direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Maastricht Noordwest, Dela-locatie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpDelalocatie-vg01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 29 mei 2018 heeft de raad van de gemeente Maastricht het bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest' vastgesteld. Het plan voorziet in een juridisch-planologisch kader voor het gebied Maastricht Noordwest en betreft een één-op-één vertaling van het oude bestemmingsplan Malberg en Oud-Caberg en is daarmee conserverend van aard.

Abusievelijk heeft er een omissie plaatsgevonden opgetreden op het perceel plaatselijk bekend 'Dela-locatie'. Tevens dient een deel van de groenvoorziening binnen de bestemming 'Verkeer'de bestemming 'Groen'te krijgen.

Om de omissie(s) te corrigeren is er voor gekozen een partiële correctieve herziening door te voeren. Dit bestemmingsplan moet dan ook als aanvulling op het geldende bestemmingsplan Maastricht Noordwest' gelezen worden.

1.2 Plangebied

De projectlocatie is gesitueerd aan de Papyrussingel (ongenummerd) en heeft betrekking op de percelen kadastraal bekend gemeente Maastricht, sectie L, nummer 3245 (eigendom Dela) en gedeeltelijk L, 3684 (eigendom gemeente - groenzone).

Op onderstaande afbeelding 1.1 is met rode begrenzing het plangebied weergegeven en met lichtroze kleur de Dela-projectlocatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpDelalocatie-vg01_0001.png"

Afbeelding 1.1: plangebied met de Dela-locatie (bron: kadastralekaart.com)

1.3 Relatie bestemmingsplan

Deze partiële correctieve herziening voor het plangebied 'Maastricht Noordwest, Dela-locatie' is een correctie op het vigerende bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest' en vervangt dit slechts voor de verbeelding en regels. Voor de overige percelen blijven de regels en de verbeelding van het oorspronkelijke plangebied van het bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest' volledig intact.

Om na te gaan welke regeling geldt ter plaatse van de 'Dela-locatie', zal deze herziening moeten worden gelezen.

1.4 Opzet van het bestemmingsplan

Het digitale bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest, Dela-locatie' is de verzameling geometrisch bepaalde planobjecten dat is vervat in een GML-bestand (NL.IMRO.0935.bpdelalocatie-vg01) met bijbehorende regels.

De analoge versie bestaat uit een toelichting, regels en een analoge verbeelding.

1.5 Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk planbeschrijving komt de doorgevoerde correctieve aanpassing aan bod, met een motivering waarom de aanpassing is verricht. In hoofdstuk 3 wordt de juridische planopzet besproken en in hoofdstuk wordt de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan verwoord.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

In het bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest' is op de 'Dela-locatie' volledig de bestemming 'Groen' toegekend. Zie afbeelding 2.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpDelalocatie-vg01_0002.png"

Afbeelding 2.1: uitsnede van planlocatie in bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest'

Per vergissing is bij het actualiseren van het oude bestemmingsplan 'Malberg en Oud-Caberg' de van toepassing zijnde bestemming op dit perceel, kadastraal bekend gemeente Maastricht, sectie L, plaatselijk bekend 'Dela-locatie' nummer 3245, niet correct overgenomen.

Op deze 'Dela-locatie' was de bestemming 'Bedrijfsdoeleinden B' van het bestemmingsplan 'Malberg en Oud-Caberg' van toepassing zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Maastricht op 8 november 2005 (no. 2005.33562) en onherroepelijk geworden op 2 oktober 2006. Zie afbeelding 2.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpDelalocatie-vg01_0003.png"

Afbeelding 2.2: uitsnede van de 'Dela-locatie' in bestemmingsplan 'Malberg en Oud-Caberg'

Ingevolge artikel 8.1 , onder a van de planregels van het bestemmingsplan 'Malberg en Oud-Caberg' zijn de voor 'Bedrijfsdoeleinden B' aangewezen gronden bestemd voor bedrijven in de categorieën 1 t/m 2 zoals in de bij de voorschriften behorende Lijst van Bedrijfsactiviteiten. Daarnaast zijn toegestaan een 'bedrijfswoningen' uitsluitend ter plaatse van de opgenomen nadere aanduiding "bestaande bedrijfswoning', alsmede erven, terreinen en ontsluitingsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen met de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

In de bouwbepalingen is in combinatie met de plankaart (verbeelding) aangegeven dat het bebouwingspercentage op het bestemmingsvlak ten hoogste 20% mag zijn, dat de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen ten hoogste 4 meter mag bedragen en dat de minimale oppervlakte van een bedrijfsgebouw tenminste 250 m2 bedraagt.

Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden bovendien de volgende bepalingen:

  • de inhoud van de bedrijfswoning dient minimaal 250 m3 en maximaal 750 m3 te bedragen
  • de maximale goothoogte bedraagt 9 meter, bij een niet-zelfstandige woning;
  • de maximale goothoogte van een inpandige woning bedraagt 4 meter;
  • de nokhoogte mag ten hoogste 4 meter hoger zijn dan de goothoogte van het gebouw;
  • voor de bijgebouwenregeling wordt verwezen naar de regeling die gehanteerd wordt bij woningen.

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 8 meter.

In de bestemmingsregeling bij 'Bedrijfsdoeleinden B' is tevens een vrijstellingsbepaling opgenomen om bedrijven in milieucategorie 3 of bedrijven die niet voorkomen op de Lijst van Bedrijfsactiviteiten toe te staan, indien deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de direct toegelaten categorieën 1 of 2 alsmede een vrijstellingsbepaling voor het toestaan van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij een toegestane bedrijfsactiviteit onder bepaalde voorwaarden.

Tevens is op de locatie ten zuiden van de 'Dela-locatie' voorzien in de mogelijkheid om een ontsluiting te creëren binnen de bestemming 'Groen- en watervoorzieningen - G', waardoor het perceel van de 'Dela-locatie' ontsloten kan worden op de Symphoniesingel en is tevens een deel van groenvoorzieningen gesitueerd binnen de bestemming 'Verkeer' behorende tot de Symphonysingel alsnog bestemd tot 'Groen'.

Conclusie

In het bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest' is de bestemming 'Bedrijf' en de groenvoorziening van de Symphonysingel niet op de juiste wijze in het plan opgenomen. Met dit bestemmingsplan worden deze omissie gecorrigeerd..

Hoofdstuk 3 Juridische planopzet

3.1 Algemeen

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden. In artikel 1.2.5 van het Bro is onder meer bepaald dat bestemmingsplannen en partiële herzieningen daarvan digitaal beschikbaar gesteld dienen te worden. Vanaf 1 juli 2013 is daarbij toepassing van de (Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP-2012) verplicht. Bij het opstellen van deze standaard is overigens ook rekening gehouden met het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening 2008 (IMRO-2012) en de Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen 2012 (PRBP-2012). Deze partiële herziening past binnen die standaard.

3.2 Bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan voorziet in een partiële correctieve herziening van het bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest'. Deze herziening is opgesteld volgens de geldende RO-Standaarden 2012 en bestaat uit juridisch bindende regels inclusief verbeelding met een daarbij horende toelichting. De herziene onderdelen zijn opgenomen in de regels en weergeven op de verbeelding. De toelichting is beknopt gehouden en dient ter motivering van de herziene onderdelen.

Het bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest, Dela-locatie' is de verzameling geometrisch bepaalde planobjecten dat is vervat in een GML-bestand (NL.IMRO.0935.bpdelalocatie-vg01) met bijbehorende regels. Dit bestemmingsplan is via elektronische weg uitwisselbaar en raadpleegbaar. Het geeft de bestemming en de bebouwingsmogelijkheden van de gronden aan en treedt in de plaats van het bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest'.

3.3 Gewijzigd planonderdeel

In deze paragraaf staan de planonderdelen beschreven die zijn gewijzigd ten opzichte van het geldende bestemmingsplan.

Perceel, sectie L, nr. nummer 3245

Ter plaatse is de bestemming 'Bedrijf' 'van toepassing verklaard en een bedrijfswoning op het perceel toegestaan door middel van de aanduiding 'bedrijfswoning' op de verbeelding.

Perceel, sectie L, nr. nummer 3684

Op een deel van dit perceel, gesitueerd ten zuiden van de bestemming 'Bedrijf' is binnen de bestemming 'Groen' een aanduiding 'specifieke vorm van groen - in en uitrit' opgenomen ten behoeve van de realisatie van een -in en uitrit om het bedrijfsperceel te kunnen ontsluiten op de Symphoniesingel en zijn de groenvoorzieninge van de Symphonysingel bestemd tot 'Groen'.

Regels

In de bestemmingsregelingen is aansluiting gezocht op de regeling zoals neergelegd in het bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest' bij de bestemmingen 'Bedrijf, 'Groen' en de dubbelbestemming 'Waarde - Maastrichts erfgoed' en de aanduidingen ten aanzien van de archeoligsche zones a en b ('specifieke vorm van waarde - archeologische zone a' en 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone b').

