Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Herbestemming Oude Pastorie
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0888.BPBGOUDEPASTORIE13-ON01

Artikel 4 Recreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. dagrecreatie;
  2. een bezoekerscentrum, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - bezoekerscentrum’,  met de daarbij behorende en ondergeschikte horeca en detailhandel;
  3. parkeer- en groenvoorzieningen.
  4. (verhardingen ten behoeve van) ontsluiting;
  5. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
  6. openbare nutsvoorzieningen;
Een en ander met bijbehorende voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Op de voor ‘Recreatie’ aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. gebouwen;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.2 Gebouwen met de daarbij behorende bijgebouwen
Regels met betrekking tot gebouwen met de daarbij behorende bijgebouwen:
  1. de gebouwen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak;
  2. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ bedraagt het bebouwingspercentage maximaal zoveel als met de betreffende aanduiding is aangegeven;
  3. de gebouwen worden met een kap afgedekt, waarvan de dakhelling tenminste 12° en niet meer dan 45° mag bedragen;
  4. de goothoogte van de gebouwen mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  5. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 9 meter bedragen;
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  1. de bouwhoogte mag niet meer dan 15 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen;
  2. ze dienen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming te passen.
4.3 Nadere eisen
  1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    2. de milieusituatie;
    3. de verkeersveiligheid;
    4. het karakter en/ of de ensemble waarden van panden en elementen met de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie;
    5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    6. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing;
Een en ander op basis van een landschappelijke inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit, als bedoeld in het LKM, en op het behouden en versterken van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap.
  1. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering van de landschappelijke en/of stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
  2. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 15.1 van toepassing.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Kleinschalige bouwwerken
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 4.2.2 en 4.2.3 voor het bouwen van kleinschalige bouwwerken ten behoeve van de onder 4.1 benoemde doeleinden, zoals prieelen, glaskasjes, erfafscheidngen, en overige naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken,  mits:
  1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m²;
  2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
  3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 meter;
  4. de bouwwerken naar aard en afmetingen passen in het plan, met dien verstande, dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 10 meter mag bedragen;
4.4.2 Voorwaarden
Een in 4.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. de milieusituatie;
  3. de verkeersveiligheid;
  4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  5. de sociale veiligheid;
  6. de externe veiligheid.
4.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 4.1, meer in het bijzonder:
  1. voor ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  2. voor groothandel;
  3. voor transport- en/of garagebedrijven;
  4. voor permanente of tijdelijke bewoning;
  5. voor opslagdoeleinden.