor duurzame verstedelijking komt in beeld wanneer nieuwe stedelijke ontwikkelingen planologisch mogelijk worden gemaakt. Daarop aansluitend geldt als uitgangspunt dat gemeenten en provincies verplicht zijn om in de toelichting van een ruimtelijk besluit aandacht te besteden aan de ladder voor duurzame verstedelijking indien een nieuwe stedelijke ontwikkeling wordt gerealiseerd. Onderhavig planvoornemen, het opstellen van een paraplubestemmingsplan, vormt geen stedelijke ontwikkeling in de zin van artikel 3.1.6 Bro.

2.2.4 Conclusie

Met onderhavig planvoornemen, het opstellen van een paraplubestemmingsplan, wordt in overeenstemming gehandeld met het Rijksbeleid. Indien onderhavig paraplubestemmingsplan in werking treedt, worden daarmee de nationale belangen niet geschaad. Derhalve moet worden geconcludeerd dat dit paraplubestemmingsplan past binnen het rijksbeleid.

2.3 Provinciaal en regionaal beleid

2.3.1 Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014

Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg is op 12 december 2014 door de Provinciale Staten vastgesteld. In het Provinciaal Omgevingsplan Limburg is een visie verankerd waarin centraal wordt gesteld welke elementen aandacht dienen te krijgen om de kwaliteit van de fysieke omgeving te verbeteren. Het POL streeft ernaar om het leef- en vestigingsklimaat van de provincie Limburg te verbeteren en op een doelmatigere wijze vorm te geven om zo burgers en bedrijven aan te trekken zodat zij zich kunnen vestigen in de Limburgse regio. Voorts worden in het POL zes essentiële elementen aan het licht gebracht welke in het POL nader worden uiteengezet, namelijk: het faciliteren van innovatie, het aantrekkelijk houden van de regio voor jongeren en arbeidskrachten, het versnellen van de energietransitie, de fundamenteel veranderde opgaven op het gebied van wonen en voorzieningen, de leefbaarheid van kernen en buurten en het inspelen op de klimaatverandering.

Het POL heeft vier wettelijke functies, namelijk: structuurvisie (Wet ruimtelijke ordening), provinciaal milieubeleidsplan (Wet milieubeheer), regionaal waterplan (Waterwet), Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan (Planwet verkeer en vervoer). Concreet richt het POL zich enkel op die zaken die er op provinciaal niveau echt toe doen en vragen om regionale oplossingen. Dit sluit aan bij de basisfilosofie en tevens bij de aanpak die de rijksoverheid in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte naar voren heeft gebracht. Daar worden immers 13 nationale belangen benoemd welke in de hedendaagse maatschappij extra aandacht dienen te krijgen.

Voorts worden in het POL twee belangrijke principes uiteengezet welke in het hedendaagse omgevingsbeleid zijn verankerd, namelijk:

  • 1. Kwaliteit staat centraal. Dat komt tot uiting in het koesteren van de gevarieerdheid van Limburg onder het motto 'meer stad, meer land', het bieden van ruimte voor verweving van functies, in kwaliteitsbewustzijn, en in dynamisch voorraadbeheer dat moet resulteren in een nieuwe vorm van groeien. Algemene principes voor duurzame verstedelijking sluiten hierop aan, zoals de ladder van duurzame verstedelijking en de prioriteit voor herbenutting van cultuurhistorische en beeldbepalende gebouwen.
  • 2. Uitnodigen staat centraal. Dat gaat meer over de manier waarop we samen met onze partners dat voortreffelijke leef- en vestigingsklimaat willen realiseren. Met instrumenten op maat en ruimte om te experimenteren. De Provincie wil hierbij selectief zijn: het POL richt zich alleen op die zaken die er op provinciaal niveau echt toe doen en vragen om regionale oplossingen.

Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014 vormt geen belemmering voor onderhavig paraplubestemmingsplan gezien de kleinschaligheid en de ondergeschikte aard van de herziening naar aanleiding van de onderwerpen c.q. de aanpassing van de regels.

