direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Heerlen Zuid - reparatie Ovidiusstraat 135
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0917.BP030300W000007-0401

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In een bestemmingsplan worden de ruimtelijke functies in een gebied juridisch bindend voor overheid en burger vastgelegd. Het maakt (inrichtings)maatregelen mogelijk en biedt bescherming aan bepaalde gebieden of waarden en kan ook ongewenste ontwikkelingen tegengaan.

Het bestemmingsplan 'Heerlen Zuid' met IMRO-kenmerk NL.IMRO.0917.BP030300W000006-0401 is door onze gemeenteraad in de vergadering van 7 juli 2015 vastgesteld. Op 16 maart 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een gecombineerde uitspraak én een tussenuitspraak (zaaknummer: 201506805/1/R1) gedaan deze zijn als Bijlage 1 bij deze toelichting gevoegd. Ook is de uitspraak op de landelijke voorziening met kenmerk NL.IMRO.0917.GU030300W000006-0401 gepubliceerd.

In de tusssenuitspraak hanteert de Afdeling het instrument van de zogenoemde 'bestuurlijke lus' met betrekking tot het perceel Ovidiusstraat 135, kadastraal bekend gemeente Heerlen, sectie H, nr. 550.

De Afdeling overweegt onder andere:

"dat niet in geschil is dat het plan (bestemmingsplan Heerlen Zuid) het mogelijk maakt andere functies dan een kinderdagverblijf op het perceel Ovidiusstraat 135 te vestigen. De raad heeft niet onderzocht of dit aanvaardbaar is uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening. Het plan is op dit punt niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid. Het standpunt van de raad dat de mogelijkheden niet zijn verruimd ten opzichte van het voorheen geldende bestemmingsplan doet daaraan niet af. In het kader van het vaststellen van een bestemmingsplan dienen telkens weer alle betrokken belangen te worden afgewogen, waarbij dient te worden bezien in hoeverre onbenutte mogelijkheden ui thet voorheen geldende plan nog aanvaardbaar zijn uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening. Het betoog slaagt.

(...)

De Afdeling ziet in het belang bij een spoedige beëindiging van het geschil aanleiding met toepassing van artikel 8:51d van de Awb de raad op te dragen binnen een termijn van zestien weken het gebrek in het bestreden besluit te herstellen. De raad kan dit doen door ofwel met behulp van onderzoek inzichtelijk te maken dat andere functies dan een kinderdagverblijf op het perceel Ovidiusstraat 135 ruimtelijk aanvaardbaar zijn ofwel door het bestreden besluit te wijzigen zodat op dat perceel alleen een kinderdagverblijf is toegestaan. Bij wijziging van het bestreden besluit behoeft geen toepassing te worden gegeven aan afdeling 3.4 van de Awb. Een eventueel nieuw besluit dient op de wettelijk voorgeschreven wijze te worden bekendgemaakt."

De gemeenteraad heeft de keuze gemaakt geen nader onderzoek te doen, maar het bestemmingsplan te wijzigen, zodat alleen een kinderdagverblijf is toegestaan.
Het onderhavige plan voorziet in deze wijziging, door ter plaatse van Ovidiusstraat 135 de bestemming 'Maatschappelijk - kinderdagverblijf' op te nemen. Hiermee wordt de feitelijke situatie bestendigd.
Het is het gemeentebestuur niet gebleken dat er enig beletsel is om deze bestemming aan de betreffende gronden toe te kennen. Er is sprake van de voortzetting van een uitvoerbare bestemming, die voldoet aan een goede ruimtelijke ordening.

Hierna wordt volstaan met een bespreking van de voor de locatie Ovidiusstraat relevante zaken. Op de verbeelding is enkel de locatie van het kinderdagverblijf aan de Ovidiusstraat 135 opgenomen. Ook de regels behorende bij dit bestemmingsplan zijn op dit perceel afgestemd.
Aangezien het uitgangspunt van dit reparatieplan uitsluitend bestaat uit het herstel van de door de Raad van State niet goed bevonden regeling voor de locatie van het kinderdagverblijf aan de Ovidiusstraat, waarvan de Raad van State onze gemeenteraad opdracht heeft gegeven om binnen 3 maanden een nieuw besluit te nemen, zal hierna alleen op de voor de wijziging relevante zaken worden ingegaan.

