direct naar inhoud van Artikel 3 Verkeer
Plan: Woonwagenlocatie Dobbelsteynstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0936.BPLBUI01001-VG01

Artikel 3 Verkeer

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bewegend wegverkeer met de daarbij behorende voorzieningen, uitgezonderd verkooppunten van motorbrandstoffen;
  • b. een verkeersveilige, integraal toegankelijke en sociaal veilige openbare ruimte, waaronder begrepen verblijfsruimte;
  • c. voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, daaronder begrepen kabels en leidingen;
  • d. groenvoorzieningen, ter aankleding van niet direct voor bewegend en stilstaand verkeer noodzakelijke gronden, zoals (midden)bermen;
  • e. duurzaam bodem- en waterbeheer, waaronder begrepen de aanleg van onder- en/of bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water.
3.2 Bouwregels

3.2.1

Boven, op of onder de tot 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. noodzakelijk met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer;
  • b. ten behoeve van de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden;
  • c. behorende tot de recreatieve voorziening, zoals recreatieve bewegwijzering, informatieborden en kleinschalige uitzicht- en rustpunten;
  • d. behorende tot het straatmeubilair;
  • e. ten behoeve van onder- en/of bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water;
  • f. noodzakelijk voor de gescheiden boven- of ondergrondse inzameling van afvalstoffen.

3.2.2

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4,00 m bedragen, met uitzondering van de hoogte van voorzieningen voor verlichting, verkeerstekens en andere palen en masten, die ten hoogste 10,00 m mag bedragen.

3.3 Nadere eisen

3.3.1

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken.

3.3.2

De onder 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid en uitzicht en privacy van derden.

3.4 Ontheffing van de bouwregels

3.4.1 Ontheffing kunstwerken, voorwerpen betreffende de beeldende kunsten en speelvoorzieningen

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van het oprichten van kunstwerken, voorwerpen betreffende de beeldende kunsten, speelvoorzieningen en dergelijke, mits:

  • a. deze qua aard en omvang in de omgeving passen;
  • b. bij speelvoorzieningen de bodem, blijkens bodemonderzoek vooraf, niet zodanig verontreinigd is, dat bezwaren bestaan tegen de realisering ervan,

met dien verstande dat de hoogte van deze bouwwerken ten hoogste 6,00 m mag bedragen.

3.4.2 Procedure ontheffing

Burgemeester en Wethouders volgen bij het verlenen van ontheffing de in Artikel 10 gegeven procedure.