direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Speeltuin Elsterendijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0893.BP23007ELONGWEL-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op de hoek van de Elsterendijk en de Papenbeek in Well bevindt zich al meer dan 20 jaar in deze vorm speeltuin 't Huukske', een speeltuin voor kinderen van 0 - 12 jaar. Deze speeltuin, in beheer bij Stichting Speelvoorziening Well, ligt op korte afstand van de woning Papenbeek 103. De eigenaar/ bewoner van deze woning heeft aangegeven geluidhinder te ondervinden van de speeltuin en tevens dat speelvoorzieningen niet zondermeer zijn toegestaan op basis van de regels uit het geldende bestemmingsplan.

Een speeltuin past namelijk niet binnen de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Verkeer' uit het geldende bestemmingsplan 'Well'. Omdat de gemeente het juist gewenst vindt de bestaande speeltuin op deze locatie te handhaven, wil de gemeente het geldende bestemmingsplan op dit punt herstellen en de speeltuin op deze locatie planologisch vastleggen. In onderhavige toelichting is onderbouwd waarom de bestaande speeltuin (en onder welke voorwaarden) gehandhaafd kan blijven.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied is gelegen aan de rand van de bebouwde kom, op de hoek van de Elsterendijk en de Papenbeek in Well L. Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 200 m² en betreft het kadastrale perceel gemeente Bergen L, sectie F, nr. 5.931 (deels).

Navolgende afbeeldingen tonen globaal de ligging en begrenzing van het plangebied in de omgeving. Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0893.BP23007ELONGWEL-VA01_0001.png"

Globale ligging plangebied in groter verband (rode druppel, bron: maps.google.nl)

afbeelding "i_NL.IMRO.0893.BP23007ELONGWEL-VA01_0002.png"

Globale begrenzing plangebied (rode omkadering, bron: ruimtelijkeplannen.nl)

1.3 Geldend(e) bestemmingsplan(nen)

Voor de gronden in het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Well', zoals de gemeenteraad dat heeft vastgesteld op 4 november 2013. In het bestemmingsplan is het plangebied voorzien van de bestemming 'Verkeer (artikel 14)' en de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4 (artikel 20)'. Binnen de bestemming 'Verkeer' zijn speelvoorzieningen niet zondermeer toegestaan. Wel zijn op basis van de bestemmingsomschrijving ter plaatse jongerenontmoetingsplaatsen toegestaan, dus in zoverre heeft het plangebied op dit moment al een ontmoetingsfunctie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0893.BP23007ELONGWEL-VA01_0003.png"

Uitsnede verbeelding geldend bestemmingsplan met globale begrenzing plangebied (rode omkadering)

Om vast te houden aan de bestaande bestemmingssystematiek houdt het plangebied de geldende bestemming 'Verkeer', maar dan wel met een nadere aanduiding zodat ter plaatse ook speelvoorzieningen zondermeer mogelijk zijn.

1.4 Leeswijzer

Het bestemmingsplan bestaat uit meerdere onderdelen: een verbeelding waarop de bestemmingen in het plangebied zijn aangegeven en regels waarin de bepalingen voor de op de verbeelding vermelde bestemmingen zijn opgenomen. Het bestemmingsplan gaat vergezeld van een toelichting waarin de achtergronden van het bestemmingsplan zijn beschreven. De verbeelding vormt samen met de regels het juridische bindende deel van het bestemmingsplan. In de toelichting worden de keuzes die in het bestemmingsplan worden gemaakt nader gemotiveerd en verantwoord. De toelichting kan globaal opgedeeld worden in vier delen.

Inleiding en gebiedsvisie
In hoofdstuk 1 zijn de aanleiding en het kader voor de planherziening beschreven. Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de bestaande situatie van het plangebied.

Verantwoording
Hoofdstukken 3 en 4 geven de achtergronden, toelichting en motivatie op de gemaakte keuzen weer die uiteindelijk hebben geleid tot de uitgewerkte planopzet. In dit planonderdeel worden onder meer het (beleids)kader en de milieuaspecten uiteengezet.

