Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Fase 3 en 4 De Bousberg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0882.WPBOUSBERGF34-VG01

Regels

1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:
 
1.1 plan:
het wijzigingsplan 'Fase 3 en 4 De Bousberg' met identificatienummer NL.IMRO.0882.WPBOUSBERGF34-VG01 van de gemeente Landgraaf.
 
1.2 wijzigingsplan:
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
 
1.3 moederplan:
het vigerende bestemmingsplan 'De Bousberg 2018' (als vervat in de GML-bestanden NL.IMRO.0882.BPBOUSBERG2018-VG01) met de bijbehorende regels en bijlagen.
 
1.4 verbeelding:
De verbeelding van het wijzigingsplan ‘ Fase 3 en 4 De Bousberg’ van de gemeente Landgraaf.
 
1.5 aangrenzend maaiveld:
In aanvulling op de begrippen van het bestemmingsplan ‘de Bousberg 2018’ geldt het volgende begrip:

aangrenzend maaiveld:
hoogst gelegen bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft, zonder enige kunstmatige verhogingen c.q. verlagingen, ter plaatse van de gevellijn.
 
Artikel 2 Wijze van meten
Hiervoor blijven de regels behorende bij artikel 2 van het moederplan voor zover relevant, van toepassing.
 
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Van toepassing verklaren regels bestemmingsplan
 
Het bepaalde in de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'De Bousberg 2018' is onverkort van toepassing op dit ‘Wijzigingsplan Fase 3 en 4 De Bousberg’, met dien verstande dat:
 
Artikel 4 Gewijzigde regels
 
De regels van het moederplan worden als volgt gewijzigd:
 
Wijziging ten aanzien van de bestemming ‘Wonen’
Aan de bestemming ‘Wonen’ wordt toegevoegd artikel 5.2.2, aanhef en onder g:
 
In afwijking van artikel 1.9 en artikel 7.1, aanhef en onder c van het bestemmingsplan ‘De Bousberg 2018’ is ondergronds bouwen toegestaan, met dien verstande dat:
  1. de bovenkant van de onderbouw in overwegende mate minder dan 1,20 meter boven het aangrenzende maaiveld is gelegen;
  2. er slechts één onderbouw zichtbaar is gezien vanuit de aangrenzende verkeersbestemming;
  3. de (deels) zichtbare onderbouw niet enkel dient als stallinggelegenheid voor (motor)voertuigen;
  4. de (deels) zichtbare onderbouw, indien deze gedeeltelijk dient als stallinggelegenheid voor (motor)voertuigen, op minimaal 5 meter van de aangrenzende verkeersbestemming is gelegen.
Wijziging ten aanzien van de bestemming ‘Groen’
Aan de bestemming ‘Groen’ wordt in artikel 3.1 een nieuw onderdeel toegevoegd, welke als volgt
luidt:
  1. inritten.
Toevoeging van de dubbelbestemming ‘Leiding – Water’
In aanvulling op (een gedeelte van) de bestemmingsplanregels ‘Groen’, ‘Verkeer’, en ‘Wonen’ van het bestemmingsplan 'De Bousberg 2018' wordt tevens de dubbelbestemming ‘Leiding – Water’ van kracht binnen het plangebied van fase 3 en 4, voor zover deze dubbelbestemming is aangegeven op de verbeelding behorende bij het ‘’Wijzigingsplan Fase 3 en 4 De Bousberg’.
 
Artikel X    Leiding - Water
 
X.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor het/de andere daar voorkomende besluitvlak(ken), mede bestemd voor ondergrondse leidingen voor het transporteren van water.
 
X.2 Bouwregels
 
X.2.1 Algemeen
Op de voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden mag, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, niet worden gebouwd.
 
X.2.2 Uitzondering
Het in artikel X.2.1 bepaalde is niet van toepassing voor bouwwerken van geringe omvang ten dienste van de betreffende leiding met een hoogte van maximaal 3,20 meter.
 
X.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, gehoord de leidingbeheerder, bij een omgevingsvergunning afwijken van het in artikel X.2.1 bepaalde ten behoeve van het oprichten van bouwwerken welke ter plaatse conform de aangegeven bestemming mogen worden opgericht, mits deze geen gevaar opleveren voor de leiding of aan het functioneren van de leiding geen afbreuk doen en/of door het aan de omgevingsvergunning verbinden van voorwaarden een en ander kan worden voorkomen.
 
X.4 Specifieke gebruiksregels
 
X.4.1 Algemeen
  1. Onder verboden gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en opstallen voor:
    en/of op een wijze die gevaar kan opleveren voor de leiding of aan het functioneren van de leiding afbreuk doen;
  2. het uitvoeren van ontgrondingen;
  3. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverharding;
  4. het aanbrengen van diep wortelende beplanting;
  5. het verrichten van grondwerkzaamheden dieper dan 0,40 meter en anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  6. het verrichten van grondophogingen met een hoogte van meer dan 0,30 meter.
X.4.2 Verbodsbepaling
In afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen is het verboden de gronden te gebruiken voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, behoudens voor zover het de uitvoering betreft van werken of werkzaamheden ten behoeve van de desbetreffende ondergrondse leiding.
 
X.4.3 Uitzondering
De verbodsbepaling in artikel X.4.1 en artikel X.4.2 geldt niet voor werken en werkzaamheden:
  1. vallend onder normaal onderhoud en gebruik, voor zover de belangen in verband met de leidingen hierdoor niet worden geschaad;
  2. noodzakelijk in verband met de aanleg van een natuurlijke watergang voor het afvoeren van hemelwaterafvoer.
X.5 Afwijken van de gebruiksregels
 
X.5.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in artikel X.4.1 en artikel X.4.2 bepaalde, mits:
  1. daardoor geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de leiding;
  2. het functioneren van de leiding niet in gevaar komt;
  3. er zo nodig voorwaarden aan verbonden worden waardoor er geen schade te verwachten is of het functioneren van de leiding niet in gevaar komt.
X.5.2 Voorwaarden
Het bij een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in artikel X.5.1 wordt slechts toegestaan nadat vooraf advies bij de beheersinstantie van de betrokken leiding is ingewonnen over de vraag of de in artikel X.4.1 en/of artikel X.4.2 vermelde activiteiten daadwerkelijk gevaar opleveren voor de leiding, dan wel afbreuk doen aan het functioneren ervan en de eventueel ter voorkoming daarvan te stellen voorwaarden.
   
Vervangende term
De term ‘fase 1 en 2’ in de artikelen 5.2.1, onderdeel c en d alsmede artikel 5.5.4, onderdeel b wordt vervangen door de term ‘fase 3 en 4’;
Bijlage 2 bij de planregels wordt vervangen door de bijlage ‘Beeldkwaliteitsplan Villapark De Bousberg Fase 3 en 4’.
Bijlage 3 bij de planregels wordt vervangen door de bijlage ‘Landschapsplan fase 3 en 4 De Bousberg Landgraaf’
3 Algemene regels
Artikel 5 Algemene regels
 
Hiervoor blijven de regels zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van de regels van het moederplan voor zover relevant, van toepassing.
 
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 6 Overgangsrecht
 
Het bepaalde in de overgangs- en slotregels van het bestemmingsplan 'De Bousberg 2018' is onverkort van toepassing op dit wijzigingsplan, met dien verstande dat artikel 14 als volgt wordt gewijzigd:
 
Artikel 7 Slotregel

Deze regels met bijlagen worden aangehaald als: regels behorende bij het wijzigingsplan ‘Fase 3 en 4 De Bousberg’ van de gemeente Landgraaf.