Voor het overige wordt verwezen naar Bijlage 2 Toelichting en bijlagen Bestemmingsplan Heerlen Zuid.

1.2 Situering en beschrijving plangebied

Het plangebied Heerlen-Zuid - reparatie Ovidiusstraat 135 is gelegen in het zuidelijk deel van Heerlen centrum en wordt globaal als volgt begrensd:
- aan de Noordzijde grenst het plangebied aan een groenvoorziening onderdeel van het kadastrale perceel gemeente Heerlen Sectie H, nummer 3168;
- aan de westzijde de Ovidiusstraat;
- aan de oostzijde de achtertuinen van de woningen gelegen aan de Benzenraderweg; en
- aan de zuidzijde de achtertuin van de woning aan de Benzenraderweg nr. 172 en het pad tussen de Benzenraderweg en de Ovidiusstraat.

De ter plaatse aanwezige eenlaagse bebouwing en de direct aangrenzende onbebouwde delen van het perceel zijn in gebruik bij Kinderdagverblijf Beerengoed.

afbeelding "i_NL.IMRO.0917.BP030300W000007-0401_0001.png"  

afbeelding: situering plangebied Heerlen Zuid - reparatie Ovidiusstraat 135

1.3 Juridische status

Binnen het plangebied Heerlen Zuid - reparatie Ovidiusstraat 135 is tot het in werking treden van het onderhavige bestemmingsplan het bestemmingsplan Heerlen Zuid van kracht.

1.4 Planvorm

De regels en de verbeelding vormen de juridische bindende onderdelen van het bestemmingsplan. De toelichting geeft een nadere uitleg van de gemaakte beleidskeuzen en invulling van het bestemmingsplan. De toelichting heeft geen juridische status.

Elk bestemmingsplan is te onderscheiden door een landelijk uniek identificatienummer. Het onderhavige bestemmingsplan is geregistreerd en vindbaar op het landelijke portaal onder www.ruimtelijkeplannen.nl nummer NL.IMRO.0917.BP030300W000007-0401

1.4.1 Toelichting

In de toelichting wordt de opzet van het plan beschreven en zijn de aan dit plan ten grondslag liggende gedachten vermeld.

1.4.2 Regels

Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening worden aan de gronden, die in het plan zijn gelegen, bestemmingen toegewezen met bijbehorende doeleinden en/of functies. Aan deze bestemmingen zijn regels gekoppeld, die regelingen bevatten over het gebruik van deze gronden en van de opstallen die zich daarop bevinden.

Met het oog op de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen schrijft de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (hierna: SVBP) voor de wijze waarop een planregel is opgebouwd en hoe de regels worden ingedeeld (vaste hoofdstukindeling).

1.4.3 Verbeelding

De verbeelding geeft een grafische weergave van het plangebied. In de verbeelding zijn de plangrens, bestemmingen en aanduidingen weergegeven. Het bestemmingsplan onderscheidt een digitale en een analoge verbeelding. Beide verbeeldingen zijn rechtsgeldig, echter bij interpretatieverschillen is de digitale verbeelding beslissend.

De digitale verbeelding is een interactieve raadpleegomgeving via het internet die de gehele inhoud van het bestemmingplan (grafische weergave, regels en toelichting) toont. Door een muisklik op de kaart te geven verschijnen de bijbehorende regels voor die locatie in beeld. Tevens is het mogelijk om te meten op de kaart en door middel van coördinaten (het Rijksdriehoekscoördinatenstelsel) de exacte locatie te bepalen.

De analoge verbeelding bestaat uit 1 blad en heeft een schaal van 1:1000. De legenda legt een verbinding tussen de bestemmingen, aanduidingen en de regels en geeft een verklaring van de maatvoering, symbolen en topografische ondergrond(en).

Mocht het voorkomen dat er verschil bestaat tussen de analoge en digitale versie van het bestemmingsplan dan is de digitale versie conform het bepaalde in artikel 1.2.3 lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening leidend.

