De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen en de daarbij behorende voorzieningen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangeduide:
- beschermingszone watergang;
- cultuurhistorische waarden;
- archeologische waarden,
zijn primair de desbetreffende bepalingen van deze voorschriften van toepassing.
Ter verwezenlijking van de onder lid A. beschreven doeleinden wordt het volgende beleid gevoerd:
- bestaande woningen worden, voor zover mogelijk in verband met de perceelsomvang en de bestaande diepte van de woningen, voorzien van een uitbreidingsmogelijkheid ter realisering van een naar de eisen van de tijd redelijk wooncomfort. Daarbij wordt behoud van de herkenbaarheid, als vrijstaande, halfvrijstaande of geschakelde woning, nagestreefd.
- de rechtstreeks toegelaten nieuwbouw op de locatie “De Steeg” zal plaatsvinden met inachtneming van de principes van verkaveling, ontsluiting en differentiatie in woningtypen, zoals die in het verkavelingvoorstel zijn geïllustreerd (bijlage 1. van de voorschriften).
- onderscheid in bouwmogelijkheden naar hoogte, oppervlak en situering, leidt niet tot onderscheid in gebruiksmogelijkheden. De gebruiksmogelijkheden worden beperkt tot normaal gebruik in relatie tot de woonbestemming. Aan huis gebonden beroepen (met detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit) zijn toegestaan, mits de woonfunctie van het perceel in overwegende mate gehandhaafd blijft, geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan en er geen zelfstandige vorm van detailhandel (uitgezonderd beperkte verkoop, inherent aan de betreffende activiteit) ontstaat.
- het toevoegen van een woning aan een bouwvlak, waarbinnen op het moment van tervisielegging van dit plan reeds één of meerdere woningen zijn gelegen (inpandig bouwen, woningsplitsing), is niet toegestaan.
- bij iedere grondgebonden woning dient parkeergelegenheid voor minimaal 1 auto op eigen terrein aanwezig te zijn.
- het realiseren van voorzieningen voor de huisvesting van ouders, kinderen of andere familieleden in (bij)gebouwen, onderdeel uitmakende van de woning, is toegestaan, mits:
- het geen vrijstaande bijgebouwen betreft;
- dit niet leidt tot het creëren van een zelfstandige woning;
- de totstandkoming van een goed woonklimaat in de betreffende (bij)gebouwen gegarandeerd kan worden;
- de betreffende (bij)gebouwen na het beëindigen van het huisvesten van de betreffende persoon, opnieuw onderdeel gaan uitmaken van de reeds bestaande woning.
Op de tot "woondoeleinden" aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
- woningen;
- vakantiewoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de plankaart;
- een bed and breakfast-voorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding op de plankaart,
en met de daarbij behorende bijgebouwen en andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat:
- gebouwen uitsluitend in het bouwvlak en bijbouwvlak mogen worden gebouwd.
- ten aanzien van het bouwvlak:
- de voorgevel in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens zal worden gebouwd. Bij een gebogen bouwgrens mag de voorgevel ook in of evenwijdig aan de raaklijn van het midden van de voorgevel aan de bouwgrens worden gebouwd;
- de voorgevelbreedte van de woning ten minste 5.00 m zal bedragen;
- in ten hoogste 2 bouwlagen met kap of setback mag worden gebouwd, ieder afzonderlijk met een hoogte van ten minste 2.60 m en ten hoogste 3.20 m, waarbij de goothoogte niet meer bedraagt dan de som van de hoogtes van de afzonderlijke bouwlagen, waaruit het gebouw is opgebouwd, vermeerderd met 1.00 m;
- gebouwen plat of met een kap van ten minste 30° en ten hoogste 60° zullen worden afgedekt;
- nieuwe vrijstaande woningen aan beide zijden en nieuwe halfvrijstaande en door garages geschakelde woningen aan één zijde, op ten minste 2.50 m uit de zijdelingse perceelsgrenzen zullen worden gebouwd, waarbij de tussen de woning en de zijdelingse perceelsgrens liggende perceelsgedeelten op 3.00 m of meer achter de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gerekend tot het bijbouwvlak, waarop het bepaalde onder c. van dit lid van toepassing is.
