direct naar inhoud van Regels
Plan: TAM-omgevingsplan hoofdstuk 22a Rustoord Reuver
Status: ontwerp
Plantype: Omgevingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0889.OPRustoord-ON01

Regels

Preambule

Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie Rustoord in Reuver en is als een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22a) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Beesel. Dit hoofdstuk is bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP/TPOD beschikbaar te stellen.

De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van de gemeente Beesel. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22a' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22a' gelezen worden.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Toepassingsbereik

1.1 Omgevingsplan gemeente Beesel

Dit plan wijzigt het omgevingsplan gemeente Beesel in die zin dat na hoofdstuk 22 van het omgevingsplan gemeente Beesel [een hoofdstuk 22a] wordt ingevoegd, bestaande uit de regels van dit plan. De hoofdstukken in dit plan moeten gelezen worden als paragrafen van [hoofdstuk 22a] van het omgevingsplan gemeente Beesel. In de artikelkop van de artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '[22a.] gelezen worden. In de kop van de bijlagen moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '[22a.] gelezen worden.

1.2 Tijdelijk omgevingsplan - bestemmingsplan

De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet op de locatie, bedoeld in 1.4.

1.3 Tijdelijk omgevingsplan - bruidsschat

De regels in afdeling 22.2 en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk.

1.4 Verwijzing naar verbeelding

De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie TAM-omgevingsplan hoofdstuk 22a Rustoord Reuver, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0889.OPRustoord-ON01.

Artikel 2 Begrippen

Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen:

2.1 Van toepassing verklaring

Begripsbepalingen die, op de dag van de inwerkingtreding van de Omgevingswet, zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet en in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk van het omgevingsplan.

2.2 Aanvullende begrippen

In aanvulling op het bepaalde in 2.1 gelden voor de toepassing van dit omgevingsplan de begrippen als bedoeld in 2.3 tot en met 2.19.

2.3 plan

Het TAM-omgevingsplan hoofdstuk 22a Rustoord Reuver met identificatienummer NL.IMRO.0889.OPRustoord-ON01 van de gemeente Beesel bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten zoals vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0889.OPRustoord-ON01 met de in dit plan opgenomen regels en de daarbij behorende bijlagen.

2.4 aan-huis-gebonden bedrijfsactiviteiten
  • a. het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
  • b. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk; dat door zijn beperkte omvang in een woning met bijbehorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
2.5 aan-huis-gebonden beroepsactiviteiten

het aan huis uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten dat door zijn beperkte omvang binnen de woning en de daarbij behorende gebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Deze diensten kunnen betrekking hebben op juridisch, medisch, therapeutisch, administratief kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee gelijk te stellen gebied.

2.6 bed en breakfast

een voorziening voor overnachting met het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de woonfunctie. Het bieden van overnachtingsmogelijkheid aan personen die tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid verrichten valt niet onder bed & breakfast.

2.7 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

2.8 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

2.9 gestapelde bebouwing

één hoofdgebouw met zelfstandige woningen en of woonruimten die zich boven en naast elkaar bevinden.

2.10 hoofdgebouw

een of meer gebouwen, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

2.11 huishouden

een of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren.

2.12 kamerverhuur

woonvorm, voor niet-recreatieve bewoning, waarbij een pand wordt bewoond door meerdere personen die geen gezamenlijk huishouden vormen, en waarbij de afzonderlijke huishoudens afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken en/of doucheruimte met toilet) buiten de woonruimte.

2.13 levensloopbestendige woning

een woning die zonder trappen van buiten af bereikbaar, rolstoeltoe- en doorgankelijk en drempelvrij is en waarbij de zogenoemde primaire ruimtes (keuken, badkamer en toilet, woonkamer en minimaal één slaapkamer) zich op dezelfde woonlaag bevinden. Een levensloopbestendige woning heeft ten slotte ook aansluitingen en een opstelruimte voor een wasmachine op dezelfde bouwlaag.

2.14 levensloop-ready woning

een woning die eenvoudig aanpasbaar is naar een levensloopbestendige woning. Dat wil zeggen dat wanneer de primaire ruimtes nog niet allemaal als zodanig in gebruik zijn, deze qua aanwezige aansluitingen en indeling wel geschikt zijn om eenvoudig aangepast te worden naar bijvoorbeeld een bad- of slaapkamer.

