In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan “Raadhuisstraat 28 Beek” van de gemeente Beek;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0888.BPRAADHUISSTR2820-
ON01 met de bijbehorende regels en bijlage;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels, regels
worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van de gronden;
1.4 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.5 automatenhal/speelhal:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte is bestemd en/of wordt gebruikt
om het publiek gelegenheid te geven om spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in
artikel 30 van de Wet op de kansspelen. Hieronder wordt in ieder geval niet begrepen een seksinrichting;
1.6 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.7 bebouwingsoppervlak:
een op de verbeelding met een bebouwingsgrens omsloten grondoppervlak;
1.8 bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan,
installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden
beroepen daaronder niet begrepen;
1.9 bedrijfsvloeroppervlak:
het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;
1.10 bestaande bebouwing:
de als zodanig op de verbeelding aangegeven bebouwing, welke bestaat op het tijdstip van de tervisielegging
van het ontwerpplan, dan wel op basis van een afgegeven bouwvergunning kan worden c.q. is gebouwd;
1.11 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.12 bestemmingsvlak:
geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.13 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een
bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.14 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.15 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is
toegelaten;
1.16 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.17 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen
en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.18 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met
de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.19 bijgebouw:
een gebouw dat in functioneel en ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel
gelegen hoofdgebouw en dat ten dienste staat van dat hoofdgebouw;
1.20 discotheek/dancing:
een horecabedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het
beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk
onderdeel vormen. Hieronder dienen in ieder geval niet te worden verstaan een seksinrichting, prostitutie en
escortbedrijf;
1.21 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten
ruimte vormt;
1.22 geluidhinder veroorzakende inrichting:
inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen
veroorzaken en worden aangewezen in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer
(Stb. 1993, 50);
1.23 hoofdgebouw:
een gebouw dat door zijn omvang, constructie en situering het belangrijkste gebouw op een perceel is;
1.24 horeca:
een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf en/of van ter plaatse te nuttigen voedsel en/of
dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodaties. Hieronder wordt niet verstaan een seksinrichting of
escortbedrijf;
1.25 nieuwbouw:
het realiseren van een hoofdgebouw op een perceel waar voorheen geen hoofdgebouw aanwezig was;
1.26 perceelsgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.27 peil:
voor gebouwen, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de
hoofdtoegang;
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.28 ruimtelijke kwaliteit:
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die
ruimte;
1.29 selectiebesluit
een archeologisch inhoudelijke afweging na een onderzoeksfase over eventuele archeologische
vervolgstappen;
1.30 stedenbouwkundig beeld:
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld inclusief het ter plaatse door
de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormd
beeld;
1.31 voldoende parkeergelegenheid
van 'voldoende parkeergelegenheid' is sprake als voldaan wordt aan de parkeernormen, zoals neergelegd in de
'Parkeernota 2018 gemeente Beek'. Indien deze regeling wordt gewijzigd of herzien, moet rekening worden
gehouden met deze wijziging danwel herziening.
1.32 vvo:
verkoopvloeroppervlak, zijnde de voor publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte, bestemd en
gebruikt voor het "en detail" verkopen en vervoeren van goederen, die niet ter plaatse worden gebruikt of
geconsumeerd;