- het vloeroppervlak van een vakantiewoning, inclusief daartoe behorende bijgebouwen, ten hoogste 100 m² mag bedragen;
- de bed and breakfast-voorziening door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet kan functioneren als een zelfstandige woning. Een aparte kookgelegenheid bij de voorziening is niet toegestaan;
- indien een bijgebouw wordt opgericht in het bijbouwvlak zijn niet de bepalingen ten aanzien van het bouwvlak van toepassing, maar is het bepaalde onder c. van dit lid van toepassing.
- ten aanzien van het bijbouwvlak:
- het totale bijbouwvlak per bouwperceel voor ten hoogste 50% bebouwd mag worden, zulks met uitzondering van kleine zelfstandig gesitueerde bijbouwvlakken, die 100% bebouwd zijn en mogen blijven;
- bij grondgebonden woningen, onverminderd het bepaalde onder c.1., het totaal oppervlak aan bijgebouwen per woning in het bijbouwvlak ten hoogste 100 m² bedraagt;
- bij niet-grondgebonden woningen/woongebouwen het totaal oppervlak aan bijgebouwen per woning ten hoogste 20 m² mag bedragen met een maximum per bouwperceel van 160 m² met dien verstande, dat ten hoogste 50% van het tot het bouwperceel behorende bijbouwvlak bebouwd mag worden;
- bijgebouwen vrijstaand op ten minste 1.00 m afstand van het bouwvlak of aangebouwd zullen worden opgericht;
- in of ten minste 1.00 m uit de zijdelingse erfscheiding zal worden gebouwd;
- in ten hoogste 1 bouwlaag mag worden gebouwd, waarvan de goothoogte ten hoogste 3.00 m mag bedragen;
- de nokhoogte van bijgebouwen ten hoogste 6.00 m mag bedragen.
- de hoogte van andere bouwwerken ten hoogste 3.00 m mag bedragen, met uitzondering van de hoogte van erfafscheidingen, welke voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen.
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 5, lid A. wordt verstaan het gebruik van de grond anders dan voor:
- tuin en erf;
- agrarische doeleinden van ondergeschikte betekenis;
- opslagdoeleinden, inherent aan het toegelaten gebruik.
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 6, lid A. wordt ten minste verstaan:
- het gebruik van opstallen voor:
- ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
- detail- en/of groothandel, uitgezonderd beperkte verkoop inherent en ondergeschikt aan binnen de bestemming toegelaten aan huis gebonden beroepen;
- horecadoeleinden;
- verblijfsrecreatieve doeleinden, uitgezonderd ter plaatse van de op de plankaart aangeduide vakantieappartementen;
- permanente bewoning, voor zover het betreft vakantiewoningen;
- opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
- het gebruik van bijgebouwen voor bewoning als zelfstandige woning.
Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in:
- lid B., onder 4., voor het toevoegen van een woning aan een bouwvlak, waarbinnen op het moment van tervisielegging van dit plan reeds één of meerdere woningen zijn gelegen, mits:
- het te splitsen gebouw/de inpandig te bouwen woning is gelegen binnen de door de provincie Limburg bepaalde rode contour, zoals aangeduid op de plankaart;
- het te splitsen gebouw een inhoud heeft van ten minste 750 m3;
- de cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het complex behouden blijven;
- de totstandkoming van een goed woonklimaat in de te realiseren woning gegarandeerd kan worden, c.q. geen milieuhygiënische bezwaren tegen realisering van de woning bestaan;
- door de woningbouw geen strijdigheid ontstaat met de planning, zoals opgenomen in de 'Regionale Woonvisie Maastricht en Mergelland 2010' van de regio Maastricht en Mergelland;
- geen verstoring van de parkeerbalans in de omgeving ontstaat.