Juridische planbeschrijving
In hoofdstuk 5 wordt de juridische planopzet beschreven. Doel is een nadere onderbouwing te geven wat met het plan wordt beoogd en hoe de instrumenten regels en verbeelding hierbij worden gehanteerd.

Uitvoerbaarheid
Het laatste deel (hoofdstuk 6) gaat in op de financieel-economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie

2.1 Bestaande situatie

De speeltuin in het plangebied is één van de twee speeltuinen in beheer bij Stichting Speelvoorziening Well:

  • Speeltuin 'De Bosrand' aan de oostzijde van de kern (Klokkemakerstraat) met als belangrijkste doelgroep de wat oudere kinderen, betreft een wat grotere speeltuin (17 speeltoestellen) die is gelegen buiten het plangebied;

afbeelding "i_NL.IMRO.0893.BP23007ELONGWEL-VA01_0004.png"

  • Speeltuin 't Huukske' (in casu: het plangebied) aan de westzijde van de kern Well (hoek Elsterendijk - Papenbeek) betreft een wat kleinere speeltuin (6 speeltoestellen) met als doelgroep de wat jongere kinderen (0 - 12 jaar). In de speeltuin bevinden zich onder meer een zandbak, een picknickbank, een wipelement, een glijbaan en een schommel. Zie verder navolgende afbeeldingen voor een impressie van de speeltuin, de speeltijden en de doelgroep:

afbeelding "i_NL.IMRO.0893.BP23007ELONGWEL-VA01_0005.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0893.BP23007ELONGWEL-VA01_0006.png"

2.2 Toekomstige situatie

Om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te kunnen garanderen voor de eigenaar/ bewoner van de woning Papenbeek 103 heeft de gemeente een akoestisch onderzoek uit laten voeren (zie paragraaf 4.1 Milieuzonering) in het kader van een goede ruimtelijke ordening.

De gemeente heeft binnen de kaders van 'goede ruimtelijke ordening' afwegingsvrijheid om belangen tegen elkaar af te wegen. In dit geval is geen sprake van een bedrijfsmatige activiteit, maar van een speeltuin: een maatschappelijke functie die de gemeente in basis als passend en wenselijk ziet in een woonwijk.

Hogere waarden dan de in de tabel 3.1 van het onderzoek genoemde richt- en grenswaarden kunnen mede daarom toelaatbaar zijn, afhankelijk van de gemotiveerde afweging door de gemeente. De afwegingsruimte van de gemeente is niet onbegrensd. In de praktijk wordt in een rustige woonwijk - na grondige motivering - van de richt- en grenswaarden afgeweken tot waarden van ten hoogste 55/50/45 dB(A) in respectievelijk de dag/avond/nacht voor de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en 75/70/65 dB(A) voor de maximale geluidniveaus in respectievelijk de dag/avond/nacht.

Als gevolg van de uitkomst van het akoestisch onderzoek is er in het bestemmingsplan voorzien in een geluidscherm van 20 m lang en een hoogte van 2,0 m. Dit geluidscherm wordt geplaatst op de rand van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0893.BP23007ELONGWEL-VA01_0007.png"

Het plaatsen van een dergelijk geluidscherm heeft tot gevolg dat op de begane grond in zowel de dagperiode (7.00 - 19.00 uur) als de avondperiode (19.00 - 23.00 uur) voldaan wordt aan de grenswaarden voor zowel de langtijdgemiddelde- alsmede de maximale geluidniveaus.

