Plan: | Bedrijventerrein De Grens 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0907.BP12026DEGRENSBDR-VA01 |
De voor Waarde - Archeologie 4 aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming
van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair
ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende
bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor
bouwwerken met een oppervlakte groter dan 2.500 m² en dieper dan 50 centimeter, of
voor bouwwerken die zich bevinden binnen een straal van 50 meter van een vindplaats,
een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden
die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord naar oordeel van het bevoegde gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in artikel 7.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in artikel 7.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 7.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd.
Het is verboden voor de ‘Waarde - Archeologie 4’ aangewezen gronden, zonder of in
afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende
andere-werken uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 7.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op andere-werken welke:
Het is verboden voor de ‘Waarde - Archeologie 4’ aangewezen gronden, zonder of in
afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (sloopvergunning) de aanwezige bouwwerken te slopen indien de oppervlakte groter is dan 2.500 m² en de diepte meer dan 50 cm bedraagt gemeten vanaf 30 cm boven het maaiveld of wanneer de bouwwerken zich bevinden binnen een straal van 50 meter van een vindplaats.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in 7.4.1 kan in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerd deskundige.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarden
worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende
voorschriften kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning.
De vergunning kan niet worden verleend indien blijkt dat de sloop een onevenredige
aantasting van de archeologische waarden van de gronden tot gevolg heeft.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 onder a van
de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door: