Plan: | Milieuzonering Sappi Zuidwest en Landbouwbelang |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0935.bpZoneringSappiLbb-vg01 |
Het bestemmingsplan 'Milieuzonering Sappi Zuidwest en Landbouwbelang' met identificatienummer NL.IMRO.0935.bpZoneringSappiLbb-vg01 van de gemeente Maastricht.
die voorzieningen, die direct of indirect samenhangen met de bestemmingen; hieronder zijn in ieder geval begrepen plastieken, standbeelden of andere kunstwerken in het openbaar gebied, kiosken, abri's, telefooncellen, nutsgebouwtjes, voetgangersliften, straatmeubilair of daarmee vergelijkbare nutsvoorzieningen, ondergrondse en bovengrondse stallingsvoorzieningen voor (brom-, snor- en motor-) fietsen, ondergrondse en bovengrondse afvalvoorzieningen en parkeervoorzieningen voor auto's, met uitzondering van parkeergarages.
onderzoek waarbij de archeologische waarden van een locatie of object worden geïnventariseerd en in kaart worden gebracht, met inachtneming van een programma van eisen, welk daartoe is opgesteld of goedgekeurd door een archeologisch deskundige op het gebied van of namens de gemeente Maastricht.
gebied met bepaalde archeologische waarde, aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone a' (in en binnen een straal van 50 meter om bekende archeologische vindplaatsen en historische relicten alsmede het gebied binnen de tweede stadsmuur), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone b' (historische dorpskernen) of ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone c' (buiten de tweede stadsmuur en buiten historische dorpskernen).
het door of namens het bevoegd gezag verwijderen van gedocumenteerd archeologisch materiaal van de vindplaats, eventueel gevolgd door het behoud daarvan elders.
behoud van gedocumenteerd archeologisch materiaal op de vindplaats.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een op de verbeelding en/of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Een onderneming waarbij de bedrijfsactiviteiten gericht zijn op het vervaardigen, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
alle materiële getuigenissen uit het verleden die de samenleving van belang vindt om te conserveren, te onderzoeken, te presenteren en over te informeren.
gebied, gekenmerkt door een samenhangende (ruimtelijke) cultuurhistorische en/of architectonische waarde
onderzoek waarbij de algemene historische waarden, de ensemblewaarden, de architectuurhistorische waarden, de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikshistorie van een locatie of object worden geïnventariseerd en in kaart worden gebracht, met inachtneming van een programma van eisen, welk daartoe is opgesteld of goedgekeurd door een cultuurhistorisch en/of bouwhistorisch deskundige van of namens de gemeente Maastricht.
een bestaande en/of toegekende samenhangende waardestelling op het gebied van algemene historische waarden en/of de ensemblewaarden en/of de architectuurhistorische waarden en/of de bouwhistorische waarden en/of de waarden vanuit de gebruikshistorie, toegekend aan een zaak en/of object en/of gebied.
niet of slechts in zeer beperkte mate voor het publiek toegankelijke opslagruimte of bedrijfskeuken (anders dan een winkel) met overwegend consumentenartikelen (waaronder dagelijkse goederen, al dan niet ter plaatse bereid), waar goederen die op internet (internetwinkel) kunnen worden besteld, worden opgeslagen, al dan niet ter plaatse bereid en gedistribueerd. De levering van de goederen aan de klant vindt op een andere locatie plaats via een flitsbezorgdienst waarbij in relatief beperkte mate sprake is van direct fysiek klantcontact en waarbij het productaanbod relatief beperkt is.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen aan consumenten in voor het publiek toegankelijke winkels, waarbij uitstalling, vergelijking en keuze door de klant, verkoop en levering aan de klant en betaling ter plaatse plaatsvinden en sprake is van direct fysiek klantcontact. Hieraan ondergeschikt kan sprake zijn van een internetwinkel of bezorgdienst voor levering van goederen aan klanten op een andere locatie, waarbij de activiteiten ten dienste van de internetwinkel of bezorgdienst geen grotere oppervlakte mogen omvatten dan 10% van de bruto vloeroppervlakte van de winkel met een maximum van 100 m2.
bouwwerk met cultuurhistorische en/of architectonische waarden, waarvan zowel het interieur als het exterieur bescherming genieten ingevolge de dubbelbestemming 'Waarde - Maastrichts Erfgoed - Cultuurhistorie'.