Voor de verdiepingen van de woning geldt dat tijdens de dagperiode (7.00 - 19.00 uur) wordt voldaan aan de grenswaarden voor zowel de langtijdgemiddelde- alsmede de maximale geluidniveaus. Voor de avondperiode (= het moment vanaf wanneer doorgaans ook de verdiepingen getoetst worden) is dit anders. De gemeente acht deze overschrijding echter aanvaardbaar, omdat het een al jaren bestaande speeltuin betreft met een kleine oppervlakte en een jonge doelgroep (t/m 12 jaar) waarvan de speeltijden in de avondperiode beperkt zijn tot een uur: van 19.00 tot 20.00 uur. De rest van de avondperiode valt buiten de speeltijden van deze speeltuin, evenals de nachtperiode, van 23.00 - 7.00 uur. Dit betekent dat er een periode van 11 klokuren of meer is (afhankelijk van het tijdstip van het gebruik van de speeltuin), waarin er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Ook op de verdiepingen waar over het algemeen de slaapvertrekken zich bevinden. Daarmee is het ook op de verdiepingen mogelijk om een goede nachtrust te hebben.

De gemeente vindt bovendien in dit geval het algemene belang van de langere speeltijden in de speeltuin (tot 20.00 uur in plaats van 19.00 uur), vooral in de zomerperiode wanneer het buiten langer licht is, zwaarder wegen dan het individuele belang van de bewoner van de aangrenzende woning. In deze afweging speelt tevens mee dat het geldende bestemmingsplan ter plaatse van de speeltuin weliswaar geen speelvoorzieningen toestaat, maar wel een jongerenontmoetingsplaats (JOP). Een JOP is qua optredende maximale geluidniveaus (schreeuwende kinderen) vergelijkbaar met een speeltuin en kan zeker later op de avond en in de nachtperiode als overlastgevend worden ervaren. Een zekere mate van geluiduitstraling als gevolg van het gebruik van de openbare ruimte zal iedere inwoner van de gemeente dan ook moeten accepteren.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Gemeentelijk beleid

3.1.1 Omgevingsvisie Bergen 2030

Op 23 april 2019 heeft de gemeenteraad de 'Omgevingsvisie Bergen 2030' vastgesteld. Deze visie bepaalt in welke richting de gemeente zich wil ontwikkelen.

De Omgevingsvisie heeft betrekking op het hele grondgebied van de gemeente Bergen, met uitzondering van het gebied Wells Meer. Concrete aanvragen van overheden, organisaties, ondernemers en burgers toetst de gemeente aan de tien navolgende uitgangspunten uit deze visie:

  • 1. De meest toekomstbestendige gemeente;
  • 2. Energie onafhankelijk in 2030;
  • 3. Landschap en landbouw in balans;
  • 4. Waterbeheer op maat;
  • 5. Versterken natuurwaarden en biodiversiteit;
  • 6. Kwaliteitsslag en zonering recreatievoorzieningen;
  • 7. Afstemmen woningvoorraad op vraag;
  • 8. Voorzieningen bereikbaar houden;
  • 9. Verder bouwen aan een gezonde leefomgeving;
  • 10. Leefklimaat in de dorpen verbeteren.

Planspecifiek
Voor het plangebied is het uitgangspunt 'verder bouwen aan een gezonde leefomgeving' van belang.

De basis voor positieve gezondheid is in Bergen aanwezig. Aanvullende inspanningen zouden vooral gericht moeten zijn op het met elkaar in contact brengen van mensen en een inrichting van de openbare ruimte die uitnodigt tot ontmoeting.

Op het gebied van preventieve zorg kan een goede inrichting van de buitenruimte er voor zorgen dat mensen meer gaan bewegen. Dit betekent onder andere dat de gemeente zich blijft inzetten voor voldoende banken en ontmoetingsplekken in de openbare ruimte en dat waar nodig het netwerk van fiets- en wandelpaden wordt uitgebreid. Ook het voorzien in voldoende speelvoorzieningen, waaronder dus handhaving van de bestaande speeltuin voor jongere kinderen, draagt bij aan dit doel.

3.1.2 Speelruimteplan Gemeente Bergen (L)

Het speelruimteplan (2021 - 2024) is een beleids- én uitvoeringsplan waarin de gemeente vooropstelt dat zoveel mogelijk (openbare) ruimte ook als speelruimte gebruikt wordt. De informele (groene) ruimte, speelplekken (formele speelruimte), de semi-openbare voorzieningen (schoolpleinen) en recreatieve voorzieningen tellen voor kinderen mee als speelruimte.