- lid C., onder a., ten aanzien van het overschrijden van de zijdelingse bouwgrens, met dien verstande, dat:
- ten minste 3.00 m uit de zijdelingse erfscheiding zal worden gebouwd;
- de overschrijding van de zijdelingse bouwgrens maximaal 4.00 m mag bedragen,
mits:
- ten behoeve van de verkeersveiligheid, voldoende afstand tot de bestemming verkeersdoeleinden wordt aangehouden;
- geen onevenredige aantasting van het stedenbouwkundig beeld plaatsvindt.
- lid C., onder a., ten aanzien van het overschrijden van de naar de weg gekeerde bijbouwgrens, met dien verstande, dat:
- de afstand van bijgebouwen tot de bestemming "verkeersdoeleinden" ten minste 5.00 m zal bedragen;
- bijgebouwen de lijn, die kan worden getrokken in het verlengde van de naar de weg gekeerde bouwgrens op het naastgelegen perceel, met niet meer dan 3.00 m zullen overschrijden,
mits:
- geen onevenredige aantasting van het stedenbouwkundig beeld plaatsvindt.
- lid C., onder b.3., voor het toestaan van een grotere goothoogte bij woningen in 1 bouwlaag, met dien verstande, dat:
- de goothoogte maximaal 1½ maal de hoogte van de onderliggende bouwlaag mag bedragen,
mits:
- geen onevenredige aantasting van het stedenbouwkundig beeld plaatsvindt;
- geen onevenredige aantasting van de herkenbaarheid van de woning als zodanig optreedt;
- uitzicht en privacy van derden niet onevenredig worden aangetast.
- lid C., onder b.4., ten aanzien van het toepassen van een andere dakvorm,
mits:
- geen onevenredige aantasting van het stedenbouwkundig beeld plaatsvindt.
- lid C., onder c.2., ten behoeve van het realiseren van nieuwe bijgebouwen op bouwpercelen waarop reeds bestaande bijgebouwen met een totaal oppervlak grotere dan 100 m² aanwezig zijn, met dien verstande, dat:
- alvorens nieuwe bijgebouwen mogen worden opgericht eerst het teveel aan bestaande bijgebouwen geheel of gedeeltelijk wordt gesloopt;
- de vergroting van het maximale oppervlak aan bijgebouwen ten hoogste 25% van het oppervlak van de te slopen bijgebouwen mag bedragen;
- het maximale oppervlak aan bijgebouwen per bouwperceel ten hoogste 120 m² mag bedragen;
- maximaal 50% van het bijbouwvlak bebouwd mag worden,
mits:
- het bouwperceel (grotendeels) is gelegen binnen de door de provincie Limburg bepaalde rode contour, zoals aangeduid op de plankaart;
- sprake is van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
- lid E., voor het uitoefenen van consumentverzorgende en kleinschalige ambachtelijke bedrijfjes,
mits:
- er geen afbreuk wordt gedaan aan het karakter van de buurt;
- het woonmilieu niet onevenredig wordt geschaad, dit betekent dat categorie 1 en maximaal 2 (VNG brochure “Bedrijven en milieuzonering”) in beginsel toelaatbaar zijn;
- er geen extra verkeersmaatregelen of parkeervoorzieningen noodzakelijk worden;
- er geen zelfstandige vorm van detailhandel (uitgezonderd beperkte verkoop, inherent aan de betreffende activiteit) ontstaat.