2.3.2 Omgevingsverordening Limburg 2014

Provinciale Staten heeft op 12 december 2014 de Omgevingsverordening Limburg 2014 vastgesteld. Daarop aansluitend is deze omgevingsverordening op 11 november 2016 op een aantal punten gewijzigd. Deze omgevingsverordening voorziet in de juridische borging van de eerder met de Limburgse gemeenten gemaakte bestuursafspraken. De onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven en afkoppeling hemelwater waarop dit paraplubestemminsplan betrekking heeft dermate kleinschalig en van ondergeschikte aard dat deze alleen tot aanpassing van de regels leidt. Het voorziet juist in een verbetering en verduidelijking van de planologisch-juridische regeling. Hiermee wordt geen afbreuk gedaan aan de juridische borging van thema's in de omgevingsverordening.

Met inachtneming van de uitgangspunten welke in de Omgevingsverordening Limburg 2014 worden gesteld, moet worden opgemerkt dat onderhavig paraplubestemmingsplan in overeenstemming handelt met deze uitgangspunten.

2.3.3 Conclusie

Met onderhavig paraplubestemmingsplan wordt geheel in overeenstemming gehandeld met het Provinciaal Omgevinsplan Limburg 2014 en de Omgevingsverordening Limburg 2014. Het onderhavig paraplubestemmingsplan voorziet gezien de kleinschaligheid en de ondergeschikte aard slechts in de aanpassing van de regels voor de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven en afkoppeling hemelwater. Er ontstaat hierdoor een verbetering van het planologisch-juridisch regime, maar hierdoor is geen sprake van een 'ander' bestemmingsplan.

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Structuurvisie Nederweert

De gemeente heeft op 9 november 2010 de structuurvisie Nederweert vastgesteld. Om inhoudelijk goed sturing te geven maakt de structuurvisie Nederweert onderscheid in:

  • ontwikkelingen die moeten kunnen plaatsvinden omdat ze voorzien in de basisinrichtingen van de gemeente (PLICHT);
  • ontwikkelingen die de gemeente graag zou willen om daarmee bepaalde doelen te bereiken waarvoor de gemeente dus eigen initiatieven ontplooit (AMBITIE);
  • ontwikkelingen die zich voordoen waarop de gemeente wil kunnen anticiperen (KANS);
  • ontwikkelingen die de gemeente wil voorkomen (BEDREIGING);

De bovengenoemde vier pijlers zijn afgezet tegen de verschillende prioritaire beleidsvelden: Wonen, Voorzieningen, Werken, Omgevingskwaliteit en Mobiliteit. Het beleid op hoofdlijnen voor 'voorzieningen voor goed wonen en leven' bestaat uit het bereikbaar houden van basisvoorzieningen voor alle kernen.

Onderhavig paraplubestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk. De onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerk, geen gebouwen zijnde, bedrijven en afkoppeling hemelwater in onderhavig paraplubestemmingsplan zijn kleinschalig en van ondergeschikte aard. Deze onderwerpen hebben enkel betrekking op de regels. Hierdoor ontstaat er geen ander bestemmingsplan met nieuwe mogelijkheden.

2.4.2 Welstandsbeleid

De welstandsnota gemeente Nederweert 2012 is vastgesteld door de gemeenteraad op 28 augustus 2012. Het gemeentelijk welstandsbeleid richt zich alleen nog op bestaande, karakteristieke dorpslinten en centrum. Op basis van de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedrijven en afkoppeling hemelwater wordt er geen afbreuk gedaan aan het welstandsbeleid en de bestaande, karakteristieke dorpslinten en centrum in het bijzonder. De herziening van de regels met betrekking tot deze onderwerpen is kleinschalig en van ondergeschikte aard.

2.4.3 Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021

Het Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021 (GRP 2017-2021) met de bijbehorende bijlagen is vastgesteld door de gemeenteraad op 13 december 2016. Het GRP 2017-2021 geeft aan hoe de gemeente met de drie zorgplichten ten aanzien van stedelijk afvalwater, afvloeiend water en grondwatermaatregelen omgaat.

Als bijlage 6 bij het Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021 is de 'Beoordeling watertoets' opgenomen. Hierin zijn regels opgenomen voor het afkoppelen/infiltreren van hemelwater bij bouwplannen en planontwikkeling (B&W voorstel B&W-13-03396 d.d. 1- december 2013).