Dit enerzijds om uniformiteit toe te passen binnen het gebied in noordwest Maastricht, anderzijds omdat bij een juiste vertaling van het oude regime in het bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest' dezelfde identieke inhoudelijke bestemmingsregeling van toepassing zou zijn verklaard op de 'Dela-locatie'. Daar waar de bestemmingsregeling uit het bestemmingsplan 'Malberg en Oud-Caberg' op onderdelen (met name bouw en in beperkte mate gebruik) afwijkt van de bestemmingsregeling in het bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest' zijn deze afwijkingen in de nieuwe planregeling voor de 'Dela-locatie' opgenomen.

Voor zover beleidsmatig veranderingen zijn opgetreden die een veranderde inhoudelijke bestemmings- regeling opleveren binnen de gemeente Maastricht in zijn geheel, is deze meest actuele inhoudelijke regeling van toepassing verklaard (o.a. parkeerregeling - toetsing aan parkeernormen).

Toelichting

De toelichting is beknopt. Er wordt alleen ingegaan op de wijziging ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest'. De gewijzigde juridische planopzet en de uitvoerbaarheid van het onderhavige bestemmingsplan.

Verbeelding

De verbeelding geeft de bestemming 'Bedrijf', de dubbelbestemming 'Waarde - Maastrichts erfgoed' en de aanduidingen 'bedrijfswoning', 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone a' en 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone b' ter plaatse van het perceel sectie L, nummer 3245 aan en de bestemming 'Groen', de dubbelbestemming 'Waarde - Maastrichts erfgoed' en de aanduidingen 'bedrijfswoning', specifieke vorm van groen - in- en uitrit' en 'specifieke vorm van waarde - archeologische zone a' aan op een deel van het perceel sectie, L, nummer 3684.

De betekenis van de op de verbeelding opgenomen bestemmingen en aanduidingen wordt in de regels verklaard.

afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpDelalocatie-vg01_0004.png"

 Afbeelding 3.1: analoge verbeeldingsopzet bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest, Dela-locatie'

Voor het overige blijft de verbeelding van het onherroepelijke bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest', vastgesteld door de gemeenteraad van Maastricht op 29 mei 2018, met planIDN NL.IMRO.0935.bpMtrichtNoordwest-vg01, van toepassing.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

4.1.1 Vooroverleg

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.1 van het Bro overleg plaats te vinden met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan, in overleg, afgezien worden van dit overleg.

4.1.2 Procedure

Een ontwerpbestemmingsplan zal conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage worden gelegd vanaf donderdag 8 april 2021 t/m woensdag 19 mei 2021. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de gemeenteraad van de gemeente Maastricht wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens op de dag na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

4.2 Uitvoerbaarheid

De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet aangetoond worden. Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten, als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan.

4.2.1 Ruimtelijk relevante aspecten

Het bestemmingsplan omvat een aantal aanpassingen met betrekking van de verbeelding en de van toepassing zijnde regels. Wat betreft de aanpassingen gaat het om beperkte aanpassing of wijziging van de geldende bestemming, waarbij de bouwmogelijkheden worden gegeven overeenkomstig het oude bestemmingsplan 'Malberg en Oud-Caberg'. Het betreft het vastleggen van de bestaande situatie/bestaande rechten die in het vigerende bestemmingsplan 'Maastricht Noordwest' niet juist zijn opgenomen.

Aanvullende onderzoeken zijn in beperkte mate noodzakelijk uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening. Waar nodig is gebruik gemaakt van eerder uitgevoerde en toepasbare onderzoeken en/of beoordelingen (zie hierna), danwel zullen worden bij de afgifte van omgevingsvergunningen (zoals bodemonderzoek).

Bedrijven en milieuzonering

In het kader van een goede ruimtelijke ordening zal moeten worden onderzocht of er in nabijheid bedrijven liggen die nadelige gevolgen voor de woningen op de locatie met zich mee brengen. Tevens dient te worden bekeken of de realisatie van de woningen de rechten van de omliggende bedrijvigheid aantast.