- lid E., onder 4. voor het exploiteren van een bed and breakfast,
mits:
- het pand is aangeduid als rijks- of gemeentelijke monument, dan wel een minimale inhoud heeft van 750 m3 met inachtneming van een afwijking van 15%;
- de woonfunctie als hoofdfunctie gehandhaafd blijft, c.q. de woning als zodanig blijft functioneren;
- de bed and breakfast binnen de bestaande bebouwing wordt gerealiseerd;
- de stedenbouwkundige, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het complex behouden blijven;
- de bed and breakfast door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet kan functioneren als een zelfstandige woning. Een aparte kookgelegenheid bij de voorziening is niet toegestaan;
- in voldoende parkeerplaatsen wordt voorzien;
- er geen onevenredig nadelige gevolgen voor omliggende bedrijven kunnen ontstaan,
met dien verstande, dat:
- de woning als zodanig herkenbaar blijft;
- ten hoogste 8 slaapplaatsen per bed and breakfast mogen worden gerealiseerd.
- lid E., onder 4. ten behoeve van het toestaan van verblijfsrecreatie in de vorm van vakantieappartementen, mits:
- het pand is aangeduid als rijks- of gemeentelijke monument, dan wel een minimale inhoud heeft van 750 m3 met inachtneming van een afwijking van 15%;
- de woonfunctie als hoofdfunctie gehandhaafd blijft, c.q. de woning als zodanig blijft functioneren;
- de vakantieappartementen binnen de bestaande bebouwing kunnen worden gerealiseerd. Alleen wanneer de noodzaak daartoe is aangetoond, ter verkrijging van kwalitatief hoogwaardige appartementen dan wel ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit of inpassing in de omgeving van het complex, is uitbreiding of vervanging van bestaande bebouwing binnen het bouwvlak toegestaan;
- de totstandkoming van een goed verblijfsklimaat in de te realiseren vakantieappartementen gegarandeerd kan worden;
- de stedenbouwkundige, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van de woning/het complex behouden blijven;
- in voldoende parkeerplaatsen wordt voorzien;
- de vakantieappartementen geen hinder of belemmeringen veroorzaken voor omliggende bedrijven of woningen,
met dien verstande, dat
1. de woning als zodanig herkenbaar blijft;
2. het vloeroppervlak van een vakantieappartement, inclusief daartoe behorende bijgebouwen, ten minste 50 m² zal en ten hoogste 100 m² mag bedragen.
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de vrijstellingsbevoegdheid de in 'Paragraaf IV overige bepalingen' omschreven procedure.
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming “dorpsvoorzieningen, verspreid”, met dien verstande, dat:
- het bruto vloeroppervlak van een dorpsvoorziening en hoogste 200 m² mag bedragen;
- de dorpsvoorziening nader aangeduid wordt qua functie;
- bij wijziging wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 9,
mits:
- het perceel waarvan de bestemming wordt gewijzigd is gelegen binnen de door de provincie Limburg bepaalde rode contour, zoals aangeduid op de plankaart;
- het een vestiging betreft van een dorpsvoorziening welke qua functie is afgestemd op het verzorgingsniveau van de kern Bemelen;
- het perceel van vestiging voldoende ruimte biedt voor de uitoefening van een dorpsvoorziening c.q. dat de dorpsvoorziening kan worden ingepast zonder dat de aangrenzende waarden en functies onevenredig worden geschaad;
- het perceel van vestiging centraal is gelegen binnen de kern Bemelen, teneinde een vorm van concentratie van de dorpsvoorzieningen te kunnen bewerkstelligen en de bereikbaarheid vanuit de gehele kern zo optimaal mogelijk te doen zijn;
- de dorpsvoorziening direct vanaf de openbare weg bereikbaar is en vestiging geen verstoring van de parkeerbalans teweegbrengt.
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid, de in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht omschreven procedure.
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in lid C., ten aanzien van:
- de situering van bouwwerken;
- de omvang van de tweede bouwlaag, wanneer de bouwgrens op minder dan 3.00 m uit de zijdelingse erfscheiding is gelegen of het bouwvlak dieper is dan 10.00 m,
- alleen:
- ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de herkenbaarheid van de woning als zodanig, van de verkeersveiligheid en van het uitzicht en de privacy van derden, of,
- in verband met eisen van duurzaam bouwen.