Voorliggend bestemmingsplan voorziet in een algemene bouwregel omtrent het afkoppelen/infiltreren van hemelwater overeenkomstig het GRP 2017-2021 met bijbehorende bijlagen. In dit kader wordt hier kortheidshalve verwezen naar paragraaf 4.4 van deze plantoelichting.

2.4.4 Conclusie

Met onderhavig paraplubestemmingsplan wordt geheel in overeenstemming gehandeld met het gemeentelijk beleid. Het onderhavig paraplubestemmingsplan voorziet gezien de kleinschaligheid en de ondergeschikte aard slechts in de aanpassing van de regels voor de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven en afkoppeling hemelwater. Er ontstaat hierdoor een verbetering van het planologisch-juridisch regime, maar hierdoor is geen sprake van een 'ander' bestemmingsplan.

Hoofdstuk 3 Sectorale aspecten

3.1 Inleiding

Milieubeleid wordt steeds meer geïncorporeerd in andere beleidsvelden. Verbreding van milieubeleid naar ander beleidsterrein is dan ook een belangrijk uitgangspunt. Ook in de ruimtelijke planvorming is structureel aandacht voor milieudoelstellingen nodig. De milieudoelstellingen worden daartoe integraal en vanaf een zo vroeg mogelijk stadium in het planvormingsproces meegewogen.

3.2 Milieu

Onderhavig paraplubestemmingsplan voorziet slechts in de herziening van onderwerpen die kleinschalig en van ondergeschikte aard zijn, en hebben slechts betrekking op de regels. Door de aanpassingen van de regels met betrekking tot deze onderwerpen is het paraplubestemmingsplan niet gericht op het toevoegen van milieugevoelige functies, waardoor het aspect milieu geen belemmeringen vormt voor de uitvoerbaarheid van het paraplubestemmingsplan.

3.3 Water

Een aspect dat moet worden belicht in het kader van het opstellen van een paraplubestemmingsplan vormt de waterhuishouding. Heden ten dage vormt het aspect water een belangrijk onderdeel van de toelichting welke in het kader van een bestemmingsplan dient te worden opgesteld. Belangrijke thema's die in dit kader spelen zijn het vasthouden van hemelwater in plaats van het direct afvoeren van hemelwater, het hergebruiken van water, zuinig omgaan met drinkwater en het beperken van de onttrekking van grondwater. Onderhavig planvoornemen, het opstellen van een paraplubestemmingsplan met betrekking tot het herzien van regels voor wat betreft de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven en afkoppeling, voorziet niet in de uitbreiding van bebouwd oppervlak. Derhalve moet worden geconcludeerd dat het aspect waterhuishouding geen belemmering vormt voor onderhavig paraplubestemmingsplan. Het wateraspect staat niet in de weg aan de uitvoerbaarheid van onderhavig paraplubestemmingsplan.

De aanpassing met betrekking tot het onderwerp afkoppeling hemelwater (zie paragraaf 4.4 van voorliggende plantoelichting) draagt er juist aan bij om de afkoppeling van hemelwater 'af te dwingen' als de bouwregels van een bestemming het oprichten of uitbreiden van (bestaande) bebouwing op een (bouw)perceel mogelijk maakt.

3.4 Archeologie en cultuurhistorie

Om een goede ruimtelijke ordening te kunnen garanderen dient ook het aspect archeologie en cultuurhistorie nader te worden beschouwd in het kader van onderhavig paraplubestemmingsplan. Indien een 'ontwikkeling' mogelijk wordt gemaakt met dit paraplubestemmingsplan, dient ook aandacht te worden gevestigd op de vraag of deze 'ontwikkeling' invloed heeft op de archeologische en cultuurhistorische waarden binnen het plangebied. Met onderhavig paraplubestemmingsplan worden geen nieuwe bodemingrepen uitgevoerd die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op eventuele aanwezige archeologische waarden in de bodem. Hierbij dient in acht te worden genomen dat de vigerende plannen - en dus ook de dubbelbestemming archeologie en de daarbij behorende regels ter bescherming van eventueel aanwezige waarden - gewoon van kracht blijven en dat het paraplubestemmingsplan enkel een aanvullende werking heeft ten aanzien van de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven en afkoppeling hemelwater.

