direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Aansluiting A76/A79 - Kunderberg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0917.BP031800W000001-0401

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarisch gebruik;
  • b. bebossing van gronden;
  • c. extensieve dagrecreatieve waarden;

een en ander met:

  • d. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • e. geluidswallen;
  • f. geluidsschermen;
  • g. volkstuinen;
  • h. speelterreinen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. verhardingen en bijbehorende voorzieningen;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  • l. natuurvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. situering van bouwwerken dient te geschieden binnen het bestemmingsvlak;
  • b. gebouwen mogen niet worden gebouwd;
  • c. de maximale bouwhoogte van geluidsschermen en geluidswallen bedraagt 7 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de in lid 3.1omschreven doeleinden bedraagt 2,5 meter.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden, wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden voor:

  • a. staan- of ligplaats voor onderkomens;
  • b. sport-, wedstrijd- of parkeerterreinen;
  • c. het beproeven van voertuigen, voor de beoefening van de motorsport en de modelvliegsport, voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, bromfietsen of mountainbikes;
  • d. het racen of crossen met motorrijtuigen, bromfietsen of mountainbikes;
  • e. militaire oefeningen, met uitzondering van marsoefeningen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen;
  • f. staanplaats voor wagens die geschikt en bestemd zijn de uitoefening van handel;
  • g. het uitvoeren van werken of van werkzaamheden ten behoeve van doeleinden als omschreven onder 3.3sub a t/m f.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden of picknickplaatsen en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • c. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • d. het vellen of rooien van houtgewas en/of houtopstand of het verrichten van werkzaamheden die de dood of ernstige beschadiging van het houtgewas en/of houtoptstand tot gevolg kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging van de aanwezig houtopstand en/of het aanwezige houtgewas;
  • e. het bebossen van gronden die ten tijde van het van kracht worden van het plan niet als bos konden worden aangemerkt;
  • f. het verrichten van exploratie- of exploratieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen, olie of gas;
  • g. het tot stand brengen of in de exploitatie nemen van boor- en pompputten;
  • h. het wijzigen van de grondwaterstand of het uitvoeren van werkzaamheden die direct of indirect de grondwaterstand beïnvloeden.

3.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. het periodiek kappen van griendhout en ander hout, voorzover het betreft de normale uitoefening van het ten tijde van het van kracht worden van het plan bestaande bodemgebruik.

3.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 3.4.2 zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis dan wel die behoren tot het op de bestemming van de gronden gerichte normale onderhoud en beheer;
  • b. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de aanwezige landschappelijke waarden en natuurwaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • c. werken en werkzaamheden, die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.