Plan: | Tapijn |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0935.bpTapijn-vg02 |
het bestemmingsplan 'Tapijn' met identificatienummer NL.IMRO.0935.bpTapijn-vg02 van de gemeente Maastricht.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0935.bpTapijn-vg02 met de bijbehorende planregels en bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw vastgebouwd bouwwerk dat qua verschijningsvorm ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar dat in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw.
die voorzieningen, die direct of indirect samenhangen met de bestemmingen; hieronder zijn in ieder geval begrepen plastieken, standbeelden of andere kunstwerken in het openbaar gebied, kiosken, straatmeubilair of daarmee vergelijkbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor het houden van dieren (zoals stallen), onderhoud van groen en teelt van gewassen (zoals een kas), ondergrondse en bovengrondse stallingsvoorzieningen voor (brom-, snor- en motor-) fietsen, ondergrondse en bovengrondse afvalvoorzieningen en parkeervoorzieningen voor auto's, met uitzondering van parkeergarages.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
gebied met bepaalde archeologische waarde, aangeduid als zone A, waarbinnen ondergrenzen voor archeologisch onderzoek gelden, als omschreven in de beleidsnota 'Springlevend Verleden Maastricht 2008' alsmede in deze regels.
werkplaats van een beeldend kunstenaar, waarbij detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van ter plaatse vervaardigde producten is toegestaan.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een op de verbeelding en/of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
alle bij de gemeente bekende en geregistreerde archeologische vindplaatsen, waaronder ook de archeologische monumenten.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een gebouw behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat qua verschijningsvorm en functioneel opzicht ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw.
alle effecten die het gevolg zijn van veranderingen van en / of aan de fysische bodemkarakteristieken, lager dan 0,40 meter onder maaiveld.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid. (toetsing horecanota)
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van voor consumptie ter plaatse bereide kleine etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwakalcoholische en niet-alcoholische dranken.
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, die niet wordt aangemerkt als een gebouw.
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid, en van verdovende en/of hallucinerende stoffen.
alle materiele getuigenissen uit het verleden die de samenleving van belang vindt om te conserveren, te onderzoeken, te presenteren en over te informeren.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
bouwwerk met cultuurhistorische en/of architectonische waarden, welke als zodanig op de planverbeelding is aangegeven en waarvan zowel het interieur als het exterieur van het gebouw/bouwwerk bescherming geniet ingevolge de bestemming Maastrichts erfgoed.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
de kleurlagen op de gevel, het metsel- en voegwerk, de textuur en het patin.
verzamelnaam van producten welke gebruikt worden voor de kweek van hennep, zoals onder andere meststoffen, zaden, groeilampen, ventilatoren en lectuur.
een specifieke vorm van detailhandel voor growproducten.
verzamelnaam voor producten welke verwant zijn aan de hasj-cultuur zoals onder andere waterpijpen, vloeipapier, cocaïnedoosjes en versnijdingsmiddelen zoals cafeïne.
een specifieke vorm van detailhandel voor headproducten.
objecten en structuren van vóór 1830, zoals kastelen, historische landhuizen, molens, kloosters, hoeves, vestingwerken.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een bedrijf of instelling, gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:
De horecabedrijven worden als volgt onderverdeeld:
de binnenkant van een gebouw/bouwwerk, zijnde de zaken die door bestanddeelvorming en/of een hechte verbinding met het gebouw/bouwwerk, een onroerend karakter hebben.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd voor het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen, die een administratief karakter hebben, dan wel handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek.
bouwwerk met cultuurhistorische en/of architectonische waarde, welke als zodanig op de planverbeelding is aangegeven en waarvan slechts die onderdelen zoals omschreven in het als bijlage 1 toegevoegde rapport 'Cultuurwaardenonderzoek Deelrapport Inventarisatie', bescherming genieten ingevolge de bestemming Maastrichts Erfgoed.
het hoogste gedeelte van een dak met hellende vlakken, te weten waar beide hellende vlakken elkander snijden.
een gedeelte van een gebouw dat niet als een bouwlaag wordt aangemerkt en maximaal 1,50 meter boven peil is gelegen, tenzij in de regels een andere maat is aangegeven.
functies waarbij sprake is van overdracht van kennis en vaardigheden, waartoe ook wordt gerekend het verrichten van daarmee verband houdend onderzoek.
