direct naar inhoud van 3.8 Civieltechnische aspecten
Plan: Beeker Hoek, herziening 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPBEEKERHOEK09-VA01

3.8 Civieltechnische aspecten

Gas- en waterleidingen

Het plangebied wordt doorsneden door een aantal gasleidingen dat binnen de planontwikkeling gehandhaafd blijft. Een hogedruk gastransportleiding met een diameter van 250 mm en een bedrijfsdruk van 40 bar loop parallel aan het spoor globaal in noordoostelijke richting. Aftakkingen zijn er nabij de overweg in noordwestelijke richting en ten noorden van de autosnelweg in zuidoostelijke richting, door de groenstrook, richting Dr. Schaepmanlaan. Globaal parallel aan laatstgenoemde aftakking loopt een leiding van 80 mm en 40 bar.

Met betrekking tot hogedruk aardgastransportleidingen is de circulaire van het ministerie van VROM DMGH/B nr 0104004 van 26 november 1984 van toepassing. Uitgangspunt van deze circulaire is dat het streven erop gericht dient te zijn bestemmingen, welke voorzien in een regelmatig verblijf van personen, buiten de zogenaamde toetsingsafstand te realiseren. De toetsingsafstand is de (effect) afstand tot een leiding, waarbinnen rekening wordt gehouden met bebouwing en aard van de omgeving. Het gebied begrensd door de toetsingsafstand aan weerszijden van de leiding is het toetsingsgebied. Naast de toetsingsafstand en het toetsingsgebied is er een minimumafstand tot leidingen, de zogenaamde veiligheidsafstand, waar grote ontwikkelingen niet zijn toegestaan en waar ruimtelijke ontwikkelingen van bescheiden omvang, indien enigszins mogelijk, vermeden dienen te worden. Het veiligheidsgebied is het gebied begrensd door de veiligheidsafstand aan weerszijden van een leiding. Afhankelijk van de omgeving van de leiding varieert de veiligheidsafstand. Voor de aardgasleidingen in het plangebied gelden de volgende toetsings- en veiligheidsafstanden:

afbeelding "i_NL.IMRO.0888.BPBEEKERHOEK09-VA01_0004.png"

(1) Incidentele bebouwing en bijzondere objecten categorie II

Onder bijzondere objecten categorie II worden verstaan:

  • a. sporthallen en zwembaden;
  • b. weidewinkels;
  • c. hotels en kantoorgebouwen, voor zover zij niet onder categorie I vallen;
  • d. industriegebouwen, zoals produktiehallen en werkplaatsen, voor zover zij niet onder categorie I vallen.

(2) woonwijken, flatgebouwen en bijzondere objecten categorie I

Onder bijzondere objecten categorie I wordt verstaan:

  • a. bejaardentehuizen en verpleeginrichtingen, zoals ziekenhuizen en sanatoria;
  • b. scholen en winkelcentra;
  • c. hotels en kantoorgebouwen bestemd voor meer dan 50 personen;
  • d. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals computer- en telefooncentrales, gebouwen met vluchtleidingsapparatuur;
  • e. objecten die door secundaire effecten een verhoogd risico met zich meebrengen, zoals bovengrondse installaties en opslagtanks voor brandbare, explosieve en/of giftige stoffen.

Voor de leidingen geldt een minimale veiligheidsafstand van 4,00 meter ter weerszijden van de leiding. Om een leiding te kunnen vernieuwen en normaal onderhoud te kunnen plegen is een strook van maximaal 4,00 meter ter weerszijden van de leiding nodig gemeten vanuit het hart van de leiding. Tevens is dit gebied nodig ter bescherming van de leiding zelf. In de regels is daarom een beschermingszone opgenomen, die wordt gevrijwaard van ongewenste ontwikkelingen met een totale breedte van 2 x 4,00 meter.

