direct naar inhoud van 2.4 Provinciaal beleid
Plan: Spreiding Maastrichtse Coffeeshops: Köbbesweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpSMCKobbesweg-vg01

2.4 Provinciaal beleid

2.4.1 Provinciaal omgevingsplan Limburg 2006 (Actualisatie 2008 en 2009)

Op 22 september 2006 is een nieuw Provinciaal Omgevingsplan (POL) vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg. Vervolgens is het nieuwe POL op 1 december 2006 gepubliceerd en daarmee in plaats getreden van het tot dan toe vigerende POL uit 2001. In 2008 en 2009 is het POL op onderdelen geactualiseerd. Net als het 'oude' POL is het POL 2006 een integraal plan dat verschillende, bestaande plannen voor de fysieke omgeving op de beleidsterreinen milieu, water, ruimte, mobiliteit, cultuur, welzijn en economie integreert. Het bevat de provinciale visie op de ontwikkeling van de kwaliteitsregio Limburg en beschrijft de ambities, de context en de hoofdlijnen van aanpak voor onderwerpen waarbij de provincie een rol speelt. Het POL 2006 is het beleidskader voor de toekomstige ontwikkelingen van Limburg tot een kwaliteitsregio.

De kwaliteitsregio Limburg wordt gedefinieerd als een regio waar het goed en gezond leven, wonen, leren, werken en recreëren is. Een regio die zich bewust is van de unieke kwaliteit van de leefomgeving en de eigen identiteit. En een regio die stevig is ingebed in internationaal verband. Ten behoeve van de kwaliteitsregio Limburg wordt ingezet op duurzame ontwikkeling. Dat is een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hún behoeften te voorzien.

POL-kaart 'perspectieven'

Ter beoordeling van deze toekomstige ontwikkelingen is de zogenaamde POL-kaart 'perspectieven' vervaardigd welke onderscheid maakt in negen ruimtelijke perspectieven. Uit onderstaand fragment van de POL-kaart valt op te maken dat voor de projectlocatie perspectief P9: "stedelijke bebouwing" van toepassing is. Daarnaast is het plangebied gelegen binnen de grens "stedelijke dynamiek".

afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpSMCKobbesweg-vg01_0006.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpSMCKobbesweg-vg01_0007.png"

P9 stedelijke bebouwing

De stedelijke bebouwing (P9) omvat de aanwezige of als zodanig reeds bestemde woon- en winkel- en voorzieningengebieden, bedrijventerreinen en bijbehorende wegen. Er is hier in veel gevallen nog de nodige ontwikkelingsruimte. Alle aanwezige en/of geplande (lees: goedgekeurde plannen voor) voorzieningen op het gebied van wonen, sociaal-culturele voorzieningen, diensten, kantoren, solitaire bedrijven, winkelcentra, plantsoenen, sportvoorzieningen, wegen etc. zijn ondergebracht in de de kaartlegend 'stedelijke bebouwing', indien het gebied is gelegen binnen de grens "stedelijke dynamiek". Waar nodig wordt hier door herstructurering de vitaliteit van buurten en wijken geborgd.

Het is aan de gemeente om hierbinnen differentatie aan te brengen op bestemmingsplanniveau.

Binnen de bestaande bebouwing verdienen de stedelijke centrumgebieden bijzondere aandacht. Dit zijn levendige gebieden met een sterke menging van functies. Hier komt de stedelijke dynamiek bij uitstek tot uiting. Behoud en versterking van die vitaliteit van binnensteden is uitgangspunt. Bijzonder belang wordt gehecht aan de aanwezigheid in centrumgebieden van woonfuncties en stedelijke voorzieningen (publieksgerichte kantoren, stedelijke recreatie, recreatief winkelen).

Stedelijke dynamiek

Zeven stadsregio's, waaronder Maastricht, hebben de ruimte gekregen voor opvang van de stedelijke dynamiek in de provincie. Stedelijke dynamiek is een continu proces van verandering en vernieuwing, intensief ruimtegebruik, samengaan van verschillende leefstijlen en een breed scala aan ontmoetingsplaatsen waar informatie, diensten en goederen worden uitgewisseld. Daar is ruimte voor stedelijke milieus, daar ligt het accent bij het bieden van een gevarieerd cultuuraanbod en hoogwaardige voorzieningen. Belangrijke economische functies horen bij uitstek hier thuis. Leefbare stadsregio's bieden aan de andere kant ook ruimte aan parken, groenstructuren en recreatiemogelijkheden. Natuur is hier vooral gebruiksnatuur. Veel aandacht verdient ook de sociale kwaliteit van de leefomgeving, zodat bewoners zich prettig, veilig en geborgen voelen. Al met al staan de stadsregio's voor grote herstructureringsopgaven om aan deze ontwikkelingen tegemoet te komen.

De stadregio's hebben een belangrijke functie voor de omliggende landelijke gebieden voor ondermeer werk, scholing, cultuur en als regionaal koopcentrum. Hun huidige aandeel in woningen en werkgelegenheid dient overeind te blijven en vraagt om voortdurende aandacht gericht op een goed kwalitatief aanbod. Voor het goed functioneren van de stadsregio's zijn goede mobiliteitsvoorzieningen nodig, met optimale aansluitingen op het Europese infrastructuurnetwerk (TEN, HSL).

Op bepaalde plekken binnen de stedelijke gebieden kunnen sociaal-culturele en economische kwaliteiten een doorslaggevende rol spelen ten opzichte van natuurlijke kwaliteiten (stad- en milieubenadering).