1.4.4 Ondergrond

De ondergrond is een samenstelling van de Grootschalige Basiskaart Nederland (landmeetkundig ingemeten topografie) en de kadastrale begrenzingen.

Na de vaststelling van het bestemmingsplan is de gehanteerde ondergrond onlosmakelijk met het bestemmingplan verbonden. De ondergrond is zichtbaar op de analoge verbeelding, deze wordt echter niet standaard getoond in combinatie met de digitale verbeelding. De topografische kaarten en luchtfoto's die worden getoond op www.ruimtelijkeplannen.nl zijn niet altijd up to date en slechts bedoeld als oriëntatiemiddel. Bij interpretatieverschillen is de vastgestelde ondergrond bepalend.

1.5 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt kort stilgestaan bij de Structuurvisie Heerlen 2035. Hoofdstuk 3 beschrijft de verschillende hoofdgroepen van bestemmingen en de verschillende juridische regelingen. Hoofdstuk 4 beschrijft de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan en hoofdstuk 5 geeft een beeld van de doorlopen bestemmingsplanprocedure.

Hoofdstuk 2 Planologisch beleidskader

Voor het relevante planologische beleid wordt grotendeels verwezen naar het in de toelichting behorende bij het moederplan opgenomen beleid (zie Bijlage 2). In dit hoofdstuk wordt alleen ingegaan op de gemeentelijke structuurvisie, deze had op het moment van vaststelling van het moederplan Heerlen Zuid nog de status van ontwerp.

2.1 Gemeentelijk beleid

2.1.1 Structuurvisie Heerlen 2035

Op 7 juli 2015 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie Heerlen 2035 vastgesteld. Met dit planologisch instrument kan de gemeente de ruimtelijke sturing beter afstemmen op de ruimtelijke opgaven van de toekomst.

De structuurvisie is opgesteld op basis van een belangrijk kantelpunt in de historie van ruimtelijke ontwikkeling in Nederland. De grenzen van de groei zijn bereikt. Er is een eind gekomen aan een onafgebroken periode van vraag naar ruimte en vastgoed.
Nieuwe ontwikkelvraagstukken hebben nu vooral te maken met de vraag hoe om te gaan met bestaand vastgoed en vrijkomende ruimte. De ruimtelijke opgaven voor de toekomst hebben veel vaker betrekking op bestaand vastgoed in plaats van nieuwbouw en zullen gekenmerkt worden door termen als: flexibel, tijdelijk, duurzaam en kleinschalig. Ook de rol van de gemeente verandert. Heerlen moet de slag maken van een toetsende naar een faciliterende overheid. Niet alles zelf herontwikkelen, maar vooral ook initiatieven van ondernemers, marktpartijen en inwoners mogelijk maken, met de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in deze structuurvisie als uitgangspunt.

Deze transitieopgaven lopen als een rode draad door de structuurvisie. In de structuurvisie staan inhoudelijk vier thema’s centraal: Vitale stad, Centrale stad, Innovatieve stad en Verrassende stad.


Vitale stad

In het thema Vitale stad wordt een beeld geschetst van woonwijken in 2035. Aan de ene kant willen we inzetten op minder woningen, maar vooral ook op woningen met meer kwaliteit en variatie. Dus geen grootschalige uitbreidingsnieuwbouw meer, maar inzetten op het doorbreken van de eentonigheid van sommige woonbuurten. Aan de andere kant willen we goede voorzieningen blijven aanbieden. Dat kan soms betekenen dat een voorziening uit de buurt verdwijnt als het verzorgingsgebied voor die voorziening te klein wordt. In die gevallen zetten we in op het vormen van sterke voorzieningenclusters in buurten en stadsdelen.


Centrale stad

In het thema Centrale stad beschrijven we hoe we de rol van Heerlen als centrumgemeente in de regio kunnen versterken. Belangrijke speerpunten daarbij zijn een compact kernwinkelgebied met een compleet en gevarieerd winkelaanbod, het realiseren van een Smart Services Campus en het versterken van het stedelijk woonmilieu. Cultuur in al zijn facetten is daarbij een belangrijke bindende factor.