2.15 locatievlak

Een geometrisch bepaald vlak dat is aangewezen voor een gebruiksdoel.

2.16 pension

Deel van een woning of daarbij behorend gebouw met als doel het met het oog op recreatie aan 5 of meer personen op ten minste 2 en maximaal 10 kamers verstrekken van logies voor langere of kortere tijd. Met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/ of dranken aan de logerende gasten, een en ander zonder vermaakfunctie.

2.17 voorgevelrooilijn

de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.

2.18 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit. Hieronder vallen onder andere duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen voor berging en infiltratie van hemelwater.

2.19 woning

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

Artikel 3 Meet- en rekenbepalingen

In aanvulling op artikel 22.24 van dit omgevingsplan, gelden de volgende meet- en rekenbepalingen.

3.1 afstand tot de zijdelingse perceelgrens

deze wordt gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw op 1 m boven peil en haaks op de perceelsgrens.

3.2 bebouwd oppervlak van een bouwperceel

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken, gemeten buitenwerks en 1 m boven peil.

3.3 bebouwingspercentage

het oppervlak dat met bouwwerken mag worden bebouwd. Dit wordt uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat ligt:

  • a. binnen de bestemming;
  • b. binnen een in de planregels aangeduid gedeelte van die bestemming.
3.4 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

3.5 breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk

deze wordt gemeten tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren, op 1 m boven peil. De grootste maat bepalend is daarvoor bepalend.

3.6 dakhelling

deze wordt gemeten langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

3.7 goothoogte van een bouwwerk

deze wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

3.8 inhoud van een bouwwerk

deze wordt gemeten tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

3.9 oppervlakte van een bouwwerk

deze wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Regels voor functies en activiteiten

Artikel 4 Groen

4.1 Toepassingsbereik

De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met

identificatienummer NL.IMRO.0889.OPRustoord-ON01 is aangewezen voor het gebruiksdoel 'Groen'.

4.2 Beschrijving gebruiksdoel

Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel 'Groen' heeft de volgende functies:

  • a. plantsoenen, groenstroken;
  • b. bermen en beplantingen;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. ondergrondse en/of bovengrondse infiltratievoorzieningen;
  • f. verkeersdoeleinden;
  • g. nutsvoorzieningen.
4.3 Gebruiksactiviteit - verboden
4.3.1 Algemeen

Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in 4.2 genoemde functies van de gronden.

4.4 Bouwactiviteiten - beoordelingsregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van het omgevingsplan van de gemeente Beesel gelden voor een aanvraag binnenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit bouwwerken tevens de volgende beoordelingsregels.

4.4.1 Algemeen

Voor het bouwen van bouwwerken geldt het volgende:

  • a. bouwwerken zijn alleen toegestaan indien zij ten dienste staan van de functies genoemd in 4.2;
  • b. alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan.

4.4.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 m zijn.

Artikel 5 Verkeer

5.1 Toepassingsbereik

De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met

identificatienummer NL.IMRO.0889.OPRustoord-ON01 is aangewezen voor het gebruiksdoel 'Verkeer'.

5.2 Beschrijving gebruiksdoel

Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel 'Verkeer' heeft de volgende functies:

  • a. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'langzaam verkeer' uitsluitend voorzieningen voor langzaam verkeer;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.3 Gebruiksactiviteit - verboden
5.3.1 Algemeen

Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in 5.2 genoemde functies.

5.4 Bouwactiviteiten - beoordelingsregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van het omgevingsplan van de gemeente Beesel gelden voor een aanvraag binnenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit bouwwerken tevens de volgende beoordelingsregels.

5.4.1 Algemeen

Voor het bouwen van bouwwerken geldt het volgende:

  • a. bouwwerken zijn alleen toegestaan indien zij ten dienste staan van de functies genoemd in 5.2;
  • b. alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan.
5.4.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 10 m zijn.

Artikel 6 Wonen

6.1 Toepassingsbereik

De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locatie die in het GML-bestand met

identificatienummer NL.IMRO.0889.OPRustoord-ON01 is aangewezen voor het gebruiksdoel 'Wonen'.