De spreiding van de coffeecorners draagt bij aan de gedachte van behoud en versterking van vitaliteit van binnensteden. Het spreidingsplan geeft aandacht aan de sociale kwaliteit van de leefomgeving, zodat bewoners zich prettig, veilig en geborgen voelen. Los van de gebruiksfunctie levert de ruimtelijke ingreep op zich geen strijdigheid met het provinciaal beleid ten aanzien van de gebieden aangewezen als stedelijke bebouwing (P9) op.

Themakaarten Blauwe, Groene en Kristallen Waarden

Om bepaalde basiswaarden te beschermen en te versterken heeft de provincie een drietal kaarten ontwikkeld waarop deze basiswaarden aangeduid worden. Het betreft de kaarten: Blauwe Waarden, Groene Waarden en Kristallen Waarden. Enkel op de Blauwe Waarden themakaart wordt het onderhavige plangebied specifiek aangeduid als "(Beek)dalen en laagtes buiten het Maasdal".

Beekdalen hebben een belangrijke functie voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water, naast een ecologische en landschappelijke functie. Tijdens extreme neerslagsituaties vindt inundatie plaats, hetgeen plaatselijk tot enige overlast kan leiden, maar zorgt voor een minder snelle waterafvoer en daardoor tot minder wateroverlast benedenstrooms. Men wil deze gebieden zoveel mogelijk vrijhouden van bebouwing om ruimte te reserveren voor het opvangen van water uit het regionale watersysteem.

Dit aspect is meegenomen in de beoordeling van de waterhuishoudkundige situatie in de Waterparagraaf van deze toelichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpSMCKobbesweg-vg01_0008.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpSMCKobbesweg-vg01_0009.png"

Bij de realisatie van het voornemen dient er nadere aandacht te worden besteed aan het feit dat het plangebied is gelegen binnen de aanduiding "(Beek)dalen en laagtes buiten het Maasdal". Dit komt in 4.6 Waterparagraaf nader aan de orde.

2.4.2 Provinciale milieuverordening, tiende tranche

Op 14 december 2007 hebben Provinciale Staten van Limburg de tiende tranche van de Provinciale milieuverordening Limburg (PMV) vastgesteld. Op 15 februari 2008 is de tiende tranche in werking getreden (Provinciaal Blad nr. 9 van 2008).

De Provinciale milieuverordening Limburg, afgekort tot PMV, dateert van 1 april 1994 en is in de daarop volgende jaren modulegewijs uitgebouwd. Ze bestaat uit:

  • een hoofdstuk algemene bepalingen;
  • het onderdeel algemeen provinciaal beleid (afvalstoffen);
  • het onderdeel bijzonder gebiedsgericht beleid (stiltegebieden, gebieden voor de bescherming van het grondwater, het bodembeschermingsgebied Mergelland en de kwetsbare gebieden in het kader van de vrijstellingsregeling rioleringsverplichting);
  • een hoofdstuk bodemsanering;
  • een hoofdstuk voor ontheffingverlening;
  • hoofdstukken strafbepalingen en overgangs- en slotbepalingen;
  • bijlagen.

Voor de materiële regels is een onderscheid gemaakt in regels die voor de gehele provincie gelden (het 'algemeen provinciaal milieubeleid') en regels voor specifieke gebieden, de zgn. milieubeschermingsgebieden.

De locaties waar de coffeecorners worden gerealiseerd vallen buiten de kwetsbare gebieden, zoals opgenomen in de provinciale milieuverordening. Er is derhalve geen sprake van strijdigheid met de provinciale milieuverordening.

2.4.3 Convenant duurzaam bouwen

Duurzame stedenbouw verbreedt de aandacht naar meer aspecten dan alleen verkavelingen en ontsluitingen. 'Zuinig ruimtegebruik', 'milieuvriendelijk, veilig en snel verkeer en vervoer' en 'natuur' zullen bijvoorbeeld meer aandacht moeten krijgen. Andere aspecten waar in het kader van duurzame stedenbouw rekening mee gehouden moet worden zijn: het waterhuishoudingsysteem (duurzaam waterbeheer), de invloed van het plan op de omgeving en de bestaande waarden, natuur en landschapsstructuren en landschapselementen.

Duurzaam bouwen (DuBo) raakt in steeds bredere kring in de belangstelling en geleidelijk aan krijgen milieuaspecten een volwaardige plaats in het ontwerpen, bouwen en beheren van bebouwing. In de praktijk betekent duurzaam bouwen dat met onder meer de volgende aspecten rekening gehouden wordt: het materiaalgebruik, de vormgeving van het bouwblok, gebruik maken van wind- en/of zonne-energie, compact bouwen, intensief ruimtegebruik en flexibel bouwen. Bij deze laatste moeten gebouwen op eenvoudige wijze geschikt gemaakt kunnen worden voor hergebruik, zodat de levensduur wordt verlengd. Inmiddels is het Convenant Duurzaam Bouwen gewest Maastricht/Mergelland ondertekend door diverse partijen, waarmee zij zich verplichten bij een (bouw)project de hierop van toepassing zijnde duurzaamheidmaatregelen uit het zogenaamde Basispakket uit te voeren. Het Basispakket Duurzaam Bouwen omvat een selectie van duurzaamheidsmaatregelen, die volledig in overeenstemming zijn met de maatregelen uit de Nationale Pakketten Duurzaam Bouwen.

Bij de realisatie van de gebouwen zal worden voldaan aan de eisen die vanuit duurzaam bouwen worden gesteld.