Innovatieve stad

In het thema Innovatieve stad geven we aan hoe we anders kunnen omgaan met stedelijke ontwikkelopgaven bij veranderende omstandigheden. Het hergebruiken van bestaand vastgoed en vrijkomen van ruimte na sloop spelen daarbij een belangrijke rol. Bovendien willen we mondiale duurzaamheidsvraagstukken verbinden met lokale transitieopgaven. Heerlen heeft de ambitie om in 2040 een klimaat-neutrale stad te zijn. Dat is een stad waarin processen rond wonen, werken en leven, niet op negatieve wijze bijdragen aan klimaatverandering.


Verrassende stad

In het thema Verrassende stad wordt beschreven hoe we bestaande cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten beter zichtbaar en tastbaar kunnen maken in de stad. Door het behoud van deze waarden te integreren in de lokale transitieopgaven, krijgen plekken en panden waarmee mensen zich verbonden voelen nieuwe betekenis. Het resultaat van deze transitie is een verrassende stad, waarin het “Verhaal van Heerlen” tot uitdrukking komt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0917.BP030300W000007-0401_0002.png"  

Het bestemmingsplan Heerlen Zuid - reparatie Ovidiusstraat 135 heeft een conserverend karakter. Voor zover de opgaven uit de structuurvisie leiden tot ontwikkelingen die passen binnen het planologisch kader van bestemmingsplan Heerlen Zuid - reparatie Ovidiusstraat 135, kunnen deze worden uitgevoerd. Indien deze buiten dit kader vallen zal te zijner tijd een aparte planologische procedure moeten worden doorlopen.

Hoofdstuk 3 Structuur bestemmingsplan

Dit hoofdstuk beschrijft de uitgangspunten en randvoorwaarden die de basis vormen voor het voorliggende bestemmingsplan Heerlen Zuid - reparatie Ovidiusstraat 135.

Een van de uitgangspunten van dit plan is dat het een actualiserend plan is, waarbij de bestaande planologische situatie wordt vastgelegd. Ontwikkelingen in het plangebied worden slechts meegenomen indien de bestuurlijke besluitvorming met betrekking tot deze ontwikkeling is afgerond. Dit bestemmingsplan is een direct uitvloeisel van de uitspraak van de Raad van State inzake een tegen het bestemmingsplan Heerlen Zuid ingesteld beroep.

Daarnaast beperkt dit hoofdstuk zich tot een beschrijving van de keuzes gemaakt bij het opstellen van de regels.

Voor de leesbaarheid en raadpleegbaarheid dienen de regels in hoofdstukken te worden geplaatst. Daarbij dient een vaste volgorde te worden aangehouden, die in dit hoofdstuk wordt toegelicht.

3.1 Opbouw van de regels

De regels van dit bestemmingsplan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen.

3.1.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Dit hoofdstuk bevat twee artikelen.

In artikel 1 zijn een aantal noodzakelijke begripsbepalingen, die in de overige regels worden gebruik, opgenomen en in artikel 2 is uiteengezet op welke wijze gemeten dient te worden.

3.1.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Dit hoofdstuk bestaat uit een beschrijving van de in het plangebied voorkomende bestemmingen en/of dubbelbestemmingen. In het onderhavige bestemmingsplan zijn dit de artikelen 3 en 4. Deze regels zijn opgesteld conform de vaste structuur van hoofdgroepen zoals de SVBP die voorschrijft.

De opbouw van de bestemmingen ziet er in beginsel als volgt uit:

  • bestemmingsomschrijving;
  • bouwregels;
  • afwijken van de bouwregels;
  • specifieke gebruiksregels;
  • afwijken van de gebruiksregels;
  • omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden.

In paragraaf 3.2 worden de in dit bestemmingsplan voorkomende bestemmingen kort toegelicht. Hierna volgt wel al een korte toelichting van de opbouw per bestemmingsonderdeel.