6.2 Beschrijving gebruiksdoel

Een locatie die is aangewezen voor het gebruiksdoel 'Wonen' heeft de volgende functies:

  • a. wonen in woningen;
  • b. aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten;
  • c. webwinkels;
  • d. tuinen, erven en verhardingen;
  • e. parkeervoorzieningen ten dienste van de woning;
  • f. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • g. groenvoorzieningen, bermen en beplantingen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.3 Gebruiksactiviteit - nadere regels
6.3.1 Gebruik ten behoeven van aan huis verbonden beroepsactiviteiten

Voor het gebruik van aan huis verbonden beroepsactiviteiten in de woning of in bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels;

  • a. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet aangetast;
  • b. maximaal 60 m² van het vloeroppervlak van de woning inclusief de daarbij behorende bouwwerken mag als zodanig worden gebruikt;
  • c. degene die de activiteiten uitvoert, is tevens de bewoner van de woning;
  • d. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • e. de parkeerbalans niet onevenredig nadelig wordt beïnvloed, een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.1;
  • f. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van beperkte detailhandel, ondergeschikt aan en in direct verband met de aan huis verbonden beroepsactiviteit;
  • g. maximaal één reclame-uiting met een afmeting van ten hoogste 0,5 x 1 m.

6.3.2 Gebruik ten behoeve van aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten

Voor het gebruik van aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten in de woning of in bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels;

  • a. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet aangetast;
  • b. maximaal 25 m² van het vloeroppervlak van de woning inclusief de daarbij behorende bouwwerken mag als zodanig mag gebruikt;
  • c. de activiteiten bedrijven betreffen die activiteiten die voorkomen in de categorie 1, zoals genoemd de Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis verbonden bedrijvigheid (Bijlage 1).
  • d. er geen erotisch getinte bedrijvigheid of horeca-activiteiten plaatsvinden;
  • e. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van beperkte detailhandel, ondergeschikt aan en in direct verband met de aan huis verbonden bedrijfsactiviteit.
  • f. degene die de activiteiten uitvoert, is tevens de bewoner van de woning;
  • g. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • h. de parkeerbalans niet onevenredig nadelig wordt beïnvloed, een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.1;
  • i. maximaal één reclame-uiting met een afmeting van ten hoogste 0,5 x 1 m.

6.3.3 Gebruik ten behoeve van webwinkel

Voor het gebruik van een webwinkel bij of in de woning gelden de volgende regels:

  • a. de maximale oppervlakte voor het gebruik als webwinkel (inclusief opslag van goederen) mag maximaal 25 m² zijn;
  • b. uitstalling, bezichtiging, verkoop en afhalen van goederen is niet toegestaan;
  • c. wonen ter plaatse moet de hoofdfunctie blijven;
  • d. degene die de bedoelde activiteit uitoefent, woont op het zelfde perceel;
  • e. de webwinkel mag niet zoveel verkeer aantrekken dat:
    • 1. de woonomgeving onevenredig wordt belast;
    • 2. extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorzieningen, noodzakelijk zijn, tenzij deze op eigen terrein worden aangelegd;
  • f. reclame-uitingen ten behoeve van de webwinkel zijn niet toegestaan.
6.4 Gebruiksactiviteit - verboden
6.4.1 Algemeen
  • a. Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet ten dienste staat van de in 6.2 genoemde functies van de gronden.
  • b. Het is verboden om gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet in overeenstemming is met de in 6.3 opgenomen nadere regels over het gebruik van gronden en bouwwerken.
6.5 Gebruiksactiviteit - omgevingsplanactiviteit
6.5.1 Afwijken gebruiksactiviteit

Met een omgevingsvergunning kan een gebruiksactiviteit worden toegelaten die in strijd is met lid 6.2 voor:

  • a. het gebruik van een deel van de woning en/of aangebouwde bijbehorende bouwwerken voor kleinschalige verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een bed & breakfast.
  • b. het gebruik van een deel van de woning en/of aangebouwde bijbehorende bouwwerken voor kleinschalige verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een pension.