De gemeente Bergen wil daarom speel- en ontmoetingsruimten voor alle inwoners waar goed gebruik van wordt gemaakt. Speelruimte waardoor iedereen zin heeft om naar buiten te gaan! Met dit speelruimteplan worden de inspanningen op het gebied van aanleg, beheer, onderhoud en financiering verantwoord voor de jaren 2021 tot en met 2024.

Planspecifiek
Elk dorp van de gemeente heeft één of meerdere speelruimtes. Deze speelruimtes liggen zo veel als mogelijk centraal in het dorp. Onder speeltoestellen verstaat de gemeente ook doelen, een basketbalnet enzovoort.

De speeltuin in het plangebied aan de Elsterendijk is in het speelruimteplan aangemerkt als één van de 13 traditionele speelruimten in de gemeente, in de vorm van een kleine speeltuin met daarin 6 speeltoestellen. Het beheer valt onder de speeltuinenstichting in Well. Deze stichting is heel actief en houdt beide speeltuinen (ook de grotere speeltuin met 17 speeltoestellen aan de Klokkemakerstraat) mooi op orde.

3.1.3 Conclusie

In het plangebied zijn geen gemeentelijke belangen in het geding.

Hoofdstuk 4 Milieu- & omgevingsaspecten

Omdat de gronden in het plangebied in de bestaande situatie (al jaren) in gebruik zijn als openbare ruimte in de vorm van een speeltuin, en dit bestemmingsplan enkel een planologische reparatie betreft, wordt alleen het aspect milieuzonering (in casu: industrielawaai) nader beschouwd.

4.1 Milieuzonering

Voor kleine speeltuinen in woongebieden, die niet als bedrijfsmatige activiteit beschouwd kunnen worden, bestaan geen formele geluidnormen. Om tot een beoordeling te komen of sprake is van "goede ruimtelijke ordening" dient derhalve aansluiting gezocht te worden bij een ander toetsingskader.

De VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering geeft voor bedrijfsmatige activiteiten richtwaarden voor de optredende geluidbelasting. Deze richtwaarden kunnen als indicatie ook op voorliggende situatie toegepast worden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0893.BP23007ELONGWEL-VA01_0008.png"

In voorliggende situatie is sprake van de gebiedstypering rustige woonwijk. Dat betekent dat in eerste aanleg de genoemde richt- en grenswaarden uit deze kolom als indicatie gebruikt kunnen worden voor een beoordeling over 'goede ruimtelijke ordening'.

Er is daarom een akoestisch onderzoek industrielawaai uitgevoerd voor de woning aangrenzend aan de speeltuin. De rapportage van dit onderzoek is als bijlage 1 bij deze toelichting gevoegd.

De speeltuin is -conform het bordje bij de ingang- speeltijden tussen 08.00 en 20.00 en is toegankelijk voor kinderen t/m 12 jaar.

In het akoestisch onderzoek is er vanuit gegaan dat gedurende de speeltijden 6 kinderen continu aanwezig kunnen zijn in de speeltuin, gelijkmatig verdeeld over het terrein. Dit aantal is, in overleg met de speeltuinvereniging, bepaald. In het overleg gaven zij namelijk aan er 5 à 6 kinderen regelmatig in de speeltuin spelen. Mede gezien hun ervaringen en het kleine aantal speeltoestellen ( 6 stuks) is deze benadering voldoende worst-case.

Rekening houdend met de leeftijd van de kinderen is op basis van onder andere eigen geluidmetingen in vergelijkbare situaties, uitgegaan van een bronsterkte LWR van 84 dB(A) per kind gedurende effectief de helft van de tijd. Inzake de maximale geluidniveaus is uitgegaan van een bronsterkte LWRmax van 108 dB(A) per kind. Beide waarden vallen binnen de normaliter te verwachten bandbreedte van de VDI 3770, Emissionskennwerte technischer Schallquellen, Sport- und Freizeitanlagen.