Een hogedrukgasvoedingsleiding van Essent komt vanuit het westen evenwijdig aan de spoorlijn en de gasunieleiding het plangebied binnen. Ter hoogte van de spoorwegovergang buigt de leiding in zuidoostelijke richting af en volgt de Stationstraat door het hele plangebied richting Beek. Halverwege het terrein, tussen de Stationstraat en de autosnelweg ligt een aftakking van deze leiding welke van hieruit onder de autosnelweg doorloopt, langs het gemeentelijk retentiebekken en de Wethouder Sangersstraat. Ter hoogte van de Makado buigt de leiding af in noordwestelijke richting en loopt van daaruit weer parallel aan de leiding van de Gasunie en de spoorlijn. Aan weerszijden van de as van de gasleiding gelden binnen een zone van maximaal 4,00 meter dezelfde bepalingen als bij de leiding van de Gasunie. Van een indirect ruimtebeslag, gericht op de veiligheid van omliggende activiteiten, is gezien de aard van deze leiding geen sprake.

Langs de A2 ligt een hoofdwaterleiding die samen met de leiding van Essent naar het oosten afbuigt en langs de Wethouder Sangersstraat doorloopt. Een beschermingszone van 3,00 meter ter weerszijden van deze leiding is uitgangspunt.

Brandstofleiding buiten plangebied

Ten westen van het plangebied ligt een 10” militaire brandstofleiding. Rond deze leiding geldt de zonering als genoemd in de Circulaire van VROM, alsmede de NEN 3650. De leiding is gelegen buiten het plangebied, echter deze brandstofleiding kent een noodzakelijk bebouwingsvrijezone van 2x5 meter die binnen het plangebied is gelegen. Deze bebouwingsvrijezone is opgenomen op de verbeelding en in de regels.

Provinciale leidingenstrook

In de Streekplanuitwerking Leidingen die is vastgesteld op 18 oktober 1988 zijn de ruimtelijke consequenties van leidingen en leidingenstroken voor direct en indirect ruimtebeslag nader uitgewerkt. In het plangebied is een regionale leidingenstrook geprojecteerd (breedte circa 25 meter). Deze strook dient in het bestemmingsplan geregeld te worden. De ligging van de strook is als indicatief te beschouwen.

Om in de toekomst leidingen met mogelijk risico voor de omgeving te kunnen leggen kennen regionale leidingstroken ook een indirect ruimtebeslag. Dit betreft een veiligheidsgebied ter weerszijden van een strook. Voor regionale transportleidingen is dit 2 x 20 meter.

Hoogspanningsleiding

Aan de uiterste westkant van het plangebied ter hoogte van de Schuttersstraat overspant een hoogspanningsleiding van 150 kV het plangebied. Een strook van 28 meter ter weerszijden van de leiding dient als beschermingszone in acht te worden genomen.

Binnen deze zone zijn activiteiten en bebouwing alleen in overleg met de leidingbeheerder mogelijk.

Retentiebekkens

In het noordwesten van het plangebied, aan de oostkant van de autosnelweg, liggen twee overstorten die lozen op een gemeentelijk retentiebekken dat centraal in het plangebied is gelegen. Aansluitend ligt een retentiebekken van het Waterschap Roer en Overmaas. Langs de autosnelweg ter hoogte van het spoorwegviaduct ligt een retentiebekken van Rijkswaterstaat, dat alleen dienst doet voor de opvang van hemelwater van de autosnelweg. In het westelijk plandeel is eveneens een retentiebekken gelegen. Deze locaties zijn middels een aanduiding op de verbeelding aangegeven.

Rooilijnenbeleid

Rijkswaterstaat hanteert het rooilijnenbeleid rondom rijkswegen. Dit rooilijnenbeleid bestaat uit een 50 meter brede bebouwingsvrije zone (uitgezonderd bebouwing ten behoeve van het wegverkeer) met aansluitend een 50 meter brede overlegzone (gelegen uit de as van de dichtst bijgelegen rijbaan). De zones gelden overigens voor zowel de hoofdrijbanen als voor de toe- en afritten van de Rijkswegen. De rooilijnenbeleid is vertaald naar de verbeelding en op verwoord in de regels.