direct naar inhoud van Artikel 5 Horeca
Plan: Bedrijventerrein De Grens 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0907.BP12026DEGRENSBDR-VA01

Artikel 5 Horeca

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca in de volgende categorieen van de Staat van Horecaactiviteiten:
    • 1. categorie Ia;
    • 2. categorie II voor zover het betreft een automatiek, café-restaurant (met of zonder bezorg- en/of afhaalservice), restaurant met een bezorg- en/of afhaalservice (pizzeria, chinees, drive-in, etc), shoarma/grillroom.
  • b. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
  • c. aan huis verbonden beroepen met dien verstande dat het bruto vloeroppervlak ten behoeve van aan huis verbonden beroepen niet meer dan 50 m² mag bedragen;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg': een verkooppunt motorbrandstoffen inclusief de verkoop van lpg, met dien verstande dat het lpg-vulpunt, de afleverzuilen en het ondergrondse reservoir uitsluitend zodanig gesitueerd mogen zijn dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 zich binnen de grenzen van het bouwperceel en/of de grenzen van de aanduiding 'veiligheidszone-lpg' bevindt;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

5.1.2 Parkeren en laden en lossen

Parkeren en laden en lossen dienen op eigen terrein plaats te vinden.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
  • c. bebouwingspercentage van het bouwperceel bedraagt maximaal 80%.
5.2.2 Bedrijfswoningen

De inhoud van de inpandige bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 650 m³;

5.2.3 Afstand perceelsgrens

Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • b. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de achterste perceelsgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • c. indien de bestaande afstand kleiner is dan de afstanden genoemd onder a en b, dan geldt de bestaande afstand als minimum.
5.2.4 Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal:
  • a. bedrijfsinstallaties en lichtmasten: 3 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 m.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijking perceelsgrens

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.3 voor het toestaan van een kortere afstand tot de zijdelingse of achterste perceelsgrens, mits de bereikbaarheid van het perceel voor hulpdiensten voldoende is verzekerd.

5.3.2 Toetsing afwijking

Een afwijking als bedoeld in artikel 5.3.1 kan slechts worden verleend indien:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Afwijking horecacategorie

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 voor het toestaan van een andere horecacategorie, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
5.4.2 Afwijking aan huis verbonden bedrijf

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:

  • a. 1 het onbebouwde gedeelte van het perceel niet ten behoeve van aan huis verbonden bedrijven worden gebruikt met uitzondering van parkeren;
  • b. maximaal 50 m² van het vloeroppervlak van de woning, met inbegrip van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen, mag worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
  • c. er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
  • d. het geen bedrijfsactiviteiten betreft die normaliter in een winkelcentrum of een winkelstraat worden uitgeoefend;
  • e. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • f. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf;
  • g. uitsluitend bedrijfsactiviteiten plaatsvinden, die zijn opgenomen in categorie 1 of 2 van de als bijlage bij de regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • h. de woonfunctie gehandhaafd blijft;
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 Wijziging bedrijfswoningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan zodanig te wijzigen dat bedrijfswoningen ter plaatste niet meer zijn toegestaan, zodra het gebruik als bedrijfswoning ter plaatse is beëindigd.

5.5.2 Wijziging bedrijventerrein

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming Bedrijventerrein, mits:

  • a. er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de verkeers- en parkeersituatie in de directe omgeving;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. de wijziging heeft betrekking op bedrijven die naar hun aard en ruimtelijke uitstraling ter plaatse aanvaardbaar zijn;
  • d. de wijziging heeft geen betrekking op de vestiging van:
    • 1. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
    • 2. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen,
    • 3. vuurwerkbedrijven;
    • 4. detailhandel;

Na de wijziging zijn de regels genoemd in Artikel 3 Bedrijventerrein van toepassing.