Bestemmingsomschrijving
De bestemmingsomschrijving bevat de omschrijving van de doeleinden die met de bestemming aan de grond worden toegekend. Hierbij gaat het in beginsel om een beschrijving van de aan de grond toegekende functies zoals wonen, bedrijven, detailhandel, recreatie, horeca etc. De aard van de toegelaten inrichtingen van gronden (bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde) vloeit dan voort uit de toegelaten functies.
De hoofdfuncties worden als eerste genoemd. Indien van toepassing worden ook de aan de hoofdfuncties ondergeschikte functies mogelijk gemaakt. Tevens wordt aangegeven welke functies bij de bestemming behoren door middel van de zin 'met daarbij behorende'. Het betreft hier meestal functies als paden, groen, erven, etc. De bestemmingsomschrijving is niet alleen functioneel, maar bevat ook inrichtingsaspecten.


Bouwregels
In de bouwregels wordt aangegeven welke bebouwingsmogelijkheden er op een perceel bestaan. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Afwijken van de bouwregels

Door het opnemen van een afwijkingsregeling bestaat de mogelijkheid af te wijken van de algemeen toegestane bouwregelingen. Voor elke afwijking wordt aangegeven waarvan afgeweken wordt, de maximale afwijking die met de afwijking kan worden toegestaan en eventueel de situaties of voorwaarden waaronder vrijstelling wordt verleend.

Het gaat hier om afwijkingbevoegdheden voor specifieke bestemmingen. Als afwijkingsbevoegdheden gelden voor meerdere bestemmingen, dan wel een algemene strekking hebben, zijn ze opgenomen in hoofdstuk 3 (de algemene regels).

Specifieke gebruiksregels

In dit onderdeel kan worden aangegeven welke vormen van gebruik men in ieder geval strijdig acht met de bestemming. Hierin worden niet alle mogelijke strijdige gebruiksvormen genoemd, maar alleen die waarvan het niet op voorhand duidelijk is dat deze in strijd zijn met de bestemming. Het gaat hierbij in feite om een aanvulling op de bestemmingsomschrijving.


Afwijken van de gebruiksregels

Een afwijking van een gebruiksregel mag niet leiden tot een feitelijke wijziging van de bestemming. Dat wil zeggen dat wel afwijking kan worden verleend ten behoeve van functies, die inherent zijn aan de in de bestemmingsomschrijving opgenomen functies. Via afwijking kunnen geen 'nieuwe' functies worden toegestaan. Met andere woorden: de afwijkingsregeling kan worden opgenomen voor kleinere, planologisch minder ingrijpende, onderwerpen.


Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden

Specifieke inrichtingsactiviteiten, niet bestaande uit bouwen, dienen soms aan een omgevingsvergunning gebonden te worden.

3.1.3 Hoofdstuk 3 Algemene regels

Deze algemene regels bestaan uit een aantal algemene, niet aan specifieke bestemmingen gekoppelde, bepalingen.

Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels en is opgebouwd uit:

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Dit artikel is ingevolge artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening vast voorgeschreven. Doel van deze bepaling is te voorkomen dat er meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt, bijvoorbeeld ingeval (onderdelen van) percelen van eigenaar wisselen.

Artikel 6 Algemene bouwregels

Dit artikel bevat algemene bouwregels voor alle voorkomende bouwwerkzaamheden in dit plangebied.

Artikel 7 Algemene gebruiksregels

In dit artikel is een verbodsbepaling opgenomen met betrekking tot strijdig gebruik prostitutie

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

Voor ondergeschikte afwijkingen van de bestemmingsplanbepalingen (de bouwregels) zijn in paragraaf 26.1, Afwijkingsregels en in paragraaf 26.2, een Inperking afwijkingsbevoegdheid opgenomen

Artikel 9 Algemene wijzigingsregels

Dit artikel regelt de procedure die burgemeester en wethouders dienen te volgen indien toepassing wordt gegeven aan de in dit plan opgenomen wijzigingsregels.