In tabel 4.1 van het onderzoek is de geluidbelasting vanwege de speeltuin in de dag- en avondperiode weergegeven ter plaatse van de gevel van de woning. Weergegeven zijn zowel de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (LAr,LT) als de maximale geluidniveaus (LAmax, "pieken").

Aanvullend is berekend wat het effect is van het plaatsen van een schutting/ geluidscherm met een lengte van 20,0 m en een hoogte van 2,0 m op de rand van de speeltuin, tegen de bestaande haag.

Door een geluidscherm te plaatsen met een hoogte van 2,0 m (een hoger scherm is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar), wordt de begane grond van de woning Papenbeek 103 afgeschermd en neemt de geluidbelasting in de dagperiode af tot 50 dB(A) en de maximale geluidbelasting tot 70 dB(A). Daarmee wordt aan de grenswaarden voldaan. Het plaatsen en in stand houden van dit geluidsscherm is voorwaardelijk verplicht in de regels van het bestemmingsplan.

Voor de verdiepingen wordt in de avondperiode (van 19.00 - 20.00 uur), ook na plaatsing van het geluidscherm, niet voldaan aan de grenswaarden. In paragraaf 2.2 is echter nader gemotiveerd waarom de gemeente dit toch aanvaardbaar vindt.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

5.1 Algemeen

Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en regels en is voorzien van een toelichting. De regels en verbeelding vormen het juridisch bindende deel, terwijl de toelichting geen juridische binding heeft, maar moet worden beschouwd als handvat voor de uitleg en de onderbouwing van de opgenomen bestemmingen. De regels bevatten het juridische instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken. De verbeelding heeft een rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen.

In deze paragraaf worden de systematiek van de regels en de wijze waarop de regels gehanteerd moeten worden, uiteengezet. De regels van het plan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. Voor de systematiek is aangesloten op de SVBP2012, de Wabo en andere bestemmingsplannen van de gemeente, meer specifiek het bestemmingsplan 'Well'. Voor het bouwen is verder het Besluit omgevingsrecht (Bor) van belang. In het Bor zijn onder andere regels voor vergunningsvrije bouwwerken opgenomen.

Hieronder wordt de opbouw en dergelijke van de regels kort toegelicht.

5.1.1 Inleidende regels

Begrippen 
In deze bepaling zijn omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze worden opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen. Begripsbepalingen zijn alleen nodig voor begrippen die gebruikt worden in de regels en die tot verwarring kunnen leiden of voor meerdere uitleg vatbaar zijn.

Wijze van meten 
Om op een eenduidige manier afstanden, oppervlakten en inhoud van gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bepalen wordt in de wijze van meten uitleg gegeven wat onder de diverse begrippen wordt verstaan. Ten aanzien van de wijze van meten op de verbeelding geldt steeds dat het hart van een lijn moet worden aangehouden.

Bestemmingsregels
In het tweede hoofdstuk komen de bestemmingen aan de orde.

5.1.2 Opbouw bestemmingen

Bestemmingsomschrijving 
Bevat de omschrijving van de doeleinden die met de bestemming aan de grond worden toegekend. Hierbij gaat het in beginsel om een beschrijving van de aan de grond toegekende functies zoals bedrijven, wonen, centrum etc. De aard van de toegelaten inrichtingen van gronden (bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde) vloeit dan voort uit de toegelaten functies.

Bouwregels 
In de bouwregels worden voor alle hoofdgebouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de van toepassing zijnde bouwregels gesteld. Waar en met welke maatvoering mag worden gebouwd, wordt hier vastgelegd. Indien mogelijk wordt verwezen naar bouwvlakken en aanduidingen op de verbeelding.

Specifieke gebruiksregels 
In deze bepaling zijn de specifieke gebruiksregels, zoals het strijdig gebruik, opgenomen.

5.1.3 Algemene regels

Anti-dubbeltelregel 
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Algemene bouwregels 
Deze bepaling bevat algemene regels omtrent ondergronds bouwen en ondergeschikte bouwdelen.