Geconcludeerd moet worden dat onderhavig paraplubestemmingsplan geen invloed heeft op eventuele archeologische en cultuurhistorische waarden binnen het plangebied van dit paraplubestemmingsplan.

3.5 Flora en Fauna

Bij ruimtelijke planvorming dient aandacht te worden bestaand aan beschermende flora en fauna (natuurwaarden), welke eventueel in de directe omgeving van onderhavig plangebied zouden kunnen voorkomen. Hierbij moet onder meer worden gefocust op de aanwezigheid van beschermde diersoorten en hun verblijfplaatsen, maar ook op beschermende natuurgebieden, waaronder Natura 2000-gebieden. Onderhavig paraplubestemmingsplan ziet enkel op het parieel herzien van de planregels voor de kernen met betrekking tot de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedrijven en afkoppeling hemelwater. De herziening leidt niet tot fysieke ingrepen of een intensivering van het gebruik. Het paraplubestemmingsplan is derhalve niet van invloed op beschermende diersoorten en hun verblijjfplaatsen en beschermende natuurgebieden.

Hoofdstuk 4 Juridische opzet

4.1 Inleiding

Het voorliggende paraplubestemmingsplan bestaat uit een plangebied (plancontour), regels en een toelichting. Het plangebied (plancontour) en de regels tezamen vormen het juridisch bindende deel van het plan. Het plangebied (plancontour) en regels dienen te allen tijde in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.

4.2 Wettelijk kader

Het wettelijk kader wordt sinds 1 juli 2008 gevormd door de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De wettelijke regeling voor bestemmingsplannen is vervolgens verder ingevuld door het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Het bestemmingsplan dient te voldoen aan de als bijlage bij de voornoemde Regeling opgenomen Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012). Dit betekent dat bestemmingsplannen kwalitatief gelijkwaardig zijn en uniform in aanpak, uitvoering, uitwisseling van gegevens en raadpleging daarvan.

4.3 Verhouding tot geldende bestemmingsplannen

Onderhavig paraplubestemmingsplan voorziet in een partiële herziening van alle vigerende digitale bestemmings- en wijzigingsplannen binnen de kernen van de gemeente Nederweert. Het plangebied wordt begrensd door de hiervoor bedoelde plancontour. De geldende plannen blijven van kracht en er worden geen wijzigingen aangebracht in de diverse verbeeldingen. De regels worden slechts aangepast zover de regels van dit paraplubestemmingsplan dat bepalen. Voor het overige blijven de geldende plannen onverkort van kracht. Dit paraplubestemmingsplan dient daarom altijd te worden gelezen in samenhang met het geldende 'moederplan' en vice versa.

4.4 De regels

De regels van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplannen Kernen' zijn opgebouwd conform de door het SVBP2012 voorgeschreven systematiek en omvatten inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels, en ten slotte de overgangs- en slotregels.

In Hoofdstuk 1 Inleidende regels worden alle digitale plannen binnen de kernen van de gemeente Nederweert c.q. het plangebied, zoals genoemd in paragraaf 1.4 van deze toelichting, van toepassing verklaard. Hierbij is ook aangegeven welke regels uit onderhavig paraplubestemmingsplan van toepassing zijn op welke digitale plannen binnen de kernen c.q. welke delen van het plangebied. Daarnaast worden de in de regels voorkomende begrippen omschreven, die voor de leesbaarheid en de uitleg van het paraplubestemmingsplan van belang zijn. Bij de toetsing aan het paraplubestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. De wijze van meten is niet van toepassing aangezien dit in de afzonderlijke vigerende plannen is geregeld.

In Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels zijn de wijzigingen opgenomen die in de betreffende vigerende bestemmingsplannen worden aangebracht ten aanzien van de onderwerpen wonen, parkeren, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en bedrijven. De wijzigingen zijn hierbij per vigerend bestemmingsplan weergegeven. Verder zijn in Hoofdstuk 3 Algemene regels algemene regels opgenomen ten aanzien van het afkoppelen van hemelwater en parkeren. De betreffende onderwerpen zijn op de hierna beschreven wijze geregeld.