6.5.2 Beoordelingsregels
  • a. De omgevingsvergunning genoemd onder 4.8 onder a kan worden verleend als voldaan wordt aan de volgende beoordelingsregels:
    • 1. de bed and breakfast wordt gerealiseerd in een woning, bestaande uit het hoofdgebouw inclusief eventuele aangebouwde bijbehorende bouwwerken, en niet in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk;
    • 2. het gebruik ten behoeve van de bed and breakfast gekoppeld en ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie ter plaatse;
    • 3. tegelijkertijd aan niet meer dan vier personen bed and breakfast wordt geboden;
    • 4. de bed and breakfastvoorziening:
      • door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet kan functioneren als een zelfstandige woning;
      • geen aparte kookgelegenheid in de voorziening heeft;
      • de cultuurhistorische, monumentale en/of architectonische waarden van de woning niet worden aangetast;
    • 5. geen onevenredig nadelige gevolgen voor de parkeerbalans ontstaan;
    • 6. geen onevenredige nadelige gevolgen ontstaan voor het woon- en leefklimaat van omwonenden;
    • 7. geen onevenredige nadelige gevolgen ontstaan voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven;
    • 8. detailhandel is niet toegestaan;
    • 9. reclame-uitingen ten behoeve van de bed and breakfast niet zijn toegestaan.
  • b. De omgevingsvergunning genoemd onder 4.8 onder b kan worden verleend als voldaan wordt aan de volgende beoordelingsregels:
    • 1. het pension wordt gerealiseerd in een woning, bestaande uit het hoofdgebouw inclusief eventuele aangebouwde bijbehorende bouwwerken, en niet in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk;
    • 2. het gebruik ten behoeve van een pension gekoppeld en ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie ter plaatse;
    • 3. er logiesmogelijkheden worden aangeboden voor 5 of meer personen, verdeeld over minimaal 2 en maximaal 10 kamers;
    • 4. er als nevenactiviteit maaltijden en/of dranken mogen worden verstrekt aan logerende gasten;
    • 5. de pensionvoorziening:
      • door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet kan functioneren als een zelfstandige woning;
      • geen aparte kookgelegenheid in de voorziening heeft;
      • de cultuurhistorische, monumentale en/of architectonische waarden van de woning niet worden aangetast;
    • 6. geen onevenredig nadelige gevolgen voor de parkeerbalans ontstaan;
    • 7. geen onevenredige nadelige gevolgen ontstaan voor het woon- en leefklimaat van omwonenden;
    • 8. geen onevenredige nadelige gevolgen ontstaan voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven;
    • 9. detailhandel is niet toegestaan;
    • 10. reclame-uitingen ten behoeve van het pension niet zijn toegestaan.
6.6 Bouwactiviteiten - beoordelingsregels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van het omgevingsplan van de gemeente Beesel gelden voor een aanvraag binnenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit bouwwerken tevens de volgende beoordelingsregels.

6.6.1 Algemeen

Voor het bouwen van bouwwerken geldt het volgende:

  • a. bouwwerken zijn alleen toegestaan indien zij ten dienste staan van de functies genoemd in 6.2;
  • b. alleen toegestaan zijn:
    • 1. hoofdgebouwen;
    • 2. bijbehorende bouwwerken;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. Het totaal aantal wooneenheden mag maximaal 52 bedragen;
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is maximaal het aangegeven aantal wooneenheden toegestaan;
  • e. Ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn uitsluitend gestapelde woningen toegestaan;
  • f. Ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' zijn uitsluitend aaneengebouwde woningen toegestaan.

6.6.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. De goothoogte van een hoofdgebouw is maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' aangegeven hoogte.
  • d. De bouwhoogte van een hoofdgebouw is maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' aangegeven hoogte.
  • e. Voor aaneengebouwde woningen geldt verder:
    • 1. De maximale diepte van het hoofdgebouw bedraagt 14 m, met dien verstande dat deze diepte met 6 m, over één bouwlaag, mag worden verlengd indien de woning levensloopbestendig of levensloop-ready wordt uitgevoerd.
    • 2. De breedte van het hoofdgebouw bedraagt minimaal 5,4 m.
    • 3. De inhoud van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 1.000 m3.

6.6.3 Bijbehorende bouwwerken

In aanvulling op/in afwijking van artikel 22.27 en 22.36 van het omgevingsplan van de gemeente Beesel gelden de volgende regels voor bijbehorende bouwwerken:

  • a. Bijbehorende bouwwerken dienen 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd.
  • b. De goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • c. De bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • d. De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mogen niet meer bedragen dan 55 m² per woning.

