Plan: | Oost-Maarland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0905.bpoostmaarland-va01 |
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorisch en oudheidkundig waardevolle elementen (monumenten/karakteristieke panden) en patronen (verkavelingen, wegenpatronen, beplantingspatronen en het stedenbouwkundig beeld).
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige dubbelbestemmingen en bestemmingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 28.3.
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, met daarop beschermde Rijksmonumenten en karakteristieke panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' en vastgelegd in de lijst van bijlage 2. bij de regels, mag slechts worden gebouwd indien en voorzover zulks nodig is voor de inrichting en/of behoud en/of herstel van bestaande bebouwing, met dien verstande dat:
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden mag ten behoeve van een meer efficiƫnte bedrijfsvoering en/of de verbetering van het woonklimaat uitsluitend nieuw worden gebouwd indien rekening wordt gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels met betrekking tot de bebouwing voor het bouwen ten behoeve van de onderliggende bestemmingen, onder de voorwaarden dat:
Het is verboden, op of in de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 19.4.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 19.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 19.1 genoemde waarden, belangen en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
Burgemeester en wethouders volgen bij het verlenen van een aanlegvergunning de in artikel 3.18 Wet ruimtelijke ordening gegeven procedure.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) de ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' aanwezige panden te slopen of het slopen van gedeelten daarvan.
Het bepaalde in 19.5.1 is niet van toepassing voor sloopwerkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
De sloopwerkzaamheden als bedoeld onder 19.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien de cultuurhistorische waarden behouden blijven en door die werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. Ter beoordeling hiervan dient de Monumentencommissie gehoord te worden.
Burgemeester en wethouders volgen bij het verlenen van een sloopvergunning de in artikel 3.20 Wet ruimtelijke ordening gegeven procedure.