  • Wonen

Binnen de vigerende bestemmingsplannen wordt binnen de diverse bestemmingen 'wonen' toegestaan. Beoogd is de woonfunctie te beperken tot één huishouden per woning. Aangezien het begrip 'wonen' veelal niet nader is gedefinieerd en de Raad van State meermaals heeft bepaald dat onder 'wonen' ook minder traditionele woonvormen moeten worden begrepen, zoals studenten, arbeidsmigranten, etc., maken dergelijke bestemmingen meer mogelijk dan gewenst.

In Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels zijn daarom aan de vigerende bestemmingsplannen de begrippen 'wonen', 'huishouden', 'woning', 'bedrijfswoning/dienstwoning', 'begeleid wonen', 'standplaats' en 'woonwagen' toegevoegd en/of zijn de bestaande begripsomschrijvingen uit de vigerende bestemmingsplannen vervangen. Hierbij zijn tevens de nodige koppelingen tussen de begrippen gelegd. Daar waar nodig zijn de bestaande bestemmingsomschrijvingen aangepast. Op deze wijze wordt alsnog juridisch-planologisch geborgd dat per woning slechts één huishouden is toegestaan.

  • Parkeren

Als gevolg van het vervallen van de aanvullende werking van stedenbouwkundige voorschriften uit de bouwverordening op bestemmingsplannen, is het zaak de nog relevante bepaling uit de bouwverordening over te nemen in de bestemmingsplannen. Dit is in elk geval van belang voor de gemeentelijke parkeernomen.

In Hoofdstuk 3 Algemene regels van voorliggend paraplubestemmingsplan is onder 'Overige regels' daarom een algemene bouw- en gebruiksregel voor parkeren opgenomen. Op deze wijze kunnen alsnog voorwaarden worden gesteld aan de te treffen parkeervoorzieningen bij de vergunningverlening voor een bouwwerk of een wijziging van gebruik. In dit kader is een verwijzing opgenomen naar de parkeerkencijfers van de meest recente CROW publicatie, zijnde publicatienummer 381 'Toekomst bestendig parkeren. Van parkeerkencijfers naar parkeernormen' (december 2018). Verder voorziet voorliggend bestemmingsplan in een regeling voor laden en lossen, en zijn bepalingen opgenomen op grond waarvan het bevoegd gezag van deze regelingen inzake parkeren en laden en lossen kan afwijken.

Met de hiervoor beschreven algemene regels wordt beoogd te voorzien in een uniforme regeling voor parkeren en laden en lossen. In (enkele van) de vigerende bestemmingsplannen zijn echter ook reeds regels omtrent parkeren opgenomen, zoals specifieke parkeernormen c.q. -eisen, algemene bouwregels, voorwaarden bij binnenplanse afwijkingsbevoegdheden of voorwaarden bij wijzigingsbevoegdheden. Om in een uniforme regeling te voorzien, is daarom in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels per vigerend bestemmingsplan aangegeven welke bestaande regels inzake parkeren komen te vervallen en/of worden vervangen c.q. gewijzigd.

  • Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

In de vigerende bestemmingsplannen is binnen de diverse woonbestemmingen ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vaak alleen voorzien in een maximum bouwhoogte en niet in regels ten aanzien van de situering dan wel de maximale oppervlakte gezamenlijke oppervlakte.

Dit paraplubestemmingsplan voegt aan de vigerende bestemmingsplannen voor deze aspecten alsnog regels toe aan de bestemmingsregels van de woonbestemmingen. Ten aanzien van de gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde is in voorliggend bestemmingsplan namelijk bepaald dat deze niet meer dan 50 m2 per bouwperceel mag bedragen. Verder is bepaald dat carports en overkappingen uitsluitend 0,50 m voor de voorgevelrooilijn dan wel minimaal 0,50 m achter de voorgevelrooilijn mogen worden gebouwd, met dien verstande dat bij vrijstaande woningen aan slechts één zijde van de woning een carport of overkapping mag worden gebouwd. In Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels is per vigerend bestemmingsplan aangegeven in welk opzicht het voorgaande tot een wijziging van de regels uit de vigerende bestemmingsplannen leidt.

  • Bedrijven

In een aantal vigerende bestemmingsplannen is binnen de bestemming 'Bedrijven' in de woonomgeving aangegeven dat industriële, ambachtelijke en (groot)handelsbedrijven die niet omgevingsvergunningplichtig zijn rechtstreeks zijn toegestaan, zonder daaraan een ten hoogste toegelaten milieucategorie te verbinden. Als gevolg daarvan zijn bedrijven toegelaten die voor wat betreft ruimtelijke uitstraling (milieuaspecten) niet inpasbaar zijn in een woonomgeving. Dit is niet wenselijk.

In voorliggend paraplubestemmingsplan is daarom in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels per vigerend bestemmingsplan aangegeven welke regels komen te vervallen. Verder is geconstateerd dat in het bestemmingsplan 'Centrum, Nederweert' (identificatienummer NL.IMRO.0946.BPcentrumNeder2010-VG01, vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit d.d. 31 mei 2011) en het bestemmingsplan 'Centrum locatie Burgemeester Hobusstraat, Nederweert' (identificatienummer NL.IMRO.0946.BPcentrBurgHob2018-VA01, vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit d.d. 28 mei 2019) onduidelijke verwijzingen zijn opgenomen naar de bij die plannen als bijlagen opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten. Deze ommissies zijn in voorliggend bestemmingspan hersteld door te voorzien in een duidelijke verwijzing naar de van toepassing zijnde Staat van bedrijfsactiviteiten.

  • Afkoppeling hemelwater

Het “Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021” met de bijbehorende bijlagen (vastgesteld d.d. 13 december 2016) bevat beleid omtrent het afkoppelen/infiltreren van hemelwater bij het oprichten van bebouwing. De vigerende bestemmingsplannen bieden echter de nodige bouwmogelijkheden, zonder dat eisen zijn gesteld ten aanzien van het in voldoende mate op eigen terrein afkoppelen/infiltreren van hemelwater. Het is wenselijk voor dit aspect een algemene bouwregel toe te voegen aan de geldende bestemmingsplannen.

In Hoofdstuk 3 Algemene regels van dit paraplubestemmingsplan is daarom een algemene bouwregel opgenomen inzake het afkoppelen/infiltreren van hemelwater, inhoudende dat bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk verzekerd moet zijn dat in voldoende mate op eigen terrein in het afkoppelen/infiltreren van hemelwater wordt voorzien, overeenkomstig het “Gemeentelijk rioleringsplan Nederweert 2017-2021” met de bijbehorende bijlagen (vastgesteld d.d. 13 december 2016). De verwijzing in de planregels naar dit gemeentelijke beleid is een dynamische verwijzing. Indien dit beleid wordt gewijzigd gewijzigd of herzien, moet dus rekening worden gehouden met deze wijziging dan wel herziening. Omdat in het vigerende bestemmingsplan 'Randweg West leisurekwadrant' (identificatienummer NL.IMRO.0946.BPRandwegwleis2018-VA01, vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit d.d. 5 februari 2019) reeds regels zijn opgenomen omtrent de afkoppeling van hemelwater, zijn de algemene bouwregels inzake het afkoppelen/infiltreren van hemelwater niet van toepassing op dat bestemmingsplan.

In Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels zijn de overgangs- en slotregels opgenomen.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Inleiding

Om te bepalen of onderhavig paraplubestemmingsplan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, dient ook te worden getoetst aan de uitvoerbaarheid. Hierbij dient onder meer aandacht te worden besteed aan de economische uitvoerbaarheid en de maatschappelijke uitvoerbaarheid.

5.2 Economische uitvoerbaarheid

Aangezien onderhavig paraplubestemmingsplan geen betrekking heeft op een specifiek bouwproject zoals genoemd in artikel 6.2.1 Bro is het opstellen van een exploitatieplan niet noodzakelijk. Aan het onderhavige paraplubestemmingsplan zijn, behoudens de kosten voor het opstellen van het plan zelf en het begeleiden van de procedure door de gemeente, geen kosten verbonden. Het plan is economisch uitvoerbaar.