6.6.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

In aanvulling op/in afwijking van artikel 22.27 en 22.36 van het omgevingsplan van de gemeente Beesel gelden de volgende regels voor bijbehorende bouwwerken:

  • a. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel(s) c.q. het verlengde daarvan maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 meter.

6.6.5 Geluidgevoelig gebouw

Voor het bouwen van een geluidgevoelige gebouw gelden de volgende regels:

  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een geluidgevoelig gebouw wordt verleend als:
    • 1. voldaan wordt aan de standaardwaarde uit het Besluit kwaliteit leefomgeving;
    • 2. in afwijking van sub 1 voldaan wordt aan de maximale waarde van 59,0 dB(A);
    • 3. het geluidgevoelige gebouw wordt voorzien van minimaal één geluidluwe gevel indien de standaardwaarde met meer dan 5 dB wordt overschreden of als er sprake is van een niet-geluidsgevoelige gevel.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene bouwregels

Indien de bestaande maatvoering afwijkt van hetgeen in deze planregels is bepaald mag deze afwijkende maatvoering te allen tijde worden gehandhaafd en/of vernieuwd, met dien verstande dat de afwijking niet mag worden vergroot.

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels

9.1 Afwijken bouwactiviteit

Met een omgevingsvergunning kan, een bouwactiviteit worden toegelaten die in strijd is met de regels uit hoofdstuk 2 voor:

  • a. het afwijken van de voorgeschreven maten met ten hoogste 10% voor:
    • 1. goot- en bouwhoogten;
    • 2. dakhellingen;
    • 3. afstanden tot de bouwperceelsgrens;
    • 4. bebouwde oppervlakten;
  • b. geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van of noodzakelijk zijn voor:
    • 1. een ruimtelijk beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken;
    • 2. de situering van ontsluitingen;
    • 3. de werkelijke toestand van het terrein;
  • c. overschrijding van de bouwgrenzen, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.
9.2 Beoordelingsregels

De omgevingsvergunning genoemd onder 9.1 kan worden verleend als voldaan wordt aan de volgende beoordelingsregels:

  • a. er wordt geen onevenredige afbreuk aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 10 Overige regels

10.1 Parkeren
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en/of van gronden wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
  • b. Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid indien wordt voldaan aan het gemeentelijk parkeerbeleid zoals opgenomen in het 'Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 2012-2015', vastgesteld door de gemeenteraad in december 2011, en de 'Parkeerbijdrageregeling Beesel 2013', vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 18 maart 2013.
  • c. Indien de gemeentelijke beleidsregels ten aanzien van parkeren gedurende de planperiode worden gewijzigd, dient rekening te worden gehouden met dit gewijzigde beleid.

Artikel 11 Aanvraagvereisten

  • a. De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van het omgevingsplan van de gemeente Beesel, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit plan. In het bijzonder geldt dat:
    • 1. het bepaalde in artikel 22.284 van toepassing is op een aanvraag om omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit inhoudende een aanlegactiviteit in dit plan; en
    • 2. het bepaalde in 22.286 van toepassing is op een aanvraag om omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit inhoudende een gebruiksactiviteit of een bouwactiviteit in dit plan.
  • b. In aanvulling op het bepaalde onder a worden bij de aanvraag om omgevingsvergunning die gegevens en bescheiden overlegd die naar het oordeel van het bevoegde gezag noodzakelijk zijn voor een toets aan de aan de omgevingsvergunning verbonden beoordelingsregels.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht

12.1 Overgangsrecht bouwwerken
12.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van dit plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

12.1.2 Afwijkingen bij omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 12.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 12.1.1 met maximaal 10 %.

12.1.3 Uitzondering

Het bepaalde in 12.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd zijn met het omgevingsplan zoals dat gold voor inwerkingtreding van dit plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen in het omgevingsplan.

12.2 Overgangsrecht gebruik
12.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

12.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met dit plan strijdige gebruik, bedoeld in 12.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dit hoofdstuk strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

12.2.3 Onderbroken gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 12.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

12.2.4 Uitzondering

Het bepaalde in 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het omgevingsplan voor inwerkingtreding van dit artikel, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van het omgevingsplan.