Voor het beoordelen van de ruimtelijke inpasbaarheid van woningen en bedrijfsactiviteiten vormt de VNG handreiking Bedrijven en milieuzonering een goed uitgangspunt. Aangezien uitsluitend bedrijven in de categorie 1 en 2 zijn toegestaan (en categorie 3.1 mits aangetoond dat de milieu-impact vergelijkbaar is met categorie 1 en 2) bedraagt de richtafstand 30 meter. De afstand van de gronden met de bedrijfsbestemming tot aan de dichtstbijzijnde woningen aan de Symphonysingel bedraagt 30 meter of meer, zodat hier sprake is van een goede ruimtelijke ordening (zie figuur 4.1).

Bovendien worden de rechten van in de nabijheid gesitueerde bedrijven niet (verder) ingeperkt door de bedrijfsbestemming met bedrijfswoning op de 'Dela-locatie', aangezien deze bedrijven al beperkt worden door de in de directe nabijheid gesitueerde woningen.

Het betreft het planologisch bestemde kleinschalig agrarisch bedrijf aan de de Postbaan 58, waarvan de agrarische bedrijfsactiviteiten inmiddels zijn gestaakt en de bouwing functioneel als burgerwoning in gebruik is, alsmede het gemeenschapshuis De Luibe (wijkcentrum voor Oud Caberg) aan de Van Akenweg 15.

afbeelding "i_NL.IMRO.0935.bpDelalocatie-vg01_0005.png"

 Afbeelding 4.1: afstanden milieuzonering

Geluidhinder

De locatie ligt niet binnen de geluidcontour van een gezoneerd industrieterrein en niet binnen een zone van railverkeer, maar wel binnen de contour van de verschillende wegen. Op de locatie waar in het verleden een bedrijfswoning heeft gelegen en waar men nu wederom een bedrijfswoning wil toestaan wordt de voorkeursgrenswaarde op grond van de Wet geluidhinder overschreden. De maximale ontheffingswaarde zal niet worden overschreden. De Wet geluidhinder maakt geen onderscheid tussen een bedrijfswoning en een “gewone” woning. In alle gevallen betreft het een geluidgevoelige bestemming. Er is daarom een akoestisch onderzoek wegverkeer op grond van de Wet geluidhinder vereist, waarbij wordt ingegaan op het geluidbeleid van de gemeente Maastricht.

Hieronder is de conclusie van het uitgevoerde akoestisch onderzoek weergegeven. Het akoestisch onderzoek is integraal als bijlage 1 bij de toelichting van het plan opgenomen.

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

Uit het uitgevoerde akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai blijkt dat de geluidbelasting op de gevels van de (geprojecteerde) bedrijfswoning de voorkeursgrenswaarde van 48 dB met maximaal 6 dB overschrijdt voor de Papyrussingel (maximale belasting 54 dB. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB voor nieuwbouw in stedelijk gebied wordt echter nergens overschreden. Derhalve is het mogelijk om een beschikking hogere waarde aan te vragen bij de gemeente, overeenkomstig het hoger waardenbeleid van de gemeente, indien de toepassing van overdrachts- of bronmaatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting onvoldoende doeltreffend is dan wel op overwegende bezwaren ontmoet en tevens voldaan wordt aan de gebiedsgerichte beoordeling conform het Natuur- en milieuplan Maastricht 2030.

Voor de 30 km/uur weg Symphoniesingel geldt dat de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer op deze weg de richtwaarde van 48 dB op geen enkele gevel van de nieuwe bedrijfswoning overschrijdt. Bovendien kan voor een 30 km/uur weg geen hogere waarde worden verleend, aangezien deze weg niet zoneplichtig is. Voor de gezoneerde wegen Brusselseweg en Carl Smulderssingel geldt dat de geluid- belasting ten gevolge van het wegverkeer op deze wegen de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op geen enkele gevel van de geprojecteerde bedrijfswoning overschrijdt.

Hogere grenswaarden

Het aanleggen van een geluidwal of geluidscherm (overdrachtsmaatregelen) gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer tot de voorkeursgrenswaarde ontmoet in de onderhavige situatie overwegende bezwaren van stedenbouwkundige en landschappelijke aard. Het vergroten van de afstand tussen geluidbron en ontvanger is in onderhavige situatie bovendien niet doeltreffend. Voor het toepassen van stiller wegdek (bronmaatregel) geldt dat de voorkeurgrenswaarde nog altijd wordt overschreden. Deze geluidreducerende maatregel is derhalve eveneens niet doeltreffend. Het toepassen van een stiller wegdek ontmoet bovendien overwegende bezwaren van financiële aard.