5.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het (voorontwerp) paraplubestemmingsplan wordt eerst in het kader van de inspraak zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om zijn inspraakreactie kenbaar te maken. Na verwerking van de consequenties van eventuele inspraakreacties wordt het (ontwerp) paraplubestemmingsplan conform de gebruikelijke procedure opnieuw zes weken ter inzage gelegd. Dit is de start van de formele procedure. Gedurende deze termijn wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen jegens onderhavig paraplubestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Procedure

6.1 De te volgen procedure

Het paraplubestemmingsplan doorloopt de volgende procedure:

Voorontwerp

  • Publicatie en terinzagelegging overeenkomstig de gemeentelijke inspraakverordening
  • Inwinnen adviezen in het kader van het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening

Ontwerp

  • Publicatie en terinzagelegging overeenkomstig afdeling 3.4 Awb en Wro
  • Een ieder kan gedurende deze terinzagelegging een zienswijze indienen bij de gemeenteraad

Vaststelling

  • Vaststelling door de Raad
  • Mogelijkheid reactieve aanwijzing
  • Publicatie en terinzagelegging vastgesteld bestemmingsplan gedurende de beroepstermijn

Inwerkingtreding

Na afloop van de beroepstermijn (tenzij binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt gedaan)

Beroep

Beroep bij Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

In het kader van deze procedure is het voor eenieder mogelijk om zijn/haar zienswijze (bij de gemeenteraad) kenbaar te maken. In publicaties met betrekking tot de diverse stappen die het plan moet doorlopen, wordt daarvan steeds melding gemaakt. Wanneer beroep wordt ingesteld, beslist uiteindelijk c.q. in hoogste instantie, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan.

6.2 Kennisgeving

Overeenkomstig artikel 1.3.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is op 21 november 2019 kennis gegeven van het voornemen tot het voorbereiden van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan Kernen'. Hierin zijn expliciet de onderwerpen vermeld en omschreven, welke met onderhavig paraplubestemmingsplan worden herzien.

6.3 Vooroverleg en inspraak

Het voorontwerp 'Paraplubestemmingsplan Kernen' heeft vanaf 27 maart tot en met 7 mei 2020 voor inspraak ter inzage gelegen. In deze periode zijn geen inspraakreacties ingediend.

Verder is het voorontwerp 'Paraplubestemmingsplan Kernen' overeenkomstig artikel 3.1.1 Bro voor wettelijk vooroverleg toegestuurd aan de vooroverlegpartners. De provincie Limburg heeft een vooroverlegreactie ingediend en daarin aangegeven geen opmerkingen te hebben op het paraplubestemmingsplan. Daarnaast is een vooroverlegreactie van de Gasunie ingekomen. Na overleg met de Gasunie is echter besloten deze reactie niet als vooroverlegreactie in het kader van voorliggend bestemmingsplan mee te nemen, maar om deze te betrekken bij een toekomstige integrale planherziening waarin ook de leidingen worden geregeld.

Naar aanleiding van de verstreken periode tussen de terinzagelegging van het voorontwerp paraplubestemmingsplan en de terinzagelegging van het ontwerp paraplubestemmingsplan, alsmede voortschrijdende inzichten, heeft de gemeente Nederweert ten opzichte van de voorontwerpversie de volgende ambtshalve aanpassingen doorgevoerd:

  • een wijziging van de begripsomschrijving 'huishouden';
  • het partieel herzien van de regels van de volgende twee bestemmingsplannen:
Paulus Holtenstraat 20 te Nederweert   NL.IMRO.0946.BPPaulHoltenstr20-VG01   21 april 2020  
Appartementen Harrie Carisstraat Nederweert   NL.IMRO.0946.BPAppHarCarstr2020-VA01   15 september 2020  

6.4 Vaststelling

Het ontwerp 'Paraplubestemmingsplan Kernen' heeft van 23 februari tot en met 5 april 2021 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn geen zienswijzen ingediend. Het paraplubestemmingsplan is ongewijzigd vastgesteld in raadsvergadering van 8 juni 2021.