Algemene afwijkingsregels
In deze bepaling zijn regels opgenomen ten aanzien van afwijkingsmogelijkheden die voor het hele plangebied gelden en die Burgemeester en wethouders de benodigde flexibiliteit bieden ten aanzien van het bestemmingsplan.

Algemene wijzigingsregels 
In deze bepaling is aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven het plan te wijzigen. Het gaat hier om wijzigingsbevoegdheden met een algemene strekking. De criteria, die bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in acht moeten worden genomen, zijn aangegeven.

5.1.4 Overgangs- en slotregels

Overgangsregels 
Bouwwerken welke op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan (of waarvoor een bouwvergunning is aangevraagd) mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de bouwregels. De overgangsbepaling houdt niet in dat het bestaand, illegaal opgerichte, bouwwerk legaal wordt, noch brengt het met zich mee dat voor een dergelijk bouwwerk alsnog een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen kan worden verleend. Burgemeester en wethouders kunnen in beginsel dus nog gewoon gebruik maken van hun handhavingsbevoegdheid. Het gebruik van de grond en opstallen, dat afwijkt van de regels op het moment van inwerkingtreding van het plan, mag eveneens worden voortgezet.

Slotregel
Dit artikel geeft aan op welke manier de regels kunnen worden aangehaald.

5.2 Bestemmingen

Het bestemmingsplan kent één bestemming:

Artikel 3 Verkeer
Met het voorliggende bestemmingsplan wordt in planologische zin de mogelijkheid voor speelvoorzieningen toegevoegd aan de bestemmingsomschrijving. Dit in aanvulling op de planologische mogelijkheid voor een jongerenontmoetingsplek (JOP), die op basis van het geldende bestemmingsplan al was toegestaan. Om zeker te zijn dat ook bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van geluidschermen mogen worden gerealiseerd, worden die ook aan de bestemmingsomschrijving toegevoegd.

Het realiseren en instandhouden van een geluidscherm is met een voorwaardelijke verplichting in de specifieke gebruiksregels vastgelegd.

Artikel 4 Waarde - Archeologie 4
Deze dubbelbestemming komt voor in het plangebied. Indien een ontwikkeling binnen deze dubbelbestemming plaatsvindt, moet getoetst worden of archeologische waarden verstoord kunnen worden. Indien een ontwikkeling de gronden dieper dan 0,4 m verstoord en het te verstoren gebied groter is dan 250 m² moet een archeologisch bureauonderzoek plaatsvinden.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan moet op grond van artikel 3.1.6 lid 1 sub f van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) onderzoek plaatsvinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Het voorliggende plan staat een ontwikkeling in de zin van artikel 6.2.1 Bro toe.

Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening bepaalt dat de gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan, waar sprake is van een ontwikkeling in de zin van artikel 6.2.1 Bro, een exploitatieplan vaststelt tenzij kostenverhaal op een andere wijze is verzekerd.

Regulier komen de kosten van een herziening van een bestemmingsplan voor rekening van de verzoeker. Omdat het planologisch verankeren van de speelvoorzieningen plaatsvindt in de openbare ruimte, in eigendom van de gemeente, komen de kosten voor de herziening van het bestemmingsplan voor rekening van de gemeente. De kosten worden daarom gedekt vanuit de post 'planologie'.

De financieel-economische uitvoerbaarheid is hiermee in voldoende mate aangetoond.

6.2 Inspraak

Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft van zaterdag 10 juni 2023 t/m vrijdag 21 juli 2023 (gedurende 6 weken) ter inzage gelegen. Er is gedurende deze periode 1 zienswijze ingediend, die in de nota zienswijzen van een gemeentelijke reactie is voorzien. Deze nota is als bijlage 2 bij de toelichting gevoegd.

Naar aanleiding van deze zienswijze is de bestemming 'Verkeer' gewijzigd en zijn jongerenontmoetingsplaatsen niet meer toegestaan.