Een specifieke vorm van een bedrijfsactiviteit (anders dan detailhandel), bestaande uit het dagelijks veelvuldig (binnen (zeer) korte termijn) distribueren en afleveren van via het internet (internetwinkel) bestelde goederen aan klanten op een andere locatie. De goederen worden vanuit een zogenoemde darkstore of dark kitchen kort na de bestelling aangeleverd aan de bezorger voor een directe levering aan de klant.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebouwen, terreinen of objecten die volgens de Wet geluidhinder als geluidgevoelig object worden beschouwd; hieronder worden verstaan woningen, geluidgevoelige terreinen en andere geluidgevoelige gebouwen.
objecten en structuren van vóór 1830, zoals kastelen, historische landhuizen, molens, kloosters, hoeves en vestingwerken.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
bouwwerk met cultuurhistorische en/of architectonische waarde, waarvan het exterieur bescherming geniet ingevolge de dubbelbestemming 'Waarde - Maastrichts Erfgoed - Cultuurhistorie'.
in omvang gering en niet zelfstandig uitgeoefend.
een kantoorfunctie die deel uitmaakt van een bedrijfsmatige hoofdactiviteit en die in ruimtelijk en functioneel opzicht ondergeschikt is aan die hoofdactiviteit en waarbinnen hoofdzakelijk administratieve en representatieve werkzaamheden worden verricht ten behoeve van de hoofdactiviteit. Solitaire kantoorvestigingen worden hier niet onder begrepen.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
het parkeer(normen)beleid van het college van burgemeester en wethouders, zoals vastgelegd in de 'Nota Parkeernormen Maastricht 2021', dat is vastgesteld op 19 oktober 2021 en in werking getreden op 2 december 2021, of diens rechtsopvolger.
objecten en bouwwerken, niet zijnde gebouwen, met cultuurhistorische waarde die bescherming genieten ingevolge de dubbelbestemming 'Waarde - Maastrichts Erfgoed - Cultuurhistorie'.
karakteristieke elementen en patronen in het landschap alsmede sporen die de natuur en de mens in het landschap hebben achtergelaten met cultuurhistorische waarde, zoals bomen, struiken, hagen, holle wegen, grafheuvels, ondergrondse relicten, poelen, grachten en vijvers en welke bescherming genieten ingevolge de dubbelbestemming 'Waarde - Maastrichts Erfgoed - Cultuurhistorie'.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen geen nieuwe gebouwen worden opgericht of bestaande gebouwen worden uitgebreid, met uitzondering van het bepaalde in 3.2.3.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van additionele voorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 sub a. ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen hoger dan 3 meter, mits geen afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en er geen stedenbouwkundige bezwaren bestaan.
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten behoeve van:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de voor Water aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden opgericht.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd ten dienste van de in 4.1 genoemde doeleinden. Hieronder worden in ieder geval begrepen steigers, toegangsbruggen en aanmeerpalen ten behoeve van verankering in de bodem. Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor Waarde - Maastrichts Erfgoed - Archeologie aangewezen gronden zijn,behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van het op die gronden aanwezige archeologie.
Op de voor Waarde - Maastrichts Erfgoed - Archeologie aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd indien:
Op deze gronden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Voor zover geen omgevingsvergunning is vereist voor bouwwerken is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werkzaamheden uit te voeren waarmee grondverzet gepaard gaat ter voorbereiding op bouwwerken.
Op deze gronden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning bouwwerken geheel of gedeeltelijk af te breken, indien dit een bodemverstorende werking op een grotere diepte dan 0,4 meter onder maaiveld tot gevolg heeft, met dien verstande dat tevens het bepaalde in 5.5 van toepassing is.
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in 5.2, 5.3 en 5.4 is niet noodzakelijk indien er geen verstoring van archeologisch materiaal plaatsvindt. Er vindt geen verstoring van archeologisch materiaal plaats indien:
Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager verplichten om een archeologisch onderzoek aan te leveren.
Voor zover de bouw-, aanleg- en/of sloopwerkzaamheden dan wel de gevolgen van deze werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal kunnen aan de omgevingsvergunning de volgende regels worden verbonden:
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen door voor de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde – archeologische zone a' en 'specifieke vorm van waarde – archeologische zone b' deze aanduiding geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van een archeologisch rapport is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn dan wel dat deze waarden niet meer als zodanig bescherming behoeven.
De voor Waarde - Maastrichts Erfgoed - Cultuurhistorie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van het op die gronden aanwezige cultureel erfgoed.
De voor Waarde - Maastrichts Erfgoed - Cultuurhistorie aangewezen gronden kennen de volgende onderverdeling van het op die gronden aanwezige cultureel erfgoed, waarbij het onder a. en b. genoemde erfgoed overeenkomstig het bepaalde in de gemeentelijke Erfgoedverordening de status heeft van gemeentelijk monument, een en ander conform het bepaalde in de als bijlage 2 opgenomen 'Waardestelling cultuurhistorie plangebied':
Op de voor Waarde - Maastrichts Erfgoed - Cultuurhistorie aangewezen gronden zoals bedoeld in artikel 6.1.2 onder a. en b. alsmede binnen een cultuurhistorisch attentiegebied zoals bedoeld in artikel 6.1.2 onder c. mag uitsluitend worden gebouwd indien:
en met dien verstande dat Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn een cultuurhistorisch onderzoek te eisen ter onderbouwing van het bepaalde onder lid b. en c.
Op de gronden met gemeentelijke monumenten zoals bedoeld in 6.1.2, onder a. en b., is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 6.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden waarvan op basis van cultuurhistorisch onderzoek is aangetoond dat deze geen aantasting van de cultuurhistorische waarde tot gevolg hebben dan wel die naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders van ondergeschikte betekenis zijn.
