Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
artikel 5 lid 2.1 sub a ten behoeve van het toestaan van een kleinere afstand van de voorgevel van de bebouwing tot aan de bestemming 'Verkeer' tot minimaal 5 meter, uitsluitend ten behoeve van de positionering van gebouwde parkeervoorzieningen en/of de realisering van een zichtlocatie naar de hoofdontsluiting van de weg.