onderzoek dat gericht is op het ontwikkelen, vervaardigen, testen, evolueren en anderszins bewerken van hoogwaardige producten, methoden, technologieën en productiewijzen.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang (of die ) onmiddellijk aan en weg grenzen: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang of
in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
een met detailhandel vergelijkbare functie voor het verrichten van diensten van of ten behoeve van het publiek, zoals een uitzendbureau, bank, stomerij, wasserette, apotheek, postkantoor, reisbureau, schoonheidsinstituut, fotostudio en naar aard daarmee gelijk te stellen functies.
een voor het publiek toegankelijke gebouw of een gedeelte van een gebouw, in welk gebouw of welk gedeelte, handelingen, vertoningen en/of voorstellingen van erotische en/of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte, is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verkopen, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Ook een prostitutiebedrijf is hieronder begrepen. Seks- en of pornobedrijf is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. bestemming, zoals bedoeld, dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.
terugliggende bouwlaag die wordt geprojecteerd binnen de contouren van een denkbeeldig zadeldak dat op grond van deze regels is toegestaan en waarvan de helling van de vlakken maximaal 45° bedraagt; een setback wordt niet meegeteld bij de bepaling van de goothoogte. In geval een set-back aanwezig is, is het niet toegestaan de set-back af te dekken met een kap dan wel op de set-back nog een set-back te bouwen.
verzamelnaam voor producten met een stimulerende werking. De betreffende poducten, zoals herbal, XTC, frisdranken met guarana, producten met efedrine en paddo's, kunnen zijn samengesteld uit meerdere oppeppende psychotrope stoffen.
een specifieke vorm van detailhandel voor smartproducten.
(deel van een) gebouw waarin een studentenvereniging haar bijeenkomsten houdt.
objecten en bouwwerken, niet zijnde gebouwen, met cultuurhistorische waarde, welke als zodanig op de planverbeelding zijn aangegeven en bescherming genieten ingevolge de bestemming Maastrichts erfgoed.
karakteristieke elementen en patronen in het landschap alsmede sporen die de natuur en de mens in het landschap hebben achtergelaten, met cultuurhistorische waarde, zoals bomen, struiken, hagen, holle wegen, grafheuvels, poelen, grachten en vijvers welke als zodanig op de planverbeelding zijn aangegeven en bescherming genieten ingevolge de bestemming Maastrichts erfgoed.
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden (toetsen nota woningsplitsing).
bouwwerk, waarop antene-installaties worden geplaatst.
ruimte(n) van aanzienlijke omvang in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m, dan wel in het geval van schoorstenen 2,5 m bedraagt.
De voor 'Onderwijs, Onderzoek, Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor aan onderwijs- en onderzoeksvoorzieningen gerelateerde
alsmede voor
alsmede voor
Beleid ten aanzien van gebruik
Beleid ten aanzien van bouwen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De als 'Waarde – Maastrichts Erfgoed' aangegeven gronden zijn, naast de voor de doeleinden van de andere krachtens dit plan aan deze gronden gegeven bestemmingen, bestemd voor de bescherming van de op die gronden aanwezige cultureel erfgoed.
De bestemming 'Waarde – Maastrichts Erfgoed' is aanvullend aan de bestemming 'Onderwijs, Onderzoek, Park'.
De voor 'Waarde – Maastrichts Erfgoed' aangewezen gronden kennen de volgende onderverdeling van het op of in die gronden aanwezige cultureel erfgoed, waarbij het onder a en b genoemde erfgoed overeenkomstig het bepaalde in de gemeentelijke Erfgoedverordening de status heeft van gemeentelijk monument, een en ander conform het bepaalde in het als bijlage 1 opgenomen rapport 'Cultuurwaardenonderzoek Deelrapport Inventarisatie' en het als bijlage 2 opgenomen rapport 'Cultuurwaardenonderzoek Deelrapport Archeologie':
Op en/of in de gronden met daarop beschermde rijksmonumenten en/of gemeentelijke monumenten mag slechts worden gebouwd indien:
Voor zover de omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk dan wel de directe of indirecte gevolgen van de in de bouwaanvraag genoemde bouwwerkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van een gemeentelijk monument, kunnen aan de omgevingsvergunning de volgende regels worden verbonden:
Op en/of in deze gronden mag slechts worden gebouwd indien:
Geen verstoring van archeologisch materiaal in de zin van lid 4.2.3 sub b vindt plaats indien:
Voor zover de omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk dan wel de directe of indirecte gevolgen van de in de bouwaanvraag genoemde bouwwerkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kunnen aan de omgevingsvergunning de volgende regels worden verbonden:
Burgemeester en wethouders kunnen de aanvrager van een omgevingsvergunning verplichten een rapport te overleggen waarin de bouw- en/of cultuurhistorische waarden en/of de archeologische (verwachtings)waarden van het terrein waarop de bouwaanvraag betrekking heeft en/of de zich eventueel daarop bevindende opstallen naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. Dit rapport wordt vervaardigd met inachtneming van een programma van eisen, dat daartoe is opgesteld door een deskundige op het gebied van archeologie, cultuurhistorie en monumentenzorg van de gemeente Maastricht.