Het is verboden om gemeentelijke monumenten zoals bedoeld in artikel 6.1.2 onder a. en b. geheel of gedeeltelijk af te breken zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning. Bovendien is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning sloopwerkzaamheden te verrichten in de omgeving van een gemeentelijk monument zoals bedoeld in 6.1.2 onder a. en b. die kunnen leiden tot een aantasting van dat gemeentelijk monument.
In cultuurhistorisch attentiegebieden zoals bedoeld in 6.1.2 onder c. is het verboden om de oorspronkelijke hoofdbouwmassa en/of oorspronkelijke – al dan niet vrijstaande – bijgebouwen (het stedenbouwkundige grondplan) geheel of gedeeltelijk af te breken zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning.
Voor zover de sloopwerkzaamheden of de gevolgen van deze werkzaamheden kunnen leiden tot een aantasting van gemeentelijke monumenten en cultuurhistorische attentiegebieden kunnen aan de omgevingsvergunning de volgende regels worden verbonden:
Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager verplichten om een cultuurhistorisch onderzoek aan te leveren.
Voor zover de omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- en/of sloopwerkzaamheden kan leiden tot een verandering of aantasting van een gemeentelijk monument kan aan de omgevingsvergunning de verplichting tot het treffen van maatregelen worden verbonden, waardoor de cultuurhistorische waarde van het betreffende monument kan worden behouden.
Burgemeester en Wethouders kunnen alle aanvragen om een omgevingsvergunning voor advies aan de gemeentelijke Welstands-/Monumentencommissie voorleggen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door voor de gebieden ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding – dominant bouwwerk', 'specifieke bouwaanduiding – kenmerkend bouwwerk', 'specifieke bouwaanduiding – waardevol cultuurhistorisch element', 'specifieke vorm van waarde – waardevol groenelement' en 'specifieke vorm van waarde – cultuurhistorisch attentiegebied' deze aanduiding geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van cultuurhistorisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen cultuurhistorische waarden (meer) aanwezig zijn dan wel dat deze waarden niet meer als zodanig bescherming behoeven.
De voor Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed.
Op de voor Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed bestemde gronden mag niet worden gebouwd.
Het in 7.2opgenomen verbod is niet van toepassing voor het bouwen overeenkomstig de bestemming Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed alsmede voor het oprichten van bouwwerken krachtens de onderliggende bestemming indien de daarvoor vereiste vergunning op basis van de Waterwet is verleend dan wel Rijkswaterstaat heeft beoordeeld dat een vergunning op basis van de Waterwet niet noodzakelijk is. Alsdan kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 7.2 onder de voorwaarden zoals aangegeven in 7.2.2.
De toestemming, bedoeld in artikel 23 lid 3.1 wordt alleen gegeven indien:
Voor de navolgende riviergebonden activiteiten in het gedeelte van het rivierbed waarop het stroomvoerend regime van toepassing is, wordt, onverminderd het bepaalde in 7.3.3 sub b toestemming gegeven:
Voor niet-riviergebonden activiteiten in het gedeelte van het rivierbed waarop het stroomvoerend regime van toepassing is, wordt geen toestemming gegeven, tenzij, onverminderd het bepaalde in artikel 7.3.3 sub b sprake is van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in 7.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect, te verwachte gevolgen de in de aanhef van dit artikel omschreven doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld onder 7.4.1 dient Rijkswaterstaat toestemming te hebben verleend.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens te gebruiken in strijd met de bepalingen in deze regels. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding geluidzone - industrie geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens dienen voor de bescherming en instandhouding van de geluidruimte voor industrie.
Op de gronden gelegen binnen de de gebiedsaanduiding geluidzone - industrie behorende bij het industrieterrein, mogen geen nieuwe geluidgevoelige objecten worden opgericht.
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.1.2 voor het bouwen van nieuwe geluidgevoelige objecten, voor zover in overeenstemming met de regels van de overige ter plekke geldende bestemming(en), mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd en er geen sprake is van een aantasting van de geluidsruimte voor de industrie en dit niet leidt tot extra beperkingen voor de (bedrijfsvoering van de) desbetreffende industrie.
Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 10.2.2 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect, te verwachte gevolgen voor het gebruik van de vaarweg niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder 10.2.2 dient de beheerder van de vaarweg hiervoor schriftelijk toestemming te hebben verleend.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - flitsbezorging uitgesloten' is het gebruik van gronden ten behoeve van een flitsbezorgdienst en/of het gebruik van een pand ten behoeve van een dark store, verboden.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - flitsbezorging via afwijking' is het gebruik van gronden ten behoeve van een flitsbezorgdienst en/of het gebruik van een pand ten behoeve van een dark store, verboden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.4.1 voor het toestaan van het gebruik van gronden en/of een pand ten behoeve van een flitsbezorgdienst en/of het gebruik van een pand ten behoeve van een dark store, mits in ieder geval wordt voldaan aan de onderstaande voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken:
Bij het stellen van nadere eisen dient bij de voorbereiding van het betreffende besluit de volgende procedure te worden gevolgd:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Milieuzonering Sappi Zuidwest en Landbouwbelang'.