Wel kan worden voldaan aan geluidbeleid van de gemeente Maastricht. De locatie is gelegen binnen het gebied gemarkeerd als 'extensief wonen' en binnen de akoestische hoofdwegenstructuur. Aangezien de bedrijfswoning eerstelijns bebouwing langs de Papyrussingel betreft, dient een gebiedsgericht geluidniveau te worden nagestreefd tussen de 48 en 63 dB.

Om voor woningen gelegen aan de hoofdwegenstructuur een hoger gebiedsgericht geluidniveau te kunnen toestaan moet ten minste aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • de woning dient te beschikken over ten minste één geluidluwe zijde;
  • indien de woning beschikt over buitenruimte(n) dient ten minste één buitenruimte geluidluw te zijn;
  • geluidluw betekent de laagste waarde van het gebiedsgerichte geluidniveau (maximaal 48 dB in de onderhavige situatie);
  • de verblijfsruimten (woon- en slaapkamers en keuken groter dan 11 m2), alsmede de tot de woning behorende buitenruimte zijn niet gelegen aan de uitwendige scheidingsconstructie waar de hoogste geluidbelasting optreedt.

Uit de rekenresultaten blijkt dat de zuidgevel van de nieuwe bedrijfswoning de ambitiewaarde van 48 dB niet wordt overschreden. Derhalve kan de woning beschikken over een geluidluwe zijde. Wanneer de tot de bedrijfswoning behorende buitenruimte aan de zuidzijde van de nieuwe woning wordt gesitueerd, kan (in verband met de lage geluidbelasting ten gevolge van de Symphoniesingel) worden aangenomen dat deze geluidluw is. Wanneer vervolgens de verblijfsruimten (woon- en slaapkamers en keuken groter dan 11 m2) niet aan de zijde met de hoogste geluidbelasting zijn gelegen, wordt aan alle aanvullende voorwaarden uit het gemeentelijk geluidbeleid voldaan.

Dit betekent, dat onderbouwd verzocht kan worden een hogere waarde te verlenen conform artikel 110a, lid 5 van de Wgh.

Trillinghinder

Een (bedrijf)woning is een gevoelig object in het kader van trillinghinder. Er is echter geen weg, spoorweg of in de nabijheid gelegen bedrijf waarvan trillinghinder kan worden verwacht. Dit aspect vormt derhalve geen belemmeringen voor de te realiseren woningen.

Lichthinder

Een (bedrijfs)woning is een gevoelig object in het kader van lichthinder. In de directe omgeving zijn echter geen lichtbronnen (bijv. sportvelden, uitrit van parkeergarages, beveiligingsverlichting van bedrijventerreinen) die hinder zouden kunnen veroorzaken. Dit aspect vormt derhalve geen belemmering voor te realiseren bedrijfswoning(en).

Geurhinder

Een (bedrijfs)woning is een geurgevoelig object in het kader van geurhinder. De mogelijk te vergunnen bedrijfswoning(e)n liggen echter niet binnen een geurcontour of in de directe nabijheid van een bedrijf waarvan geurhinder is te verwachten? Dit aspect vormt derhalve geen belemmering voor de te realiseren bedrijfswoning(en).

Luchtkwaliteit

De locatie betreft zowel een gevoelig object (bedrijfs)woningen, als bedrijfsmatige activiteiten welke mogelijk kunnen lijden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. De locatie ligt echter niet in de nabijheid van een dreigende overschrijdingslocatie. Voorts is het aantal bedrijfswoningen zodanig beperkt dat dit niet in betekenende mate leidt tot verslechtering van de luchtkwaliteit.

Voor de bedrijvigheid geldt dat slechts lichte categorieën van bedrijven zijn toegestaan waarvan de verkeersaantrekkende werking niet in betekenende mate tot verslechtering van de luchtkwaliteit leidt. Dit aspect vormt derhalve geen belemmering voor de bestemmingen.

Externe veiligheid

De locatie ligt niet binnen een externe veiligheidscontour (rijkswegen, vaarwegen, spoorwegen, hoge druk gasleiding of risicovolle bedrijven). Dit aspect vormt derhalve geen belemmering voor de ontwikkeling van de locatie.

4.2.2 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk plan tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen.

Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro, kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:

  • het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  • het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
  • het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.

De aanpassingen die zijn opgenomen in dit bestemmingsplan betreffen kleine aanpassingen. De kosten voor het opstellen van dit bestemmingsplan komen geheel voor rekening van de gemeente. Het betreft geen substantiële financiële consequenties voor de financiële middelen van de gemeente Maastricht.

Gelet op bovenstaande hoeft géén exploitatieplan vastgesteld te worden.