Alle aanvragen om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen die betrekking hebben op als gemeentelijk monument aangewezen bouwwerken worden voor advies aan de gemeentelijke Welstands-/Monumentencommissie voorgelegd.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien ter plaatse rijks- en/of gemeentelijke monumenten en/of behoudens- en beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn.
Op en/of in de gronden met daarop beschermde rijksmonumenten en/of gemeentelijke monumenten is het verboden om zonder, of in afwijking van, een omgevingsvergunning monumenten en waardevolle cultuurhistorische elementen geheel of gedeeltelijk te wijzigen, aan te tasten of te vernietigen.
Voor zover de omgevingsvergunning dan wel de directe of indirecte gevolgen van de in de aanvraag genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van een gemeentelijk monument, kunnen aan de omgevingsvergunning de volgende regels worden verbonden:
Op en/of in deze gronden is het verboden om zonder, of in afwijking van, een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of bouwwerkzaamheden uit te voeren:
Voor zover de omgevingsvergunning c.q. de in de aanvraag genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal kunnen aan de omgevingsvergunning de volgende regels worden verbonden:
Het bepaalde in lid 4.3 is niet van toepassing voor:
Alle aanvragen om een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden die betrekking hebben op als gemeentelijk monument aangewezen bouwwerken worden voor advies aan de gemeentelijke Welstands-/Monumentencommissie voorgelegd.
Op en/of in de gronden met daarop beschermde rijksmonumenten en/of gemeentelijke monumenten alsmede op en/of in de gronden die op de verbeelding zijn aangeduid als 'beschermd stadsgezicht' is het verboden een bouwwerk geheel of gedeeltelijk af te breken zonder, of in afwijking van, een omgevingsvergunning.
Deze vergunningsplicht is van overeenkomstige toepassing indien sloop een bodemverstorende ingreep op een grotere diepte dan 0,40 meter onder maaiveld met zich brengt.
Voor zover de sloopwerkzaamheden kunnen leiden tot aantasting van een gemeentelijk monument en/of verstoring van archeologische resten kunnen aan de omgevingsvergunning de volgende regels worden verbonden:
Alle aanvragen om een omgevingsvergunning voor de activiteit slopen die betrekking hebben op als gemeentelijk monument aangewezen bouwwerken en/of gronden die op de verbeelding zijn aangeduid als 'beschermd stadsgezicht' worden voor advies aan de gemeentelijke Welstands-/Monumentencommissie voorgelegd.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van de aangeduide hogedruk gastransportleiding.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemming(en) van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen gronden uitsluitend bouwwerken voor de aanleg en instandhouding van de leiding worden gebouwd tot een maximale bouwhoogte van 3 meter.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5 lid met dien verstande dat geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de energievoorziening. Voor de beoordeling daarvan dient de leidingbeheerder te worden gehoord en dient deze hiermee in te stemmen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 5 lid 5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De werken of werkzaamheden als bedoeld onder artikel 5 lid 5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect, te verwachte gevolgen de in de aanhef van dit artikel omschreven doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder artikel 5 lid 5.1 dient de leidingbeheerder te worden gehoord en dient deze hiermee in te stemmen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken:
Bij het stellen van nadere eisen dient bij de voorbereiding van het betreffende besluit de volgende procedure te worden gevolgd:
Met betrekking tot de voorbereiding van een wijziging van het plan ingevolge artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening door Burgemeester en wethouders, is Afdeling 3.4 (Uniforme openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing.
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de vaststelling van het bestemmingsplan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Tapijn'.