direct naar inhoud van Artikel 9 Sport
Plan: Bestemmingsplan Amby
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0935.bpAmby-oh01

Artikel 9 Sport

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van sportactiviteiten;
  • b. sportschool;
  • c. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. waterlopen en waterpartijen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. additionele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemeen

Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage' is aangegeven.

9.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Zij mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak gebouwd worden.
  • b. Indien op de als zodanig bestemde gronden geen bouwvlak is aangeduid mogen op deze gronden geen gebouwen worden gebouwd.
  • c. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage ' is aangegeven.

9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer mag bedragen dan 1 m.
  • c. De bouwhoogte van antennes en reclamemasten mag niet meer bedragen dan 8 m.
  • d. De bouwhoogte van lichtmasten ten behoeve van de openbare verlichting mag niet meer bedragen dan 10 m.
  • e. De bouwhoogte van lichtmasten ten behoeve van de verlichting van buitensportaccommodaties mag niet meer dan 15 m bedragen.
  • f. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van:

  • a. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de brandveiligheid en rampenbestrijding.

9.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.3 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen hoger dan 1 respectievelijk 2 m, mits geen afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en er geen stedenbouwkundige bezwaren bestaan.