Plan: | Montfortstraat sectie C6439 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0917.BP010300W000002-0401 |
Wegverkeer
Bij de voorbereiding van de vaststelling van een bestemmingsplan of een herziening daarvan dient op grond van artikel 76 van de Wet geluidhinder (Wgh) een onderzoek naar verkeerslawaai te worden ingesteld. Hierbij moeten de in de wet aangegeven, binnen de zones langs de wegen geldende, waarden in acht worden genomen. Alle wegen zijn zoneplichtig, met uitzondering van wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied of wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt.
De geluidbelasting ten gevolge van wegen dient in beschouwing te worden genomen voor zover het plangebied is gelegen binnen de geluidzone van die wegen. De zone is te beschouwen als de begrenzing van het onderzoeksgebied. Een zone is van rechtswege
aanwezig en heeft een vaste breedte; conform artikel 74 lid 1 van de Wet geluidhinder
(Wgh) bedraagt de zonebreedte van een weg als volgt:
Stedelijk gebied:
- 200 meter voor een weg van een of twee rijstroken;
- 350 meter voor een weg met drie of meer rijstroken.
Buitenstedelijk gebied:
- 250 meter voor een weg van een of twee rijstroken;
- 400 meter voor een weg met drie of vier rijstroken.
Belangrijk is dat in de zin van de Wet geluidhinder alles binnen de zone van een auto(snel)weg als buitenstedelijk gebied beoordeeld dient te worden; dit is van toepassing
op de N281. Ten aanzien van de overige wegen is de locatie echter binnenstedelijk gelegen.
Het plan gelegen aan de Montfortstraat is gelegen binnen de zone van de N281(buitenstedelijk gebied) en binnen de zone van de Klinkertweg (binnenstedelijk gebied). Montfortstraat zelf is een 30 km/uur weg en niet gezoneerd. Uit geluidberekeningen blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor beide wegen niet wordt overschreden. De totale geluidbelasting zonder aftrek artikel 110g van de Wetgeluidhinder bedraagt 49dB. Het geluidrapport "Hln 2012-01 Akoestisch onderzoek Bestemmingsplan Montfortstraat sectie C6439" van 27-01-2012 is opgenomen als bijlage bij dit bestemmingsplan.
Ook zullen de zes verkeersbewegingen die de nieuwe woning veroorzaakt geen merkbare gevolgen hebben voor de geluidbelasting van de woningen in de omgeving.
Spoorweglawaai
Het bouwplan ligt binnen de 200 meter zone van het spoortraject Heerlen-Sittard. De geluidbelasting als gevolg van het spoor zal de voorkeursgrenswaarde van 55 dB naar alle waarschijnlijkheid niet overschrijden door de aanwezigheid van afschermende bebouwing.
Industrielawaai
Er is geen gezoneerd industrieterrein gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het plangebied en het bestemmingsplan laten de vesting van zogenaamde "grote lawaaimakers" niet toe. Er loopt ook geen 50 dB(A)- contour als gevolg van een gezoneerd industrieterrein over het plangebied.
Algemeen
Bij een bestemmingsplanprocedure moet het bevoegde gezag Wet bodembescherming voldoende inzicht hebben om de vraag te kunnen beantwoorden of de bodem geschikt is voor de in het bestemmingsplan toe te kennen functie.
Beleidskader
Besluit Bodemkwaliteit
Op 5 juli 2011 is de nota bodembeheer en de bodemkwaliteitskaart gemeente Heerlen vastgesteld. Hierin staan de kwaliteitseisen waaraan bouwstoffen, grond en baggerspecie voor het toepassen en hergebruiken moeten voldoen. De nota bodembeheer en de bodemkwaliteitskaart beschrijft op welke wijze de gemeente Heerlen invulling geeft aan het besluit Bodemkwaliteit zoals dat met ingang van 1 juli 2008 van kracht geworden is. Het Besluit zet een kwalitatieve stap in de richting van duurzaam bodembeheer. Het Besluit komt ook tegemoet aan de wens om maatwerk op gebiedsniveau beter mogelijk te maken. Heerlen heeft gekozen voor een zogenaamd gebiedsspecifiek beleid. Op basis van dit beleid zijn Lokale maximale waarden opgesteld. De gemiddelde kwaliteit van de bodem is ingedeeld in drie algemene categorieën te weten; industrie, wonen en achtergrondwaarde. Voor gebieden waar lokale maximale waarden zijn opgesteld gelden de benamingen uit de algemene categorieën niet meer. En het Besluit geeft de mogelijkheid om gericht toezicht te houden op de hele keten van bouwstoffen, grond en baggerspecie.