Artikel 10 Overige regels

In dit artikel zijn de navolgende overige regels opgenomen met betrekking tot:

  • Dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen - enkelvoudige bestemmingen;
    in dit sublid wordt aangegeven hoe dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen zich verhouden tot enkelvoudige bestemmingen.
  • Dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen onderling
    Dit sublid geeft de onderlinge verhouding aan tussen dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen.
  • Andere wettelijke bepalingen;
    dit sublid geeft aan hoe andere regelsdienen te worden geinterpreteerd.
3.1.4 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht
In artikel 3.2.1. van het Bro zijn standaardregels opgenomen met betrekking tot het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik. Deze regels zijn opgenomen in 30.1 en 30.2 Overgangsrecht gebruik en maken onderdeel uit van dit bestemmingsplan.

Artikel 12 Slotregel
In de slotregel is aangegeven onder welke naam de regels kunnen worden aangeduid.

3.2 Toelichting van de bestemmingsregels

3.2.1 Algemeen

Deze paragraaf beschijft de in het plan gemaakte keuze van bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of doeleinden zijn aangegeven.

In het kader van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP) dient een vaste volgorde en indeling van het bestemmingsplan aangehouden te worden. De bestemmingen zijn in hoofdgroepen ondergebracht. Deze zijn hieronder aangegeven.

3.2.2 Hoofdgroep Maatschappelijk

Maatschappelijk - Kinderdagverblijf regelt de bestemming van de gronden bedoeld voor een kinderdagverblijf.

3.2.3 Hoofdgroep Waarde

Voor de aanwezige archeologische verwachtingswaarde in het plangebied is een aparte dubbelbestemming Waarde - Archeologie 4 (middelhoge waarde) opgenomen.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid en Handhaving

Het bestemmingsplan heeft verscheidene functies.
De belangrijkste functie betreft wellicht de normerende functie.
Het bestemmingsplan geeft bindende regels voor het gebruik van de in het betreffende plan opgenomen gronden. Dit betreft gebruik in ruime zin. Niet enkel het feitelijke gebruik, maar ook de bebouwing van deze gronden en het gebruik van opstallen worden door het bestemmingsplan gereguleerd.
Om recht te doen aan deze functie, is tijdens het opstellen van het onderhavige bestemmingsplan ruime aandacht besteed aan de handhaafbaarheid van de opgestelde regels.

Er is sprake van een inzichtelijke en realistische juridische regeling. Dat wil zeggen, dat het plan niet onnodig beperkend of inflexibel is. De regels dienen niet meer, maar ook niet minder te regelen dan noodzakelijk is. Daarnaast is sprake van een ondubbelzinnige en juridisch juiste regeling, die voor eenieder duidelijk is en weinig procesrisico kent.

4.1 Handhavingsbeleid

Binnen de gemeente Heerlen vormt de handhaving van bestemmingsplannen een expliciet onderdeel van het handhavingsbeleid en is opgenomen in de beleidsnota
"Handhaving bouw- en ruimtelijke regelgeving". In deze nota wordt onder meer aandacht besteed aan de wijze, waarop handhaving zal plaatsvinden. Uitgangspunt is dat tegen iedere overtreding wordt opgetreden. Verder wordt in deze nota de wijze van prioritering weergegeven. Op basis van jaarlijks vast te stellen uitvoeringsprogramma's vindt vervolgens het uitvoeren van toezicht en daadwerkelijke handhaving plaats.

Bij het overtreden van de regels van het bestemmingsplan kan het college de volgende sanctionerende maatregelen toepassen: bestuursrechtelijke handhaven (last onder bestuursdwang of last onder dwangsom) of strafrechtelijk handhaven (economisch delict).

4.2 Economische uitvoerbaarheid

Ingevolge het bepaalde in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting van een bestemmingsplan inzicht te worden gegeven over de uitvoerbaarheid van het plan. Hiermee wordt mede de financieel economisch uitvoerbaarheid bedoeld."


Bestemmingsplanplan Heerlen-Zuid - reparatie Ovidiusstraat 135 is een beheersplan, waarin enkel de bestaande situatie en het geldende recht is overgenomen. Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen in dit plan opgenomen.Het bestemmingsplan heeft derhalve geen financiële gevolgen. Het is daarom ook niet nodig een exploitatieplan vast te stellen."

Hoofdstuk 5 Procedure

Zoals in de paragraaf 1.1 Aanleiding reeds uitgebreid aan de orde is geweest, betreft dit een planvaststelling naar aanleiding van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.