Bodembeleidsplan
Voor de gemeente Heerlen is sinds 1 januari 2011 het bodembeleidsplan Heerlen van toepassing. In dit bodembeleidsplan wordt het gemeentelijk bodembeleid beschreven en het beleidsplan is derhalve het richtinggevend kader (uiteraard naast de wettelijke regelingen) voor zowel bodembescherming als bodemsanering.
Uitgevoerde onderzoeken
Ter plaatse van het plangebied is het volgende bodemonderzoeken verricht: "vooronderzoek Montfortstraat tussen nr. 48 en 52 te Hoensbroek, opgesteld door gemeente Heerlen en gedateerd 16 april 2012, rapportnr. HL091704914.0.
Uit het vooronderzoek blijkt dat geen de locatie als niet-verdacht voor bodemverontreiniging wordt aangemerkt.
Conclusie
Op basis van het verrichte vooronderzoek bestaan - voor wat bodemaspecten betreft - geen belemmeringen voor de voorgenomen bestemmingswijziging.
Algemeen
De Wet milieubeheer bepaalt dat bij de voorbereiding van de vaststelling van een bestemmingsplan luchtonderzoek moet plaatsvinden naar de kwaliteit van de omgeving. In hoofdstuk 5, titel 2 van de Wet milieubeheer zijn per 15 november 2007 luchtkwaliteitseisen opgenomen.
Artikel 5.16 lid 1 Wet milieubeheer geeft weer, onder welke voorwaarden bestuursorganen bepaalde bevoegdheden (uit lid 2) mogen uitoefenen. Als er minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid:
Het Besluit NIBM
Deze AMvB legt vast, wanneer een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een bepaalde stof. Een project is NIBM, als aannemelijk is dat het project een toename van de concentratie veroorzaakt van maximaal 3%. De 3% grens wordt gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof(PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1.2 µg/m3 voor zowel fijn stof als NO2.
Er zijn twee mogelijkheden om aannemelijk te maken dat een project binnen de NIBM-grens blijft:
Als de 3% grens voor fijn stof(PM10) of stikstofdioxide (NO2) niet wordt overschreden, dan hoeft geen verdere toetsing aan grenswaarden plaats te vinden.
Invloed plan
Het betreft hier de realisatie van één woning. Deze ontwikkeling valt onder het Besluit "Niet In Betekenende Mate". Overigens is wel nog gekeken naar de invloed van zes verkeersbewegingen is op de luchtkwaliteit in de omgeving. De achtergrondconcentratie in de omgeving is zo laag dat de uitstoot van deze zes verkeersbewegingen minieme gevolgen zal hebben op de luchtkwaliteit. De normen uit de Wet milieubeheer worden gerespecteerd.
Op basis van artikel 5.16, lid 1, sub c Wm kan worden gesteld dat het voorliggende bouwplan niet in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.
Algemeen
De invloed van activiteiten met gevaarlijke stoffen op de externe veiligheid kan over twee vormen verdeeld worden:
- Risico ten gevolge van in of in de buurt van het plangebied gelegen inrichtingen;
- Risico ten gevolge van transport met gevaarlijke stoffen.
Beleidskader
Het beleid ten aanzien van externe veiligheid is vastgelegd in verschillende beleidsstukken. Voor het transportrisico is dit de Circulaire Risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen. Voor inrichtingen (bedrijven) is dit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt in de begrippen plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR).
Het PR is de plaatsgebonden kans per jaar, op overlijden voor een onbeschermd individu ten gevolge van ongevallen met gevaarlijke stoffen. Voor het PR geldt een getalsnorm inhoudende de maximale toelaatbare overlijdenskans voor een individu van:
- 1 op 100.000 per jaar (10-5/j) voor bestaande situaties;
- 1 op 1.000.000 per jaar (10-6/j) voor nieuwe situaties en bestaande situaties in 2010.
In en rond het plangebied bevinden zich geen inrichtingen of transportroutes die een potentieel extern veiligheidsknelpunt opleveren.
Gezien de zeer beperkte omvang van het plangebied is het niet nodig een watertoets uit te voeren. Bovendien is het plangebied ook niet nabij waterstaatskundige werken gelegen. Bij nieuwbouw is de Aansluitverordening riolering van de Gemeente Heerlen van toepassing. In de uitvoeringsregels staan eisen verwerkt over onder andere de verwerking van hemelwater.